Home Internet vergeeft en vergeet niet

Internet vergeeft en vergeet niet

Door Leon Heuts op 21 september 2009

08-2009 Filosofie magazine Lees het magazine

Niet zomaar je creditcardgegevens op een internetsite invullen is vanzelfsprekend. Maar wat doe je met persoonlijke informatie over jezelf? Bedenk dat op internet niets verjaart of wordt vergeven: filmpjes, ooit eerder geposte berichten, scheldpartijen in blogs blijven bestaan en je identiteit bepalen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wie zo nu en dan een egosearch op Google uitvoert – zoeken op je eigen naam – zal het ongetwijfeld herkennen: je bent trots als het aantal hits stijgt of als je hits hebt op belangwekkende sites. Maar bij sommige hits denk je: oei, ik hoop dat mijn toekomstige werkgever, collega of zakenpartner die niet te zien krijgt. Zo circuleert er een onschuldig stuk over Joden in Frankrijk dat een collega van mij ooit heeft geschreven op sites ter bevordering van het Arische ras. Toch geen fijne binnenkomer.
Vaak doen we het onszelf aan. We gaan onzorgvuldig om met privé-informatie; we staan er niet bij stil dat sites als Hyves of Facebook meer openbaar zijn dan we denken, of dat Google door de cache-functie ook oude pagina’s bewaart. Logisch dus dat het ministerie van Justitie een campagne is gestart om veilig internetten te bevorderen, met een site (www.veiliginternetten.nl), een reclamespotje en een slogan: ‘Veilig internetten heb je zelf in de hand.’
De meeste tips op de site zijn nuttig, maar liggen tamelijk voor de hand: stel een firewall in, check het webadres voordat je betaalt, open niet zomaar een bestand et cetera. Dat valt te vergelijken met: wees zorgvuldig met je portemonnee en je paspoort. Belangrijk, maar ontoereikend. Want het gaat om veel meer dan fraudegevoelige gegevens van je bankrekening of creditcard. Internet geeft namelijk op uitermate indringende wijze vorm aan onze sociale, economische en zelfs intieme relaties. We doen er daarom goed aan een onderscheid te maken tussen fraudegevoelige informatie als creditcardnummers en wat je existentiële informatie kunt noemen: alles wat te maken heeft met ons ‘zijn’ of ‘wezen’.
Het televisiespotje van het ministerie laat overigens wel weer uitstekend zien wat internet met die existentiële informatie kan doen. Het begint met de gebruikelijke fraudegevoelige informatie. Een vrouw moet op straat toezien hoe haar alter ego vanaf het dak van een kantoor haar bankrekeningnummer en andere gevoelige informatie met een megafoon over de menigte heen schreeuwt. Vervelend, zeker. Maar zodra het om existentiële informatie gaat, loopt het spotje uit in puur drama. Want opeens kan iedereen op straat meegenieten van levensgrote, voor de vrouw compromitterende beelden uit een vakantiefilmpje. ‘Ziet er goed uit, lekker lenig’, krijgt ze direct van een man te horen. Dat is pas erg. Haar alter ego bedreigt de identiteit van haar ego, zit haar op de huid als een schaduw.

Schade
Nu is er niets nieuws aan dat er plotseling existentiële informatie uit je verleden opduikt die je liever niet in de openbaarheid wilt zien. Vraag maar aan Wijnand Duyvendak, die zich vorig jaar gedwongen zag op te stappen als Kamerlid voor GroenLinks vanwege een activistische inbraak in het ministerie van Economische Zaken in 1985. Toch is er met internet iets nieuws aan de hand: het maakt adequaat reageren op pijnlijke of verkeerde informatie veel moeilijker. Ongetwijfeld dwong interne partijdruk Duyvendak tot opstappen. Maar hij had de zaak nog enigszins in eigen hand. Opstappen op zich is al een manier om de situatie weer naar je toe te trekken: ‘Ik neem de consequenties voor mijn rekening.’
Daarmee had Duyvendak de schade natuurlijk allesbehalve hersteld, maar zijn autonomie bleef toch overeind. Het normale sociale verkeer biedt op z’n minst de mogelijkheid om zelfs bij ernstige schade aan je persoonlijkheid – door oude feiten, grote conflicten, misverstanden of zelfs bewuste laster en leugens – toch een zekere waardigheid te bewaren. Soms door rehabilitatie of door zaken recht te zetten en conflicten bij te leggen; soms door iets te laten rusten, je er simpelweg bij neer te leggen of er actief afstand van te nemen. En lukt dat niet meteen, dan is er altijd nog de tijd die mogelijk verzachtend of vergevend werkt.
Maar internet laat oude informatie nooit rusten; telkens weer – als een anoniem, willekeurig geruchtencircuit – duikt die informatie op waarvan je dacht: dat hadden we toch gehad? Dat slaat echt nergens meer op. Toch kun je die niet naar je toe trekken, desnoods door er afstand van te nemen. Niet alleen doordat de internetcommunity bestaat uit anonieme gebruikers, maar ook doordat telkens opnieuw het verleden kan opdoemen, als een pick-upnaald die blijft hangen. Zo spelen er bij existentiële informatie twee zaken van groot belang: ten eerste dat je autonoom kunt omgaan met informatie over jezelf. Zelfs als die informatie belastend is, ben jij diegene die er de verantwoordelijkheid voor kan nemen. En ten tweede de factor tijd: met de jaren komen de feiten in een ander licht te staan.

Klok terugdraaien
Een theoretische onderbouwing hiervan geeft de Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005). In zijn optiek gaat het er bij identiteit om dat iedereen in vrijheid de auteur kan zijn van zijn eigen levensverhaal. Die vrijheid is echter niet absoluut; we kunnen niet zomaar van dat verhaal maken wat we willen, laat Ricoeur zien in zijn hoofdwerk Soi-même comme un autre (vertaald in het Engels als Oneself as Another). Een voorbeeld: wie getrouwd is, kan er met de tijd achter komen dat de liefde of het vertrouwen is verdwenen, en kan besluiten te scheiden. Maar dat betekent niet dat het huwelijk er nooit is geweest – dit is een vaststaand feit, dat nooit zal veranderen. Je kunt de klok niet terugdraaien, hoe graag je dat soms ook zou willen. En waarom zou je dat eigenlijk willen? Identiteit, autonomie of karakter bestaat er juist uit de feiten onder ogen te zien, en tegelijkertijd de verantwoordelijkheid te dragen voor het feit dat met de tijd de zaken er soms anders voor staan. Zo wordt identiteit geboren: door te laveren tussen wat hetzelfde blijft – bijvoorbeeld het feit dat je getrouwd bent– en wat verandert, in dit geval de waarde die jij aan het huwelijk hecht. Ricoeur wijst op het verschil in het Latijn tussen idem (‘hetzelfde’) en ipse (‘zelf’). Het eerste slaat op de tamelijk stomme feiten, die nooit veranderen. Je DNA of je persoonsgegevens en zelfs het feit dat je ooit bent getrouwd. Zelfs als je gaat scheiden, verandert er niets aan het feit dat je ooit getrouwd was. Het tweede is die instantie die waarde en betekenis legt in die feiten. Een ‘zelf’ dat zegt: dat ben ik, hier sta ik voor. Zonder zo’n reflexief moment blijven de feiten doofstom. Wat zegt het immers dat je ooit getrouwd bent? Als banaal feit vrijwel niets: een papiertje met wat krabbels, een fotoalbum of een video. Het huwelijk krijgt betekenis door een ‘ik’ dat de waarde ervan weegt, hoewel dat ook kan betekenen dat met de tijd de uitkomst verandert. Als we over enig karakter beschikken, dan nemen we de consequenties daarvan op ons, zonder te ontkennen dat we ooit bepaalde beloften hebben gedaan.
Internet ondermijnt daarentegen de mogelijkheid om autonoom de feiten uit het verleden te wegen – desnoods door er afstand van te nemen. Om het met dat idem en ipse van Ricoeur uit te leggen: waar de filosoof laat zien dat identiteit laveert tussen wat hetzelfde blijft (idem) en wat de mogelijkheid biedt te veranderen (ipse), daar kan internet de band tussen beide radicaal doorsnijden. Internet draait vooral om ‘hetzelfde’, om tijdloze en stomme feiten, om idem. Natuurlijk, er komt op het net informatie bij en er gaat wat vanaf, maar er is geen mogelijkheid voor het ‘zelf’ om de feiten door de tijd heen anders te wegen. Filmpjes, ooit eerder geposte berichten, scheldpartijen in blogs, en ga zo maar door, blijven bestaan. Ze lijken verleden tijd, maar telkens kunnen ze door toevallige associaties weer als nieuw opduiken. Het net maakt namelijk geen onderscheid tussen relevant en niet-relevant, zoals de Amerikaanse filosoof en expert in kunstmatige intelligentie Hubert Dreyfus illustreert in zijn boek Internet. Terwijl dat verschil voor het normale sociale verkeer (‘Dit laten we achter ons’) juist zo belangrijk is. Internet combineert informatie op basis van toevallige gelijkenis, van wat hetzelfde is, maar kent verder geen sociale vaardigheden, aldus Dreyfus. Internet heeft alle trekken van een sociaal autist. Kijk maar welke invulling het geeft aan het woord ‘verwerken’. In de dagelijkse sociale praktijk slaat dat op alle psychologische en talige processen die je mogelijk leren leven met vervelende gebeurtenissen. Als zoekmachines ‘verwerken’, herschikken ze informatie op basis van de commando’s van een softwareprogramma. Het verschil tussen kwaliteit en kwantiteit.

Beschermde omgeving
Dat wil niet zeggen dat internet geen mooie kansen biedt om op verrassende manieren vorm te geven aan je identiteit. Het is uiteraard niet inherent ‘kwaad’ of ‘goed’, zoals techniek dat zelden is, maar je moet het wél met existentiële wijsheid gebruiken, zodat er meer voordelen dan nadelen zijn. Een voorbeeld van existentiële wijsheid is gebruikmaken van ‘beschermde omgevingen’, waar meer of minder strikte registratie voor nodig is. Dat getuigt van het besef dat internet geen intiem dagboek is, hoe uitnodigend dat lege scherm ook is, maar een netwerk waar het van tevoren onmogelijk is om te voorspellen waar de informatie die je over jezelf vertelt terechtkomt. Hoe internet op speelse wijze vorm kan geven aan identiteit, legt de Rotterdamse filosoof Jos de Mul uit – ook vanuit het werk van Ricoeur – in de VPRO-serie Ik en het web (www.vpro.nl). Existentiële wijsheid is overigens ook existentiële domheid vermijden. Domme omgang met internet bedreigt overigens niet alleen onszelf, maar ook anderen. Een voorbeeld daarvan is de huidige trend van naming and shaming op internet, variërend van signalementen van winkeldieven plaatsen op sites tot een lijst opstellen met slecht functionerende bedrijven. Iemand kan tot het einde der dagen worden achtervolgd vanwege één misstap, terwijl in het normale sociale verkeer vergeving altijd een optie is. Verandering is niet meer mogelijk; je bent vastgekleefd aan wat hetzelfde blijft, aan je idem – in dit geval het banale feit dat je ooit een misstap hebt begaan. Maar het kan evengoed gaan om achteloos geposte gedachten of ideeën op onbeschermde sites waar je niet meer achter staat, maar die tot in lengte van jaren aan jou worden toegeschreven. Of om een ruzie die allang is bijgelegd, maar waarvan de scheldpartijen op het net nog steeds kunnen opdoemen.
Natuurlijk kun je met existentiële wijsheid niet alles voorkomen – nog steeds kunnen anderen bijvoorbeeld eenvoudig malicieuze informatie over je verspreiden –, maar zorg er in ieder geval voor dat jij of anderen niet door eigen handelen slaaf worden van het verleden.