Home In linnen pak met stropdas door de Pyreneeën

In linnen pak met stropdas door de Pyreneeën

Door Marco Kamphuis op 26 maart 2013

08-2004 Filosofie magazine Lees het magazine

Eerder al lag Walter Benjamins tragische leven ten grondslag aan een opera. Nu wijdt Bruno Arpaia een roman aan Benjamins vlucht uit Parijs.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een beroemde foto van Gisèle Freund toont Walter Benjamin, schrijvend aan een tafel tussen de kaartenbakken en boeken van de Bibliothèque Nationale in Parijs. Benjamin bedreef filosofie met literaire middelen. De tijd voor het ontwerpen van een alomvattend systeem was volgens hem voorbij. Hij filosofeerde door commentaren en kritieken op historische en literaire fragmenten te schrijven, en een tijd lang probeerde hij zelfs een boek samen te stellen dat geheel uit citaten bestond: zo groot was zijn vertrouwen in het concrete materiaal dat dit, mits op passende wijze gemonteerd, geen enkele theoretische reflectie zou behoeven en voor zichzelf zou spreken. Voor zijn werk was hij begrijpelijkerwijs aangewezen op een uitgebreide bibliotheek, en aangezien hij bij zijn vlucht uit Berlijn in 1933 (hij was joods én marxistisch georiënteerd) bijna geen boeken mee had kunnen nemen, zat hij daar iedere dag te werken, in de Bibliothèque Nationale in zijn toevluchtsoord Parijs.

Als Walter Benjamin niet werkelijk bestaan had, dan had men hem als romanpersonage moeten uitvinden. Hij was een geboren twijfelaar. Zeggen dat hij wereldvreemd was, zou te zwak uitgedrukt zijn. Vrienden roemden zijn genialiteit, maar het ontbrak hem aan de boerenslimheid om die genialiteit uit te buiten; hij leed onder miskenning en geldgebrek. Wat hem plaagde was niet alleen maar de verstrooidheid van de intellectueel: vrienden als Hannah Arendt en Arthur Koestler waren ook intellectuelen, en leefden onder vergelijkbare moeilijke omstandigheden, maar zij toonden overlevingsinstinct, iets waar het Benjamin ten enenmale aan ontbrak. In Parijs speelde hij het klaar zwaar gebukt te gaan onder de nazistische dreiging, en deze tegelijkertijd te veronachtzamen. Misschien kwam het door zijn legendarische concentratievermogen, dat hij in staat was door te werken aan zijn manuscript Pariser Passagen terwijl Hitlers troepen Frankrijk veroverden. Zijn vrienden drukten hem op het hart te vluchten, maar Benjamin bleef in Parijs – of, zoals hijzelf zei, in ‘de grote zaal van een bibliotheek waar de Seine doorheen stroomde’.

Hij vertrok pas toen het eigenlijk al te laat was, en kwam niet verder dan Marseille, waar hij een van de vele vluchtelingen was die vergeefs probeerden een plek op de laatste boot naar Amerika te bemachtigen. Om uit handen van de Gestapo te blijven trok hij (in linnen pak met stropdas!) door de woeste Pyreneeën, maar in Spanje aangekomen werd hij gearresteerd. Daarop deed hij wat hij in zijn gekwelde leven al vaker had willen doen: hij pleegde zelfmoord.

Rauw

De Italiaanse schrijver Bruno Arpaia heeft Benjamins jaren van ballingschap, culminerend in zijn dood, als onderwerp voor de roman De engel van de geschiedenis gekozen. Zijn gouden greep is echter dat hij een tegenhanger heeft geschapen in de persoon van Laureano Mahojo, een jonge Spanjaard die in de Spaanse burgeroorlog aan de kant van de anarchisten tegen de franquisten vecht, en die aan het eind van het verhaal de zieke, uitgeputte filosoof in de Pyreneeën ontmoet. Afwisselend lezen we de wederwaardigheden van Laureano, in diens eigen woorden, dat wil zeggen rauw, expressief, schelms, en de belevenissen van Benjamin, heel precies opgetekend door een alwetende verteller – wellicht dezelfde journalist aan wie Laureano zijn verhaal doet. Tegenover de man van de geest staat dus een man van de daad, en dat geeft dynamiek aan het verhaal. De verschrikkingen die Laureano meemaakt stellen die van Benjamin in de schaduw – maar de Spanjaard overleeft dankzij zijn drang tot lijfsbehoud. Of heeft hij gewoon meer geluk?

Arpaia heeft twee verhalen van een mensenleven verweven, en zo ontstaat een derde, groter verhaal, dat van de geschiedenis. Hij legt daarbij de nadruk op de vijandschap die vreemdelingen in het door oorlog bedreigde Frankrijk ondervonden. Zowel Benjamin als Mahojo worden in 1939 opgesloten in een interneringskamp, waar ze honger en kou lijden en worden afgebeuld. Voor de autoriteiten doet het er niet toe dat ze onschuldig zijn, dat ze asiel hebben gezocht juist omdat ze zich tegen het fascisme hebben verzet – het blijven buitenlanders.

Al met al is De engel van de geschiedenis minder een filosofische dan een historische roman, en dat is precies in de geest van Benjamins filosofie. Hij zag geen vooruitgang in de wereld, slechts verval. Voortgeblazen door een storm verwijdert de engel van de geschiedenis zich steeds verder van het paradijs. Benjamin wilde redden wat ten onder was gegaan in dit geweld, niet de ‘grote’ historische gebeurtenissen maar de ‘kleine’ momenten, de hoop en het leed van individuen. Door deze fragmenten onder het puin van de geschiedenis vandaan te halen, wilde hij zicht op de bovenhistorische waarheid geven. En dat is precies wat Bruno Arpaia heeft gedaan.

De engel van de geschiedenis, door Bruno Arpaia, vert. Hugo Koblet, uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam 2004, 320 blz., € 22,50