Home ‘In de slaap­kamer jezelf blijven is absurd’

‘In de slaap­kamer jezelf blijven is absurd’

Door Coen Simon op 24 oktober 2019

‘In de slaap­kamer jezelf blijven is absurd’
Cover van 11-2019
11-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Ype de Boer deed een filosofisch erotisch experiment dat afrekent met identiteit als vastliggend idee. 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In zijn debuut Murakami en het gespleten leven (2017) vraagt Ype de Boer (1989) zich af of de absurde verhalen van de veelgelezen Japanse schrijver ons iets kunnen vertellen over ons alledaagse leven. Hij stelt vast dat Murakami ons leert breken met de preoccupatie om onszelf te worden. In zijn nieuwste boek, Het erotisch experiment, legt De Boer opnieuw de hardnekkige zelfgerichte neiging van onze tijd bloot: ‘Het erotische moet ons vertellen wie we écht zijn’, schrijft hij kritisch. ‘Het moet ons verhaal ondersteunen en onze verlangens van het leven inwilligen.’ Hoe De Boer met dit hardnekkige denkbeeld probeert af te rekenen licht hij toe in een persoonlijk gesprek zonder dat hij zelf in de biechtstoel stapt. ‘Seks is een van de elementen van het leven die een vrij heftige verschuiving in de zelfervaring teweeg kunnen brengen. Dat spreekt me vooral filosofisch aan. Het kan inzicht geven in wat de aard is van het Zelf. Wat is een Zelf dat zulke transformaties kan ondergaan?’

‘De seksuele ervaring is niet zomaar iets alledaags, maar kan je echt veranderen’

Vanuit deze nieuwsgierigheid tast de jonge filosoof in een lijvig, rijk en stijlvol essay de veelzijdige verschijningsvormen van het menselijk seksleven af. Een beschouwend tasten, want als we denken dat we de erotiek gewoon aan het lichaam moeten overlaten en niet aan de geest, dan hebben we het mis, volgens De Boer. We blijven dan gevangen in onze vooroordelen. ‘Ik kan experimenteren zoveel ik wil, mijn grenzen opzoeken, highs bereiken, lezen en naar hartenlust reizen – op het moment dat deze belevenissen niet met denken gepaard gaan, zal ik slechts extra belevenissen opgestapeld hebben zonder werkelijk een verandering door te maken.’

Meer dan over seks gaat het boek volgens mij over denken, leg ik hem voor. Want de vele culturele en historische variaties in erotiek die de revue passeren, tonen vooral een veelheid aan denk- en wereldbeelden.

Bevordert deze filosofische exercitie alleen het denken? Of wilt u ook dat de lezer onderweg een betere minnaar wordt?

‘Dat is niet het doel van het boek. Het leert je geen erotische technieken, zo van: eerst deed je dit in bed, nu moet je dat doen en dan zul je eens even zien wat er gebeurt. Nee, het is een filosofisch experiment. Ik ben er misschien een betere filosoof door geworden, maar ik durf niet te beweren dat ik nu een betere minnaar ben. Het heeft me in elk geval niet bevrijd van alle menselijke problemen die met seks gepaard gaan! Ik bevrijd ook de lezer niet van zijn of haar egoïsme in bed. Dat misverstand is, geef ik toe, wel een angst die ik heb. Ik schrijf een boek over seks en voor je het weet, denken ze dat het een zelfhulpboek is.’

Waarom wilde u dit erotische experiment uitvoeren?

‘Erotiek is als fenomeen een kruispunt van allerlei soorten filosofische interesses die ik heb. Erotiek is als thema sterk aanwezig in onze spektakelmedia en leert daarmee veel over de cultuur, maar het meest interesseert me de menselijke ervaring. De term “experiment” wijst daar ook op. Het betekent zowel onderzoek, of probeersel, als “ervaring”, ondervinding, experimentum. Het boek is dus geen verslag van allerhande seksuele experimenten, het is een essayistische beschouwing van de erotische ervaring.’ 

U schrijft dat uw persoonlijke ervaringen aan dit experiment ten grondslag liggen.

‘Een van die ervaringen is, denk ik, heel herkenbaar. Ik was hevig verliefd en werd me heel sterk bewust van de andere manier waarop ik in de kracht van het erotische spel stond dan al die keren dat ik gewoon opgewonden was geweest en zin had om met iemand te vrijen. Ik besefte daarmee dat de seksuele ervaring niet zomaar iets alledaags is, maar iets dat jou echt kan veranderen: een transformatieve ervaring. Seks kan dat, omdat het maling heeft aan hoe je denkt en wie je bent in de ogen van de buitenwereld.

Daarmee stuitte ik op iets wat ik al langer theoretisch onderzocht, maar nog niet eerder zo gevoeld had, namelijk een ervaring van potentialiteit. Dat wil zeggen, ik ervoer mezelf niet zoals ik mezelf altijd al zag, maar ik ervoer de mogelijke manieren waarop ik mezelf zou kunnen ervaren. De intense ervaring van vrijheid die ik ondervond, beperkte zich niet tot mijn seksleven. Het erotisch experiment beantwoordt aan de aard van deze persoonlijke ervaring. En een ervaring verschilt fundamenteel van wat ik een belevenis noem. We beleven op een alledaagse dag van alles, maar we ervaren meestal niks. Een belevenis verandert je leven niet, een ervaring doet dat wel.’

Kan dit experiment dan ook voor de lezer een ervaring worden?

‘In het tweede deel van het boek probeer ik moeilijk toegankelijke erotische ervaringen te beschrijven. Moeilijk toegankelijk voor mensen uit onze eigen tijd, moet ik zeggen. Het is daarbij niet de bedoeling om bijvoorbeeld via twaalfde-eeuwse mystici nieuwe erotische ideeën op te doen. Het zijn allemaal voorbeelden om ons los te maken uit onze onbewuste seksuele dogma’s. Deze dogma’s zijn niet slechts theoretische opvattingen, maar wijzen van denken die de werkelijkheid daadwerkelijk mede construeren. Ze maken bepaalde ervaringen mogelijk en sluiten andere uit. Fascinerend bij de mystici, bijvoorbeeld, is de vermenging van lichaam en geest: de geestelijke ervaring “smaakt” ergens naar, is “zoet” en doet het lichaam kreunen. De erotische beschrijvingen van de mystieke eenwording met God drukken daarmee niet alleen een andere manier van godservaring uit, maar ook een andere manier van ervaren van het eigen lichaam, de eigen zintuigen, en de eigen geest. Deze ervaring is, getuige de beeldspraken, door en door erotisch.

In diezelfde tijd leert de Arabische soefi Ibn ‘Arabi dat mijn begeerte uiteindelijk niet van mij is, en mijn verlangen dus ook niet iets is wat ik als recht kan opeisen; het is van iemand of iets anders, namelijk van het goddelijke.

Nogmaals: deze voor ons exotische erotiek dient niet zozeer ter verrijking van ons plezier in de slaapkamer, maar vooral als bewustwording van ons eigen ervaringskader. Als tegenwicht tegen het eenzijdige beeld dat via onze pornografische beelden de seksuele cultuur bepaalt.’

Is er iets mis met onze pornografie?

‘Daar gaat het me niet om. Ik wil er alleen op wijzen hoe dergelijke beelden doorwerken tot in onze slaapkamer en mensen het idee kunnen geven dat seks niet anders is dan de manier waarop die pornografisch verbeeld wordt. Ik heb periodes in mijn leven ook van porno genoten; ik kan er nog steeds opgewonden van raken. Maar welk beeld krijgen we van seks als je bij pornografie te rade gaat? Dat zien we pas als we die met andere erotische voorstellingen confronteren. Het “subtiele lichaam” uit de hindoeïstische tantra, bijvoorbeeld, is een lichaamsopvatting die niet past in onze pornografische beleving. Wij spreken over denken en daarnaast over een bijna mechanisch lichaam. Het subtiele lichaam is geen van beide. Het is een soort onderliggend energetisch veld waartoe zowel het fysieke lichaam als gevoelens, emoties, percepties en zelfs gedachten worden gerekend. Ons wereldbeeld staat dat lichaamsconcept niet toe.

‘Een boek over seks wordt voor je het weet een zelfhulpboek’

Het bizarre resultaat van sommige van die technieken was voor mij dat ik een ervaring met mijn eigen lichaam kon maken die inderdaad voor mij niet te vergelijken was met hoe ik het normaal ervoer. Daarmee wordt dan opeens in je leefwereld een ervaringsdimensie geopend waarvan je daarvoor dacht dat die niet waar kon zijn . Zo zie je dat een andere opvatting van het bestaan en een andere mensopvatting daadwerkelijk een andere ervaringsrealiteit kunnen opleveren.

Voor mij is het heel vruchtbaar geweest om die andere praktijken en opvattingen serieus te nemen zonder daarmee te zeggen dat anderen het beter hebben gezien dan wij. Het is anders, en de effecten ervan zijn echt. Seks presenteert altijd maar een variant van seks; we moeten niet denken dat dat echt seks is, het is een masker ervan.’

Een ander mens worden moet toch ook iets benijdenswaardigs hebben? Waarom zou ik mijn ervaringspotentieel moeten vergroten?

‘Als ik voor mezelf mag spreken: ik heb nooit het gevoel gehad dat ik gevangenzat op erotisch gebied. Ik ontdekte toevallig dat er meer ervaringsmogelijkheden zijn. Het is pas een beknellende realiteit als die als beknellend wordt ervaren. Als jij je vrij voelt, vind ik het onzinnig om te zeggen: “Jij denkt dat je vrij bent, maar dat ben je eigenlijk niet. Je bent door de cultuur gevangen.”

Een tendens in onze samenleving waar ik kritisch op ben, is dat het voor ons vrij normaal is om wat we meemaken vooral in relatie tot onszelf te zien. Wie ben ik? Wie zou ik moeten zijn? Wat vind ik daarvan? Hoe zien anderen mij? Wanneer is mijn leven een succes? Ik ben kritisch op deze zelfgerichtheid. Die zelfgerichtheid kan net zo hardnekkig zijn in een open relatie als in een monogame relatie, of in welke seksuele omstandigheid dan ook. Dan kun je nog steeds vinden: seks is zus en zo en ík behoor me zus en zo te gedragen.

Deze zelfgerichtheid versterkt de menselijke neiging om jezelf een eenduidige persoonlijkheid aan te meten, een identiteit die naarmate je ouder wordt steeds meer ervaringen buitensluit, tot alleen “jouw” werkelijkheid over is. In het ergste geval denk je dan ook nog dat hoe jij het ziet en kent de enige ware werkelijkheid ís.

Erotiek kan dit denkbeeld alleen op het spel zetten als je eerst die zelfgerichtheid loslaat. Het is natuurlijk ook absurd om in de slaapkamer volledig jezelf te blijven. In opwinding legt iedereen in meer of mindere mate zijn masker af en geeft de gebruikelijke controle op.

Het ideaal om “te worden wie je bent” kan een obstakel zijn in de ervaring van het erotische. Als seks een zoektocht naar jouw identiteit wordt, streef je alleen nog persoonlijke beelden na, beelden van wie je denkt te moeten zijn, hoe je denkt dat seks zou moeten zijn, en hoe je denkt dat een relatie eruit zou moeten zien. Daarmee maak je jezelf tot slaaf van abstracte ideeën.

Dat is de kritiek van mijn erotisch experiment. Ik wil een tegenbeweging op gang brengen, niet alleen binnen het seksuele domein. Ik wil de aandacht verleggen naar de fenomenen in plaats van naar het Zelf dat de fenomenen op een bepaalde manier wil zien. Dat klinkt simpel, maar dat is natuurlijk hartstikke moeilijk. De vaste identiteit is een hardnekkig idee.’

Is het mogelijk om te leven zonder iemand te zijn?

‘Wat betekent het om iemand te zijn? We praten nu als filosofen met elkaar. Maar je hebt ook kinderen, toch? Dus we kunnen ook als vaders praten. Of, als onze ouders aan zouden schuiven, als kind. Ik zou zeggen: je bent hooguit iemand in de manier waarop je al die verschillende maskers laat samenleven. Maar als je een van die beelden of maskers te serieus neemt, wordt het een beperking.’