Home ‘Ik ben de middelmatigheid echt zat’
Levenskunst Psyche

‘Ik ben de middelmatigheid echt zat’

Door Frank Mulder en Freek Koster op 06 december 2010

‘Ik ben de middelmatigheid echt zat’
Cover van 10-2010
10-2010 Filosofie magazine Lees het magazine

Joep Dohmen is boos. Overal ziet hij middelmatigheid, consumentisme en een lege vrijheidsdrang. ‘We hebben huizen bomvol spullen, maar onze levens zijn een puinhoop.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Anderhalf jaar geleden stuurde een zekere T. van H. een brief aan Volkskrant Magazine. ‘Mijn hele leven heb ik heel goed willen zijn in iets’, aldus T. ‘Ik heb me willen onderscheiden van anderen, waardering willen oogsten voor iets wat ik beter kan dan anderen.’ Het mocht niet baten. Op zijn vijftigste is zijn leven het toonbeeld van middelmatigheid. Hij weet niet hoe hij verder moet.

Herkenbaar, die T. Iedereen is op zoek naar erkenning in deze jachtige maatschappij. Iedereen droomt er weleens van de middelmaat te ontstijgen en die five minutes of fame te pakken. Wij wel, in elk geval.

‘En tachtig procent van de mensen met jullie’, zegt Joep Dohmen. Hij is ethicus aan de Universiteit van Humanistiek en heeft naar aanleiding van deze brief het boek Brief aan een middelmatige man geschreven, gericht aan T. en al die andere middelmatige Nederlanders zoals wij. ‘Die brief is symptomatisch voor de volstrekt ondeugdelijke levensvisie die we overal om ons heen zien. Dat je pas iemand bent als je je onderscheidt van anderen, als je anderen kunt overtroeven – daar maak ik gehakt van in mijn boek!’

Dohmen komt in zijn boek met niets minder dan een nieuwe publieke moraal. Hij pleit voor zelfontplooiing, sociale zelfontplooiing welteverstaan. Hij wil daar wel over praten, maar onder voorbehoud. ‘Ik ben de middelmatigheid echt zat. Dat geldt dus ook voor interviews. Als het weer zo’n waterig verhaal wordt, zogenaamd om lezers aan te spreken, gaat de publicatie niet door. Ik doe niet meer mee met die oppervlakkigheid.’

U bent wel boos.
‘Jullie zijn in deze tijd opgegroeid, dus jullie zien het misschien niet eens. Maar wie nog nooit in de Mediamarkt is geweest, zoals ik, en er dan op zaterdagmiddag een snoertje voor zijn scheerapparaat komt kopen, ziet precies waarop de emancipatie van de laatste zestig jaar is uitgelopen. Ik werd onder de voet gelopen door een on-ge-hoorde mensenmassa, tussen een on-ge-hoorde hoeveelheid spullen – scheerapparaten, wasmachines, magnetrons, dvd-spelers, telefoons, iPods, ga zo maar door. Een onbeperkte toegang tot alles wat je maar wilt hebben.’

Wat is daar precies mis mee?
‘De illusie dat deze grenzeloze vrijheid, zonder moraal, echte vooruitgang is. In het katholieke Tilburg, waar ik zestig jaar geleden werd geboren, heb ik zelf meegemaakt hoe de welvaart toenam en de samenleving zich ontworstelde aan de verstikkende kaders. Dat was heel goed, en ik zie de waarde van mooie techniek wel degelijk in. Ik scheer me ook graag elke dag. Maar daarmee heb je nog geen kwaliteit van leven. De neoliberale ideologie van de markt en de media houdt ons elke dag voor dat dit het ware geluk is. Je huis staat bomvol spullen, maar je leven is een puinhoop. Hoe kun je in een wereld zonder moraal nog een zinvol leven leiden?’

Dat vragen we weleens aan onze coach, maar een bevredigend antwoord hebben we nog nooit gekregen.
‘Kijk! We verwachten het heil van wetenschap en techniek, maar die kunnen er niet voor zorgen dat de wereld van de Mediamarkt vrije en aardige mensen voortbrengt. Die wereld brengt individuen voort die allemaal een opvallend kunstje willen leren en dan bij De Wereld Draait Door aanschuiven.’

Dat is nou eens een leuk programma.
‘Niet waar. Het is werkelijk het aller-allermiddelmatigste programma dat er bestaat. Ja, schrijf dat maar op! Erger kan bijna niet. Met Pauw & Witteman op twee. Het is pudding, het is waterverf – quasi-intellectuelen die doen alsof ze erbuiten staan, maar in feite de strijd hebben opgegeven. Ik zou daar nooit willen zitten. Pretentieus semi-amusement, omwille van de kijkcijfers.’

Dan wilt u niet weten hoeveel mensen er naar Henkjan Smits kijken.
‘Wie is dat?’

De man van de X Factor.
‘Vreselijk, ja, precies wat ik bedoel. Henkjan Smits, de profeet van de rubbish. Dat soort mensen zouden we met alle mogelijke middelen moeten bestrijden. Ik ben in oorlog tegen de Henkjan Smitsen van de wereld die met hun spelletjes de jeugd om zeep helpen. Mensen zullen me wel elitair vinden. We moeten ook elitair zijn, en iets beters bedenken, zodat we een tegencultuur kunnen vormen.’

Het leven is soms wel middelmatig, maar of het echt zo erg is…
‘Jullie leven misschien nog in de illusie dat je wel zult ontsnappen de komende twintig jaar. Maar dan kom je erachter dat Michel Houellebecq gelijk heeft en dat je op je vijftigste harakiri kunt plegen omdat je vijftig weken per jaar moet werken om twee weken op seksvakantie in Thailand te mogen. Ik ben geen cultuurpessimist, maar we moeten echt werken aan een nieuwe publieke moraal.’

Door u ontwikkeld.
‘Ik heb de afgelopen tien jaar gewerkt aan een bestaansethiek. Die bestaat uit twee elementen. Ten eerste uit de notie dat vrijheid heel belangrijk is, maar veel moeilijker te verwerven dan we denken. Ik heb van Foucault geleerd dat het om een vrijheidspraktijk gaat. Ten tweede dat vrijheid geen doel in zichzelf is. Waarden als zorg, verbondenheid en rechtvaardigheid overstijgen de vrijheid. Rechts heeft altijd de vrijheid verdedigd en links de solidariteit. Maar ze horen bij elkaar! Dan is het leven pas werkelijk zinvol. Ik zoek een middenweg tussen beide extremen, en dat is sociale zelfontplooiing.’

Maar hoe doen we dat, als we midden in deze Mediamarkt zijn opgegroeid, zonder moreel kompas? Waar moeten we in ’s hemelsnaam beginnen?
‘Bij jezelf natuurlijk. Vraag je af: wat wil ik met mijn leven? Hoe ben ik hier terechtgekomen? Maak pas op de plaats en ontdek in welke kooi je opgesloten zit en hoe lang je dat nog wilt volhouden. Zoals Kierkegaard zei: je moet het leven achterwaarts begrijpen om het voorwaarts te kunnen leven. Je bent verantwoordelijk voor jezelf.’

We hebben weleens een cursus mindfulness gedaan. Dat is ook geïnspireerd door Kierkegaard, lazen we in de Flow.
‘Jaja, en The Secret gaat zeker terug op Plato? Al die Amerikanen – en vergeet Coelho niet met z’n woestijntocht – hebben bericht gekregen van de geheime uitgang, je “diepste laag” waar je naar op zoek zou moeten. Geouwehoer. Zo’n diepste kern bestaat helemaal niet.’

Nee?
‘Nee. We zijn een verlangenmachine, dag en nacht, en daar moet je de vinger achter proberen te krijgen. Je wilt eten, drinken, muziek, seks, maar ook: vriendschap, werken, je leven doorbrengen met iemand. Het gaat erom die verlangens te ordenen, te begrijpen, en je af te vragen wat je nu eigenlijk echt zelf wilt. Je moet leren om ergens achter te staan, en dat vervolgens in praktijk brengen. Door je je wil toe te eigenen, word je vrijer.’

En als we erachter komen dat we iets anders willen dan waar we nu zitten?
‘Dan moet je overwegen om over te stappen op een ander spoor, om de mooie beeldspraak te gebruiken uit Nachttrein naar Lissabon van Peter Bieri. Opnieuw beginnen is niet voor niets populair tegenwoordig. Er zijn zoveel mensen die het helemaal gehad hebben en eruit stappen. Ze gaan op zoek naar een beter leven.’

Met achterlating van partners, kinderen, collega’s. Hebben we daar geen verantwoordelijkheid voor dan?
‘Dat is een zeer terechte vraag. Onze relatie met anderen is heel belangrijk, en daarom wijd ik een heel hoofdstuk aan de zorgethiek. Die is door feministen ontwikkeld als reactie op de neoliberale macho-ethiek. Uiteindelijk, zeggen mensen als Margaret Walker, levert alleen vrijheid vooral grote ego’s op. Vrijheid moet boven zichzelf uitwijzen. Mensen kunnen niet zonder waardering en sympathie. Tien jaar geleden zou ik dat niet serieus hebben genomen, maar ik ben er intussen wel achter dat dit onontbeerlijk is.’

Vrijheid én verantwoordelijkheid dus. Dan bent u zeker wel blij met het nieuwe kabinet!
‘Nee! Dit kabinet heeft met vrijheid en verantwoordelijkheid helemaal niets meer van doen, het is het kabinet van Veiligheid en Groei. Wilders zegt het letterlijk: “Ik heb niks met binding.” Het CDA-congres was het einde van de christelijke politiek, ze zijn moreel failliet. En de VVD jaagt alle sociaal-liberalen weg. “Schouder aan schouder” naar een ultrarechtse samenleving. Ik vecht voor een andere publieke moraal.’

Hoe moeten we zo’n moraal van vrijheid en verantwoordelijkheid voor ons zien?
‘We moeten ons een cultuur van zorg eigen maken, waarin we aandacht hebben voor elkaar. Dat begint er al bij dat je ziet dat je iemand even moet helpen z’n fiets in het rek te zetten. Walker noemt dat een “geografie van verantwoordelijkheden”: welke aandacht zijn we elkaar verschuldigd? Net als vrijheid is verbondenheid een hachelijke zaak.’

Het klinkt soms een beetje rationeel. We wíllen ook graag boven een ander staan en soms wíllen we iemand helemaal niet helpen met zijn fiets. Dat zit in ons.
‘Ja, natuurlijk, dat egoïsme zit ook in ons. Maar die andere kant – sympathie – zit ook in ons. We moeten Hobbes en Hume met elkaar verzoenen. Maar jullie hebben gelijk: theorie is niet genoeg. Stap twee is een goede wil ontwikkelen en dan oefenen. Daarom heb ik een werkmethode ontwikkeld om docenten te vormen in levenskunst.’

Hoe valt die te oefenen?
‘In een van de onderdelen laten we ze bijvoorbeeld werken aan hun levensverhaal. Ze moeten verwoorden wie ze zijn, waar ze vandaan komen, door wie ze zijn beïnvloed en hoe anderen hen zien. Veel mensen hebben echt geen idee. In een ander onderdeel moeten ze – bijvoorbeeld naar aanleiding van een filmfragment of een tragedietekst – nadenken over hun waarden en motivaties, en hoe die hun keuzes beïnvloeden.’

En via die docenten hoopt u iets aan de jeugd mee te geven?
‘Ja, er is op school vaak nog zo’n schroom om over levensvragen te praten. Het gevolg is dat jonge mensen helemaal niet kunnen omgaan met vrijheid en solidariteit. Ik vraag mijn studenten weleens hoe ze met hun liefje omgaan. Hebben ze een wij-agenda, of alleen twee ik-agenda’s? Het laatste, natuurlijk. Ze zijn verschrikkelijk bang voor hun hachje.’

U bent voor een wij-agenda.
‘Nee! Voor een afweging tussen een ik-agenda én een wij-agenda. Ook een wij-agenda is gevaarlijk, want die wordt vaak gedomineerd door één van beide ikken. Als je iets voor je partner doet uit zelfopoffering, dan houd je dat hooguit twee jaar vol.’

Hè? Maar dan blijven we alsnog calculerende burgers die hun belangen tegenover elkaar zetten?
‘Precies. Maar dan niet om zelf zo veel mogelijk te krijgen, maar om de kaarten van allebei duidelijk op tafel te krijgen. Als je dat niet doet, ben je allebei een dief van je eigen identiteit.’

Marlboro Man

Laveren tussen twee uitersten, dat is wat de echte levenskunstenaar volgens Dohmen dus beheerst. Aan de ene kant ‘de pathologische figuur van de Marlboro Man die onze cultuur zo heeft geïnfecteerd’, schrijft hij in zijn boek. Dat is de ongeschoren cowboy die bij ondergaande zon boven aan de heuvel komt – well done, boy –, een sigaret opsteekt en zich omdraait, op weg naar de volgende klus die hij gaat klaren, in zijn eentje. De carrièretijger die zijn succes in eigen hand heeft, maar dan te paard.
‘Zo’n levenshouding is ziekmakend, laat Trudy Dehue heel goed zien in haar studie over depressie. Maar het andere uiterste vormen die mensen, – vaak vrouwen misschien – die alleen maar zichzelf opofferen, voor hun partner, hun gezin of voor de derde wereld. Wij zitten op dat continuüm tussen die idiote extremen. De inzet van mijn boek is integratie, de boel bij elkaar krijgen. Zelfzorg moet holistisch zijn. Ik doe iets voor de wereld én dat maakt me gelukkig.’

En, lukt dat? Bent u gelukkig?
‘In dit gesprek zou ik zelf het liefst buiten schot willen blijven.’

We hebben voorbeelden nodig, verhalen. Dat is volgens u juist wat we missen.
‘De vraag is: wat is geluk? Het is een bijproduct, zou Nietzsche zeggen. Ik houd niet zo van het woord “geluk”. Een goede match tussen vrijheid en verbondenheid geeft een geluksgevoel dat veel dieper gaat dan toejuichingen bij Henkjan Smits. Misschien kun je het levensvreugde noemen, zinvolheid. Dat je weet: het klopt.’

Goed dan: klopt uw leven?
‘Het kan altijd beter. Ik heb het idee dat ik een beetje op weg ben. Charles Taylor zou zeggen dat je leven zinvol is als je dichter bij je “hypergood” komt, dat is wat je als het goede beschouwt. Ook al is er geen definitieve meetlat, maar alleen een eigen besef van wat ertoe doet, tegen de achtergrond van verhalen om ons heen.’

U vindt de middelmatige man vooral middelmatig omdat hij niet weet wat hij belangrijk vindt.
‘Onder andere. Hij wil ergens in uitblinken, maar het maakt hem niet uit in wat. Dat is een kwaal van de Idols-cultuur. Mijn boek gaat dus niet alleen over vrijheid en relaties. Het is heel belangrijk dat we daarnaast een oriëntatie op het goede ontwikkelen om op het juiste spoor te komen. Dat laat Taylor heel overtuigend zien.’

Hij is wel hartstikke katholiek. Zou u ons dat ook adviseren? We kennen wel een gelovig iemand die sociaal is, en nog vrij lijkt ook – is dat wat voor ons?
‘Natuurlijk niet! Wat moeten we dan – allemaal terug de kerk in? Ik ken die persoon niet; misschien is hij wel aardig omdat hij een heel makkelijk leven heeft, maar ik denk dat zijn geloof alleen niet toereikend is. Het probleem met Jezus is dat hij valse hoop gaf. Dat leidt niet tot vitaliteit, maar tot een slavenmoraal, zoals Nietzsche constateerde. Jezus zat me te weinig op zelfzorg en te veel op de naastenliefde.’

Het viel ons inderdaad op dat liefde, een van de diepste verlangens van ieder mens, in uw boek niet één keer voorkomt.
‘Expres niet. Ik gebruik liever het woord “zorg”, “aandacht”. Dat is iets voorzichtiger. Anders kan het zo makkelijk soft worden, dat we allemaal van elkaar moeten houden, en dat kan natuurlijk niet.’

Ons middelmatige leven zou anders een heel stuk beter zijn als we ons niet eerst hoefden te ontplooien voordat iemand van ons zou houden.
‘Dat is het dus, hè. Veel mensen willen niet ergens moeite voor doen, alles is hun om het even.’

We zouden wel willen dat iemand gewoon tegen ons zei: je bent mooi zoals je bent.
‘Maar dat zal niet zomaar iemand zeggen. Natuurlijk, in zekere zin moet je mensen nemen zoals ze zijn, maar onze cultuur schept helaas geen mooie mensen van wie je “gewoon” kunt houden. Integendeel, de morele leegheid neemt toe. Daarom is mijn oproep ook zo dringend. We staan onder grote druk, we zijn in levensgevaar.