Home Hoeveel emoties passen in één schilderij?

Hoeveel emoties passen in één schilderij?

Door Marianne van Dijk op 25 augustus 2011

Cover van 07-2011
07-2011 Filosofie magazine Lees het magazine

Hoeveel emoties passen er in één schilderij? Als het aan de schilder Diego Velázquez ligt oneindig veel. Filosofe Mariëtte Willemsen vertelt hoe dit te zien is in zijn werk Apollo in de smederij van Vulcanus (1630). ‘Ik zou het niet boven de bank willen, daarvoor is het te intens.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Iedereen in dit schilderij kijkt naar Apollo, de figuur helemaal links met zijn krans en zijn halo. Hij is gekomen om aan Vulcanus, de man naast hem, te vertellen dat zijn vrouw Venus vreemdgaat met de god Mars. Dat bericht blijft niet zonder gevolgen, zoals blijkt uit de Metamorfoses van Ovidius, waar dit werk op gebaseerd is. Mariëtte Willemsen,werkzaam aan het Amsterdam University College: ‘Toen ik dit werk zag was ik meteen geraakt, ik had ontzag voor de technische prestatie van de schilder en werd getroffen door blik en houding van Vulcanus.’

Hoe kwam dat precies, wat is er zo bijzonder aan dit werk?
‘Het weet meerdere emoties in een persoon te vangen, met name bij Vulcanus. Je ziet aan zijn gezicht dat hij onthutst is, niet zozeer vanwege de verschijning van een god, want Vulcanus is zelf ook een god, maar vanwege het bericht over het overspel. Er zit ook woede in zijn gezicht, wat vooruitwijst naar het vervolg van het verhaal: Vulcanus smeedt een ragfijne constructie bij het bed van Mars, zodat Venus en Mars gevangen worden tijdens hun eerstvolgende omhelzing daar. Daarnaast zie je ook vernedering: Apollo vertelt het bericht terwijl alle arbeiders erbij staan, wat Vulcanus’ gezag misschien ondermijnt. Apollo wekt daardoor niet echt sympathie: hij staat er net iets te triomfantelijk bij met zijn opgeheven vingertje. De mix van emoties in het werk is interessant. In theoriën is meestal sprake van een aantal basisemoties, zoals woede, angst en verdriet. In het echt zie je ze maar zelden onvermengd optreden. Velázquez heeft het vakmanschap om die gemengde, genuanceerde emoties tonen.’

U doet zelf filosofisch onderzoek naar emoties. Is er een theorie waar dit werk u aan doet denken?
‘Het doet mij denken aan het idee dat met emoties altijd waarde-oordelen meekomen. “Je mag niet vreemdgaan”, is bijvoorbeeld zo’n waarde-oordeel, en het maakt in dit geval dat Vulcanus boos is. Of “als je partner het met een ander houdt, is dat voor jou een afgang”, wat ervoor zorgt dat Vulcanus zich vernederd voelt als Apollo het nieuws in het bijzijn van zijn helpers vertelt. De theorie wordt de cognitief-evaluatieve theorie van emotie genoemd; die vind je bij denkers als Robert Solomon en Martha Nussbaum. Zij vinden het niet zinvol om te spreken over het fysiologische aspect van emoties, maar zo ver zou ik nu ook weer niet gaan.’

Stel dat iemand geen waarde-oordelen of empathie heeft, zou hij dit kunstwerk dan totaal oninteressant vinden doordat hij de emoties niet herkent?
‘Nee, want je kunt ook gewoon kijken naar kleur en vorm en lichtval, naar de lichamen en de kleding. Empathisch zijn kan belangrijk zijn bij het bekijken van kunst, maar je kunt ook teveel van jezelf projecteren op het werk. Je moet oppassen dat je niet te veel aan het fantaseren slaat; een balans vinden tussen goed zien wat er allemaal afgebeeld is enerzijds, en het gevoel of de ideeën die je daarbij krijgt anderzijds.’

Wat voegt Velázquez toe aan het verhaal van Ovidius?
‘Hij voegt meer ironie toe. In het verhaal van Ovidius wordt al gezegd dat Vulcanus wapens staat te smeden voor Mars op het moment dat Apollo binnenkomt, terwijl Mars degene is die vreemdgaat met Vulcanus’ vrouw. Hier wordt dat extra aangezet. Vulcanus is geportretteerd op zijn meest kwetsbare moment in het verhaal, op de plek waar hij wapens smeedt. Al zal hij straks tot wraak overgaan, hier is hij ondanks al het wapentuig weerloos.’