Home Hoe kunnen we het vertrouwen herstellen?

Hoe kunnen we het vertrouwen herstellen?

Door Daan Roovers op 22 juni 2010

Cover van 06-2010
06-2010 Filosofie magazine Lees het magazine

Een relatiecrisis, de kredietcrisis, de klimaatcrisis – het is een niet te onderschatten probleem als we het vertrouwen in elkaar en in de samenleving verliezen. Filosofie Magazine wijdt daarom vrijwel het hele zomernummer aan het thema ‘vertrouwen’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Ik wist dat twee jaar van de twaalf die ik met Jula had doorgebracht verdwenen waren in een diepe afgrond aan de rand waarvan ik al die tijd, zonder het te weten, gebalanceerd had. […] Mijn geliefde pleegde overspel. Eerst nog fatsoenlijk in het geheim, met zo veel mogelijk omtrekkende bewegingen die anderen om de tuin moesten leiden, maar allengs openlijker en vrijer, zoals ik later had begrepen.’

In Over de liefde beschrijft Doeschka Meijsing hoe hoofdpersoon Pip weer langzaam opkrabbelt na de breuk met haar partner Jula. Jula blijkt al een tijd een ander te hebben. Ze biecht haar bedrog op, Pip hoopt aanvankelijk dat de nieuwe liefde zal overwaaien, maar de breuk blijkt onvermijdelijk. Wat volgt is een herbezinning op hun gehele gezamenlijke geschiedenis en een nietsontziend zielsonderzoek – hoe heeft dit kunnen gebeuren?

Het diepschokkende effect van een vertrouwensbreuk in de persoonlijke sfeer is goed studiemateriaal voor de vertrouwenscrisis die op dit moment veel breder speelt. Elk maatschappelijk debat wordt op dit moment gedomineerd door een gebrek aan vertrouwen. Het begon met de kabinetscrisis, die verdrong de klimaatcrisis, en over de kredietcrisis zijn we ook nog lang niet uitgesproken. De burger heeft geen vertrouwen in de politiek, niet meer in de wetenschap (de klimaatrapporten zijn niet bepaald foutloos), justitie beschaamt ons vertrouwen door te blunderen (want Lucia de Berk blijkt onschuldig) en de euro is een stuk minder waard dan twee jaar geleden.

Wie is je vertrouwen waard?

De wijdverbreide vertrouwenscrisis kan op grote belangstelling rekenen. En hoewel er natuurlijk veel retoriek schuilt in het alarmistisch getamboereer op ‘de crisis’, is er sprake van een niet te onderschatten probleem als de burgers het vertrouwen in elkaar en in de samenleving verliezen. Want vertrouwen is, volgens Aristoteles, de basis zowel van elke vriendschap als van de politiek. In een goedfunctionerende samenleving moet je kunnen rekenen op de ander: op je medeburgers én op de politici. D66-voorman Alexander Pechtold formuleerde het aan de vooravond van de laatste verkiezingen als volgt: ‘Uiteindelijk draait het bij de verkiezingen om de vraag: wie is je vertrouwen waard? Aan wie vertrouw je je stem toe om de problemen voor de komende jaren op te lossen?’ Daarom is het ook helemaal niet gek dat politici beoordeeld worden op meer dan alleen hun programmapunten en hun opvattingen. Ook in de politiek kun je niet om het karakter van de politicus heen. Want politieke programma’s zijn momentopnamen en er zullen zich na de verkiezingen altijd problemen voordoen die niet voorzien waren, dus uiteindelijk draait het toch om de vraag: wie blijft zijn uitgangspunten trouw? Wie vertrouw ik?

Deze belangstelling voor het karakter van de politicus lijkt heel modern, maar ook de eerder genoemde Aristoteles baseerde zijn ethiek en politiek al op karaktervorming, op het trainen van de juiste eigenschappen en de juiste instelling. Ook de negentiende-eeuwse Duitse filosoof Fichte ziet betrouwbaarheid in de eerste plaats als iets wat gefundeerd is in het karakter: ‘Vertrouw op jezelf. De mens is zwak, vooral omdat hij denkt dat hij zwak is. Wie het vaste voornemen heeft om uitgangspunten trouw te blijven, zal ze ook trouw blijven, want onze beslissingen staan of vallen met onze eigen instelling, en niet met gebeurtenissen in de buitenwereld.’

Wanneer in een vriendschap of relatie het vertrouwen beschaamd wordt, betekent dat meestal veel meer dan gewoon een kras op de verhouding: de relatie zelf komt direct op het spel te staan. Het overspel in de roman Over de liefde leidt niet alleen tot het beëindigen van de relatie. Niet alleen de toekomst, maar ook het verleden komt in een ander licht te staan. De laatste jaren, waarin het bedrog steeds op de achtergrond speelde, blijken achteraf een leugen. Sterker nog: uiteindelijk heeft de hele relatie in retrospectief geen waarde meer. ‘Ik dacht aan mijn waardeloos gebleken jaren met Jula’, aldus een verbitterde Pip in het laatste hoofdstuk.
De ontdekking dat je je vergist hebt in de ander haalt alles overhoop. Die ontdekking is geen momentane tegenslag of slechts het verlorengaan van een gezamenlijke toekomst – nee, een vertrouwensbreuk betekent de verwoesting van een totale geschiedenis. Een heel verleden wordt daardoor weggevaagd. Alleen dat kan de onbeschrijflijke pijn verklaren.

De effecten van een echte vertrouwensbreuk zijn veel groter dan je op het eerste moment ziet. Een vertrouwenscrisis – zowel in de privé- als in de publieke sfeer – maakt niet alleen een einde aan een idee over de toekomst, maar zaait twijfel over de gehele gezamenlijke onderneming, en slaat daardoor diepe wonden.

De pregnante vertrouwenscrisis in onze samenleving en de urgentie om hier iets aan te doen zijn aanleiding om vrijwel het gehele zomernummer van Filosofie Magazine te wijden aan het thema ‘vertrouwen’. Daarin is de belangrijkste vraag hoe we het vertrouwen weer kunnen herstellen. Met dit themanummer hopen wij daaraan een kleine bijdrage te leveren.