Kan een mens weten hoe het is om een vleermuis te zijn? Stel je eens voor dat je rondfladdert met een leerachtig vlies onder je armen, dat je insecten vangt met je mond en dat je de wereld vooral waarneemt met behulp van echolocatie. Weet je nu hoe het is om een vleermuis te zijn?
Bewustzijn is altijd subjectief
Nee, stelde de Amerikaanse filosoof Thomas Nagel (1937) in zijn beroemde essay What is it like to be a bat? (1974). Hoewel we ons kunnen voorstellen hoe het voor ons als mens is om een vleermuis te zijn, zullen we volgens Nagel nooit weten hoe het voor een vleermuis is om een vleermuis te zijn. De mens heeft nooit volledig toegang tot het bewustzijn van een ander wezen. Met dit simpele gedachte-experiment kaartte Nagel een fundamentele filosofische vraag aan: wat is de aard van het bewustzijn? Nagels vleermuisessay sneed dwars door alle debatten over bewustzijn heen en geldt nog steeds als een standaardtekst in de filosofie. Nu is er bij uitgeverij Bijleveld een nieuwe Nederlandse vertaling verschenen – de eerdere vertaling stamt uit 1986. De nieuwe editie, die verscheen ter ere van het vijftigjarig jubileum van het essay, is door Nagel voorzien van een nieuwe inleiding en een nieuw essay waarin hij reflecteert op de betekenis van zijn betoog in het hedendaagse filosofische debat.
Breinscan
Ik las Nagels essay voor het eerst tijdens een collegereeks over de vraag of er een relatie bestaat tussen lichaam en geest – een vraag die de mensheid ten minste sinds de Griekse Oudheid al bezighoudt. Tegenwoordig draait het lichaam-geestprobleem vooral om de wisselwerking tussen bewustzijn en het brein. Zo stellen reductionisten dat alle bewuste ervaringen – pijn, verdriet, verliefdheid – volledig te verklaren zijn aan de hand van neurofysiologische activiteiten in de hersenen (denk aan Wij zijn ons brein van Dick Swaab). Maar Nagel wijst erop dat we, om de relatie tussen het brein en bewustzijn te begrijpen, duidelijker moeten formuleren wat bewustzijn eigenlijk ís. Bewuste ervaring, schrijft hij, betekent simpelweg dat er ‘“iets” bestaat dat bepaalt hoe het is om dat organisme te zijn’. Bewustzijn is subjectief en altijd verbonden met het gezichtspunt van één persoon of dier. Alleen een vleermuis weet hoe het is hoe een vleermuis te zijn, net zoals alleen wij weten hoe het is om een mens te zijn. Daarom kunnen we het bewustzijn volgens Nagel nooit natuurwetenschappelijk verklaren. De natuurwetenschappen houden zich bezig met objectieve feiten – ‘het soort feiten dat kan worden waargenomen en begrepen vanuit verschillende gezichtspunten en door verschillende individuen’. Maar omdat bewustzijn subjectief is, kan het niet ‘van buitenaf’ waargenomen worden. Iemand die kleurenblind is kan leren wat er in het brein gebeurt als iemand de kleur rood waarneemt, maar weet daarmee nog niet hoe het is om rood te zien.
Het is indrukwekkend hoe Nagel met concrete voorbeelden grote filosofische vragen inzichtelijk maakt zonder in te boeten aan diepgang. De grote meerwaarde van deze uitgave ligt zowel in de heldere vertaling van Lev Mordegaai als in de nieuwe inleiding. Daarin laat Nagel zien dat het ons vijftig jaar later nog steeds niet gelukt is om bewustzijn te verklaren aan de hand van breinprocessen – volgens Nagel omdat dat simpelweg niet kán. Een goede reminder, aangezien lichaam-geestreductionisme nog altijd heel bepalend is voor ons zorgbeleid: in maart 2024 trok de Nederlandse overheid nog 23 miljoen euro uit voor onderzoek naar de hersenen van psychiatrische patiënten. De vraag is of die investering echt tot betere hulp leidt; een breinscan vertelt immers niet hoe het is om psychisch te lijden.
Speculatief
In de inleiding kaart Nagel ook een wijdverbreid misverstand over zijn essay aan. Omdat bewustzijn volgens hem buiten het bereik ligt van de objectieve natuurwetenschappen, denken veel filosofen dat bewustzijn überhaupt niet wetenschappelijk verklaarbaar is. Maar volgens Nagel kan bewustzijn wetenschappelijk begrepen worden ‘als de wetenschap open staat voor datgene wat niet in overeenstemming is met de traditionele fysische opvatting van objectiviteit’. We hebben, schrijft hij, nieuwe concepten nodig om iets subjectiefs als bewustzijn wetenschappelijk te begrijpen. In het tweede essay – ‘Verdere gedachten. De verwevenheid van lichaam en geest’ – gaat Nagel naar die concepten op zoek. Zelf noemt hij dit essay ‘uiterst speculatief’, en dat klopt; het is een stuk abstracter dan het vleermuisessay. Al zet het ook aan het denken: wat betekent de wetenschap als die niet langer alleen over ‘objectieve feiten’ gaat?
Hoe is het om een vleermuis te zijn? Een filosofische visie op lichaam, geest en bewustzijn
Thomas Nagel
vert. Lev Mordegaai
Bijleveld
80 blz.
€ 17,50