Home Historisch profiel: Harriet Taylor en John Stuart Mill

Historisch profiel: Harriet Taylor en John Stuart Mill

Door Daan Roovers op 26 maart 2015

Cover van 04-2015
04-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Pas aan het eind van haar leven kon Harriet Taylor trouwen met John Stuart Mill. Al vóór die tijd schreven ze samen de grondtekst van het liberalisme, en streden ze voor de gelijkheid van man en vrouw.
 

‘Aan de geliefde en betreurde nagedachtenis van haar, die de inspiratie, en voor een deel de auteur, van het beste in mijn werk is geweest – de vriendin en vrouw wier verheven gevoel voor waarheid en recht mijn sterkste aanmoediging, en wier instemming mijn voornaamste beloning was – wijd ik dit boek. Alles wat ik sinds jaren geschreven heb, behoort haar evengoed toe als mij.’ Het is het voorwoord van de filosofische klassieker On Liberty. Wereldberoemd; in talloze vertalingen verschenen; de grondtekst van het liberalisme; op het nachtkastje van menig politicus. En op het omslag prijkt slechts één naam: die van John Stuart Mill…
 
Harriet Taylor (1807-1858) was 23 toen ze haar grote liefde John Stuart Mill (1806-1873) tegenkwam. Helaas was Harriet, van geboorte Hardy, toen al getrouwd met de bijna twintig jaar oudere John Taylor, een groothandelaar in medicijnen. Ze had al twee zoons en een dochter. Maar met de ontmoeting met John Stuart Mill begint een van de meest intense samenwerkingen uit de geschiedenis van de filosofie, en tegelijkertijd een van de meest ontroerende liefdesgeschiedenissen. De uitzonderlijk liberale manier waarop Harriet Taylor, haar man John Taylor en John Stuart Mill in de twintig daaropvolgende jaren met elkaar zijn omgegaan is zelfs voor eenentwintigste-eeuwse begrippen bijna onvoorstelbaar – en in het victoriaanse Engeland waren deze revolutionaire geesten dan ook veelvuldig mikpunt van spot en achterklap. Maar het heeft ze er niet van weerhouden hun eigen pad te kiezen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In de eerste jaren na hun ontmoeting bezoekt John Stuart Mill zijn geliefde vaak ’s avonds thuis, terwijl haar man bij vrienden is. John Taylor gedoogt dit een tijd, maar dringt er na een paar jaar op aan dat Harriet, samen met haar dochter, apart gaat wonen, zonder dat het echtpaar gaat scheiden. Doordat de omstandigheden het niet toelaten dat ze op dat moment trouwt met John Stuart Mill, weten we vrij veel over deze twee geliefden en hun diepe zielsverwantschap door de vele brieven die ze elkaar in die jaren schreven. Een situatie die bijna twintig jaar duurt, tot aan de dood van John Taylor.
 

Intelligent

Het duo Mill-Taylor, later aangevuld met Harriets dochter Helen Taylor, werkt zeer nauw samen aan al hun gezamenlijke activiteiten. John Stuart Mill is tijdens zijn leven al een befaamd intellectueel en politicus, zoon van de beroemde James Mill, die voor hem een belangrijke rol in de geschiedenis weggelegd zag. De zeer intelligente John groeit geïsoleerd op en wordt grotendeels door zijn eigen vader al op jonge leeftijd onderwezen in logica, wiskunde, filosofie, natuurkunde, vreemde talen, Latijn en Grieks, en politieke wetenschappen.
 
Deze eenzijdige opvoeding zal later zijn tol gaan eisen. Rond zijn twintigste levensjaar wordt Mill zwaar depressief. Het utilitarisme, waarmee zijn vader hem overstelpte, is een puur op nut gerichte ethiek: je moet streven naar het grootst mogelijke geluk voor de grootst mogelijke groep mensen. Persoonlijke verlangens zijn ondergeschikt aan de behoeftes van de samenleving. En dat breekt Mill op. Door romantische dichters te lezen, zoals Samuel Coleridge en William Wordsworth, klimt hij langzaamaan uit zijn depressie. De heilzame werking van poëzie en verbeelding zal blijvend merkbaar zijn in zijn werk. ‘De menselijke natuur is geen machine die men naar model kan bouwen en precies dat werk kan laten doen waarvoor hij gemaakt is, maar een boom die naar alle kanten moet kunnen uitgroeien en zich moet kunnen uitbreiden in overeenstemming met de innerlijke krachten die er een levend ding van maken’, schrijft hij later. Deze liefde voor poëzie deelt hij met Harriet Taylor.
 

Concurrentie

In het openbare leven zijn Taylor en Mill geen onbekenden. Ze zijn vooraanstaande liberalen. Ze roeren zich in het politieke debat en zijn voorstander van vrije mededinging en concurrentie in de handel. Idealiter, menen zij, worden werknemers mede-eigenaar van de onderneming waar ze werken. Ze benadrukken het belang van zelfontplooiing. Economische zelfstandigheid, ook van vrouwen – volgens Harriet zelfs ook voor getrouwde vrouwen – hebben ze hoog in het vaandel. John Stuart Mill is een van de grondleggers van de Engelse Liberal Party. Hij is lid van het parlement en houdt geregeld politieke toespraken, veelal geschreven door Harriets dochter Helen, zoals John altijd eerlijk opbiecht.
 
Ten aanzien van vrouwen is er nog wel een aantal extra politieke aandachtspunten, volgens Taylor en Mill. Ze beijveren een betere opleiding voor vrouwen – dat zou meteen de vooruitgang van een hele generatie bespoedigen, aangezien die kinderen dan worden opgevoed door beter opgeleide moeders (John Stuart Mill zal na zijn dood de helft van zijn niet onaanzienlijke erfenis bestemmen voor de scholing van meisjes). Ze strijden voor algemeen kiesrecht voor vrouwen, en Harriet bepleit ook geboortebeperking. Al deze rechten voor vrouwen zijn uiteindelijk ook zeer in het belang van mannen, stelt John Stuart Mill in een toespraak in het Lagerhuis: ‘Is het goed voor een man om dagelijks al zijn gevoelens en gedachten te delen met iemand, die hij tegelijkertijd zorgvuldig aan zich onderworpen houdt, wier belangen in de wereld met geweld worden beperkt binnen vier muren en die als een aantrekkelijke karaktertrek onwetendheid en onverschilligheid aanleert tegenover alle belangrijke zaken die hém bezielen en waarbinnen híj zijn hoogste plichten vervult? Is er soms iemand die denkt dat dit kan gebeuren zonder schade aan het eigen karakter van de man?’
 

Slavernij

De al op 18-jarige leeftijd getrouwde Harriet Taylor ontpopt zich tot een felle tegenstander van het huwelijk. Ze ziet dat als een gesanctioneerde vorm van slavernij: ‘Laat niemand zeggen dat zij als compensatie het voordeel heeft dat zij niet hoeft te werken. Mannen vinden het laag en slaafs als mannen zich afhankelijk maken in ruil voor voedsel. Waarom vinden ze dat voor vrouwen normaal? Alleen maar omdat ze niet willen dat vrouwen hun gelijken zijn?’
 
Ze legt zich niet neer bij deze ongelijkwaardigheid. Ze strijdt voor haar eigen rechten op zelfontplooiing en betaald werk, maar blijft haar eerste man, John Taylor, trouw. Ze gaat weliswaar apart wonen, maar als hij ziek wordt keert ze naar hem terug en verzorgt hem tot aan zijn dood. John Stuart Mill schrijft in zijn autobiografie met gepast respect over Harriets verhouding tot haar eerste man: ‘Getrouwd op zeer jonge leeftijd met een zeer oprechte, dappere en eerbare man met liberale opvattingen en een goede opleiding, zonder de intellectuele en artistieke smaak die hem tot een echte metgezel van haar maakte, maar niettemin een trouwe en dierbare vriend, voor wie ze veel respect had en een diepe genegenheid koesterde en om wie zij hevig rouwde toen hij overleed.’
 
Na het overlijden van John Taylor zal Harriet, in weerwil van haar opvattingen, tóch opnieuw trouwen – nu eindelijk met haar grote liefde John Stuart Mill. Na al die jaren living apart together, eenentwintig jaar na hun eerste kennismaking. En hoewel iedereen allang bekend is met hun verhouding, maakt het huwelijk geen einde aan de roddel en achterklap, en zal John Stuart Mill na hun huwelijk zijn eigen familie de rug toekeren vanwege de aanhoudende laster. Om recht te doen aan hun beider opvattingen, vindt Mill wel dat hij bij zijn huwelijk een statement moet afleggen. Hij verklaart:
‘Ik beschouw het als mijn plicht schriftelijk een principieel protest in te dienen tegen het bestaande huwelijksrecht voor zover het die macht (namelijk de macht van de man over zijn wettige vrouw) toekent, en tevens wil ik plechtig beloven hem in geen geval en in geen enkele omstandigheid te gebruiken. Wat betreft het huwelijk tussen mevrouw Taylor en mij verklaar ik dat het mijn wil is, dat zij in ieder denkbaar opzicht absolute vrijheid van handelen behoudt, evenals de beschikking over haar eigen persoon en alles wat zij nu of in de toekomst bezit, alsof er geen huwelijk had plaatsgevonden.’
Pen
Uit alle brieven en essays is overduidelijk dat Harriet Taylor en John Stuart Mill in hun intellectuele werk vrijwel volledig gezamenlijk optrokken, maar hun boeken verschenen vrijwel altijd onder één naam. Volgens John Stuart Mill is dat niet zo relevant. ‘Als twee mensen al hun gedachten delen […] zich op dezelfde principes baseren en op dezelfde manier uitkomen bij dezelfde conclusies […] is het van ondergeschikt belang wie uiteindelijk de pen hanteert.’ Gezamenlijk publiceren lijkt bovendien heel ingewikkeld. Misschien speelt mee dat als het boek onder twee namen, waaronder de naam van een vrouw, zou worden uitgeven, het minder serieus genomen zou worden. Maar in elk geval wilde Harriet Taylor haar eerste man John Taylor, met wie ze het grootste deel van haar arbeidzame leven nog getrouwd was, niet in verlegenheid brengen door samen met John Stuart Mill op het omslag van een boek te prijken. Het politieke standaardwerk On Liberty (Over vrijheid), dat vlak na de dood van Harriet verscheen, wordt alleen onder de naam van John Stuart Mill uitgebracht. Maar aangezien John Taylor inmiddels al jaren overleden is, voelt Mill zich wel vrij om het boek aan zijn zojuist overleden vrouw op te dragen. In 1869 verscheen The Subjection of Women (De onderwerping van de vrouw). Harriet is dan al jaren overleden. En weer, in zijn autobiografie, is John Stuart Mill volkomen duidelijk over haar rol: ‘Alles wat het meest treffend en diepzinnig is behoort toe aan mijn vrouw.’
Veel van deze beslissingen, waarbij de naam van Harriet wordt weggelaten ten gunste van die van John Stuart Mill, worden genomen door de uitgever. Die schrapt bijvoorbeeld de passage waarin Mill zegt dat De onderwerping van de vrouw geschreven is door Harriet, en dat hij en haar dochter enkele dingen hebben toegevoegd in zijn Autobiography. De uitgever haalt vrouw en dochter weg. Ook schrijft Mill dat haar dochter de beste van zijn toespraken schreef die hij hield voor het Parlement. Ook die passage wordt geschrapt.
 
Harriet Taylor Mill en John Stuart Mill waren hun tijd ver vooruit. Zo schrijft hij, enigszins melancholiek: ‘Ik zie geen mensen die onze gedachten nu zouden kunnen opnemen en bewaren, of wie in de zwakke generatie die nu opgroeit zelfs maar in staat zou zijn zich jouw ideeën geheel eigen te maken, laat staan ze zelf te bedenken – daarom moeten we ze opschrijven en drukken en dan kunnen ze wachten tot er weer mensen zijn die nadenken.’
 

Tuberculose

Een paar jaar na hun huwelijk krijgen ze allebei tuberculose – zij wat ernstiger dan hij. Ze reizen naar Zuid-Frankrijk om te herstellen, maar Harriet overlijdt na korte tijd. Ze zijn dan zeven jaar getrouwd. John Stuart Mill is ontroostbaar. Op haar grafsteen laat hij zetten: ‘Haar invloed heeft zich doen voelen in vele van de grootse verbeteringen van het tijdperk en zal zich doen voelen in die nog moeten komen. Als er maar een paar harten en intellecten zouden zijn als die van haar, dan zou deze aarde reeds de hemel worden, waarop wij hopen.’
 
Hij koopt een huis op de plek waar zij stierf, op loopafstand van haar graf, en blijft er de rest van zijn leven wonen. Met haar dochter Helen, ‘die mijn grootste troost is’. Hij zal de rest van zijn leven verder werken in de geest van Harriet, samen met haar dochter. En schrijft in zijn autobiografie: ‘Wie ooit, nu of na mijn dood aan mij en mijn werk denkt, mag nooit vergeten dat het niet het product is van één intellect en één geweten, maar van drie.’