Home Henri Oosthout: ‘Muziek is tijdkunst’

Henri Oosthout: ‘Muziek is tijdkunst’

Door Sebastien Valkenberg op 28 januari 2013

Cover van 02-2013
02-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Mozart wist zelf vaak niet waar zijn muziek heenging. Juist dat verklaart haar zeggingskracht, betoogt filosoof en pianist Henri Oosthout.

De sleutel tot de kosmos; een onmisbaar instrument bij de opvoeding van kinderen; doorgeefluit van religieuze waarden. De afgelopen 2500 jaar hebben filosofen muziek op vele manieren gedefinieerd. Dikwijls hebben ze echter de plank behoorlijk misgeslagen, betoogt Henri Oosthout in Over muziek (2012).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Als geen ander ervaart hij hoe theorie en praktijk uiteen kunnen lopen. Behalve filosoof en classicus is Oosthout pianist en organist. Hij kent de vele filosofische verhandelingen over muziek, maar weet ook wat het is om zelf muziek te maken. Vaak verbleekt een bespiegeling over een pianostuk bij het luisteren ernaar. Toch heeft hij zich in Over muziek ook gewaagd aan het eeuwenoude vraagstuk wat muziek precies is.

Bent u niet bang geweest om het zoveelste boek over dit onderwerp te schrijven?
‘Natuurlijk heb ik geaarzeld: kan ik niet beter gewoon achter de piano kan gaan zitten? Ik heb mezelf dan ook afgevraagd wat ik nog voor iets zinvols in die hele lange discussie over muziek inbrengen. Daarbij heb ik houvast gehad aan het scepticisme, waar ik al eerder over had geschreven. Veel muziektheorieën verdienen het om met scepsis bejegend  te worden. Op de een of andere manier weten ze enorme betekenis uit een willekeurige hoeveelheid noten te halen. Maar zit die betekenis ook daadwerkelijk in de muziek? In mijn optiek wordt ze er van buitenaf aan toegekend.’

Wat is de meest populaire misvatting over muziek?
‘Verschillende theorieën zijn invloedrijk gebleken, maar dat geldt voor de ethos-theorie van Plato in het bijzonder. Een versimpeling daarvan althans. Het komt er op neer dat muziek het karakter of een emotie zou uitdrukken. Zo bezien is zij een afspiegeling van het zielenleven van de componist. Vaak wordt deze opvatting uitgedragen in het boekje bij een cd of het programma bij een concert. Dan heet het bijvoorbeeld dat een muziekstuk een fase uit het leven componist verbeeldt. Ik vraag me altijd af waar men dat vandaan haalt.’

Vaak legt de componist die verbinding met zijn leven zelf.
‘Klopt, maar dat zegt in wezen niets. Een treffend voorbeeld is Dmitri Sjostakovitsj. Zijn symfonieën zijn ingebed in de Russische geschiedenis. Zijn ruzie met Stalin, de wanhoop tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Slag bij Leningrad. Sjostakovitsj gaf aan dat hij hieraan dacht tijdens het componeren. Maar wat als je dit niet weet en voor het eerst zijn zevende symfonie hoort? Die vind je mooi omdat zij heel goed is geschreven. Niet omdat zij de Slag bij Leningrad zo treffend zou verbeelden.’

Dus biografisch luisteren bestaat niet.
‘Nee, tenzij je eerst een biografie over een componist leest. Dan kun je gebeurtenissen uit zijn leven gaan verbinden met de muziek die hij maakte. Maar zoals gezegd, dat is informatie die je er van buitenaf in stopt. Muziek vertelt helemaal niets; er is geen dwingend verband tussen de notenvolgorde in de partituur en iets wat ze zou verbeelden. Johann Sebastian Bach kon één en dezelfde melodie gebruiken voor een cantate in de kerk en een lollig liedje in het café. Maar in beide gevallen zeggen we dat zij heel toepasselijk is.’

Tot dusver de misvatting ten aanzien van muziek. Hoe moeten we haar dan wel  beschouwen?
‘Muziek is niet de uitdrukking van een bepááld leven, tenzij je natuurlijk een begeleidende tekst meelevert, maar van het leven zelf. Wat bedoel ik daarmee? Net als het leven zelf ontwikkelt muziek zich in de tijd. Dat doen niet veel kunstvormen. Een schilderij is een statisch ding, evenals een beeldhouwwerk. Zo niet de muziek. Op elk moment is zij aan de ene kant gestold en aan de andere kant nog open en vol mogelijkheden. In die tweeledigheid herkennen wij ons eigen leven. Enerzijds slepen we een verleden met ons mee waar niets meer aan te veranderen is; anderzijds weten we niet wat de toekomst brengt en kunnen we haar nog vormgeven. Daarom definieer ik muziek niet als de nabootsing van iets bestaands, zoals een emotie, maar als de verklanking van het mogelijke.’

Dat klinkt nog wat abstract. Kunt u een voorbeeld geven?
‘Misschien kan ik het uitleggen aan de hand van het verschil tussen Bach en Mozart. De eerste ging soms bijna mathematisch te werk, bijvoorbeeld in Die Kunst der Fuge. Hij neemt een thema en past een aantal conversieregels toe, zoals omkering en vergroting. Je kunt niet zeggen dat door deze benadering de muziek van Bach voorspelbaar wordt, daarvoor is hij simpelweg te groot als componist. Maar iets van de ijzeren logica waarmee hij te werk ging schemert erin door. Het is alsof zulke muziek zegt: ‘Zo móet het zijn.’ Mozarts muziek daarentegen lijkt eerder te zeggen: ‘Zo kán het zijn.’ Bij hem weet je niet waar zijn muziek naar toe gaat. Sterker nog, hij wist dat zelf vaak ook niet. Hij ging zitten om te componeren en de noten leken spontaan in hem op te wellen. Op fenomenale wijze komt dit bijvoorbeeld tot uitdrukking in het laatste deel van zijn pianosonate in c (KV 457). Hier weerspiegelt de muziek van Mozart als geen ander dat onze toekomst open ligt. Dat verklaart haar universele zeggingskracht.’

Over muziek
Henri Oosthout
(Klement)
208 blz. /  € 19,95