‘Wederzijdse erkenning in menselijke relaties is voortdurend omstreden.’
Eigenlijk ging het best goed met haar, tot ze het contact met haar moeder weer had proberen te herstellen. Ze hadden elkaar vijftien jaar niet gezien, en nu ze zelf kinderen wil proberen te krijgen besloot ze haar moeder weer op te zoeken. De gesprekken waren een pijnlijke herhaling van zetten, oude verwijten in een nieuw jasje, over en weer. Deze patiënt zit nu tegenover me en vraagt zich wanhopig af waarom ze eraan begonnen is. Hoe had ze kunnen denken dat het dit keer anders zou zijn?
De filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002) schreef het volgende over relaties: ‘De diepe historiciteit van alle levensrelaties tussen mensen bestaat eruit dat de wederzijdse erkenning voortdurend omstreden is.’ Het is een gedachte die uitdrukt hoe complex en verknoopt menselijke relaties zijn, en hoe afhankelijk we zijn van de ander: van wat ze doen en laten, zeggen en niet zeggen.

De eeuw van Gadamer
Het verlangen erkend te worden is vaak de motor van strijd en onmin. Onvrede over een gebrek aan erkenning leidt soms tot breuken, en houdt mensen tegelijk aan elkaar verbonden. Want ook wanneer er een contactbreuk is blijft de gemiste erkenning levend, als een zwerende wond. En zoals een infectie het hele lichaam ziek kan maken, kan een psychologische wond zich ook uitbreiden. De uitgebleven erkenning spreidt zich uit, en wordt ook waargenomen in ambigue situaties: een vriendin belt niet meteen terug, een baas reageert lauw – het raakt, doet pijn, is gevoelig.
Mijn patiënt gaat met haar moeder naar een systeemtherapeut die ruimte probeert te maken voor die wederzijdse erkenning, door hen beiden te laten vertellen over hun relatie en hun gevoelens over de ander. En ook al doet haar moeder haar best, tussen de regels blijven de verwijten komen. Mijn patiënt wordt verscheurd tussen schuldgevoel en woede.
Het kan op een bepaald moment averechts werken wanneer de nadruk ligt op gehoord willen worden, erkenning nodig hebben. Het ontneemt mensen het onder ogen zien van de realiteit waarin de ander het niet met je eens is, of een ander perspectief heeft. Wanneer de strijd zich toespitst op erkenning, lijkt een machtsstrijd de enige uitkomst. Gadamer schrijft dat de spanning die deze omstreden erkenning oplevert verschillende gradaties kan aannemen: ‘tot aan de volledige beheersing van het ene ik door het andere ik toe.’

Filosofie op de sofa: Plato
Omdat die beheersing in veel gevallen een illusie is, kan het organiseren van erkenning verworden tot een schaduwgevecht waarin niets te halen valt.
In het gunstigste geval ontdekt iemand dat het een gevecht met zijn eigen schaduw is, en dat het er vooral om gaat dat je jezelf moet erkennen. En in veel gevallen, zoals ook bij mijn patiënt, betekent die erkenning vergiffenis: beseffen dat ze niet de slechte, lastige dochter is die ze altijd dacht te zijn.
De gevalsbeschrijvingen uit deze rubriek zijn nooit herleidbaar tot een bestaande patiënt of oud-patiënt.