‘De mens wordt vanaf zijn geboorte verscheurd door twee neigingen: avontuur tegenover veiligheid.’
Met mijn twee puberdochters bezocht ik de overzichtstentoonstelling van Marina Abramovic in het Stedelijk Museum – al wist ik niet zeker of ik er goed aan deed ze aan al haar performances bloot te stellen. Met name over het werk Rhythm 0 (1977) had ik mijn twijfels.
In deze performance staat de kunstenaar bij een tafel waarop 72 voorwerpen zijn uitgestald: messen, kettingen, spijkers, een camera, pennen, een pistool met een kogel erbij, en de tekst: ‘There are 72 objects on the table that one can use on me as desired. I am the object. During this period I take full responsibility.’
Wat zet iemand ertoe aan zich te laten mishandelen en misbruiken, met het risico dat de dood erop volgt? Na afloop van de tentoonstelling lees ik het boekje Psychoanalyst meets Marina Abramovic van de psychoanalytica Jeannette Fischer, die het werk van Abramovic ziet als een herhaling van de gewelddadige relaties met beide ouders (met name moeder) waarin Abramovic alles geeft. Ze tart haar eigen fysieke en mentale grenzen, alleen om genegenheid, erkenning en affectie te oogsten.
Moederlijke macht
Volgens filosoof en psychoanalyticus Erich Fromm is de moederbinding een gehechtheid die de doorsnee mens maar zelden overwint. Omdat de mens weet dat er in de samenleving en in de natuur krachten schuilen die hij niet kan beheersen, dat hij ongelukken, ziektes en dood niet kan ontlopen, verlangt ook de volwassen mens naar een macht die hem zekerheid, bescherming en liefde geeft. ‘Zo wordt hij vanaf zijn geboorte verscheurd door twee neigingen: opstijgen naar het licht tegenover terugkeren naar de schemering van de baarmoeder, avontuur tegenover veiligheid, hachelijke zelfstandigheid tegenover beschermde afhankelijkheid.’
Fromm wijst niet alleen op het verlangen naar deze moederlijke geborgenheid, maar ook op de angst voor afhankelijkheid die zelfstandigheid en creativiteit kan ondermijnen. Zo beschouwd is de macht van een moeder beangstigend groot, met als gevolg dat (onbedoeld) misbruik op de loer ligt.
Ik denk aan ‘de moeders’ van patiënten die in de behandelkamer de revue passeren. Het zijn de innerlijke moeders, de moeders zoals ze leven in de hoofden van mijn patiënten. Soms ontmoet ik de moeders in levenden lijve, als dat mogelijk de behandeling ten goede komt. In eerste instantie lijkt deze moeder meestal in weinig op de innerlijke moeder. In de interactie met hun zoon of dochter komen de twee beelden al wat dichterbij elkaar. Zoals kinderarts en psychoanalyticus Donald Winnicott zei: ‘There is no such thing as a baby.’ Om uitdrukking te geven aan de verwevenheid van zuigeling en moeder zou je ook kunnen zeggen: There is no such thing as a mother. There is no such thing as a patient.
De prijs van liefde
Uit de gesprekken die Fischer met Abramovic heeft doemt het beeld op van een eenzaam kind dat opgroeit met een harde vader en een kille, manipulatieve moeder. Als de vader het gezin verlaat wordt haar moeder zelfs fysiek en psychologisch gewelddadig. Abramovic leert overleven met het adagium: ‘Ik kan anderen mezelf niet ontzeggen, dat overleven ze niet.’
Even tussendoor… Meer lezen over Fromm en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Het is fascinerend hoe patiënten en wij soms allemaal, inmiddels volwassen, nog steeds ons best doen onze moeder te behagen. Iemand kan zich ogenschijnlijk hebben losgemaakt van zijn moeder en autonoom opereren in de wereld, maar onderhuids blijven verlangen naar de ‘schemering van de baarmoeder’. Zo’n kind heeft geleerd zich op te offeren om liefde te krijgen. De prijs voor dit offer is ze dat ze zichzelf opgeeft – een zelfopoffering die Abramovic tot een kunst heeft verheven.
De gevalsbeschrijvingen uit deze rubriek zijn nooit herleidbaar tot een bestaande patiënt of oud-patiënt.