Home Fascist en filosoof

Fascist en filosoof

Door Jan Dirk Snel op 12 augustus 2013

Cover van 09-2013
09-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Tobie Goedewaagen was een kundig filosoof én de Nederlandse Goebbels.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Toen de twintigste eeuw tot een derde gevorderd was, in 1933, maakte dr. Tobie Goedewaagen in Het spectrum der philosophie in de twintigste eeuw alvast de balans op van de ontwikkeling die de wijsbegeerte had doorgemaakt. Goedewaagens oordeel was niet mals. Veel deugde er niet.

Scherp tegenover de metafysica plaatste hij de kritiek. Metafysica omschreef hij als een denkwijze waarbij een specifieke wetenschap de filosofie binnendrong en een monopolie verwierf en zo alle andere wetenschap aan zich onderwierp. Biologisme, psychologisme en dergelijke verderfelijke ‘ismes’ waren voorbeelden. De kritiek daarentegen betekende zelfbeperking, vrijheid, autonomie. Het ging om een principiële tegenstelling, een strijd op leven en dood.

‘Men denkt zich den philosooph niet meer als op Rembrandt’s bekende schilderij in het Louvre, gezeten in een romantisch, schemerig kluizenaarsvertrek, maar in een hel verlicht laboratorium.’ Vroeger had de filosofie iets van kathedralen, nu kreeg ze ‘meer en meer het aanzien van een modern geoutilleerde en bedrijvige fabriek’. Kortom, hier zien we een op de toekomst gerichte wijsgeer die gretig afrekende met stoffigheden uit het verleden.

Een jaar eerder was de leerstoel voor wijsbegeerte in Utrecht op het laatste moment aan zijn neus voorbijgegaan en dat had waarschijnlijk veel te maken met zijn intellectuele opruimwoede, want met zijn Summa contra Metaphysicos uit 1931 had hij tegen iets te veel benen aan geschopt.

NSB
In mijn exemplaar van het boekje is de titelpagina zorgvuldig weggesneden. Dacht de verkoper dat hij het werkje beter kon slijten zonder de naam van de auteur? Of stond er een specifieke opdracht op die men liever niet onder andere ogen bracht? Hoe het ook zij, Tom Goedewaagen, zoals hij in de wandeling heette, had na de oorlog geen goede naam meer. In 1936 was hij al stiekem lid van de NSB geworden, na de Duitse inval kwam hij daar openlijk voor uit. Van 1940 tot 1943 was hij secretaris-generaal van het nieuwe Departement van Volksvoorlichting en Kunsten – overdreven gezegd: de Nederlandse Goebbels. Hij was de man die de pers gelijkschakelde. Hij was de grote man achter de Kultuurkamer. Na de oorlog werd hij tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar al na drie jaar werd hij in 1952 vrijgelaten.

Benien van Berkels biografie van Goedewaagen is het levensverhaal van een kundig filosoof die nationaal-socialist werd. Goedewaagen begon als een kantiaan of neokantiaan, maar in de jaren dertig veranderde hij tegelijk in hegeliaan en een fascist. Was de mythe eerst taboe, ineens bevatte ze diepe levenswijsheid. Vanuit het eerst zo bejubelde laboratorium keerde Goedewaagen terug tot ingewikkelder en complexere vormen van denken. Hoe dat proces zo verliep, blijft een beetje raadselachtig.

In haar biografie typeert Benien van Berkel Goedewaagens filosofische ontwikkelingsgang wel, maar uitvoerig analyseert ze die niet van binnenuit. Niet voor niets is een kwart van haar boek gewijd aan de jaren 1940-1943, toen Goedewaagen als organisator energiek een cultuurpolitiek opzette die tot 2010 (Halbe Zijlstra) gehandhaafd bleef. Goedewaagen was een man die het positieve wilde. Het wonderlijke blijft dat een man die ook na de oorlog nog zo uitvoerig over goed en kwaad en over Europese waarden nadacht, daarbij racistische en antisemitische sottises op de koop toe nam.