Home Een kleine canon van de publieksfilosofie

Een kleine canon van de publieksfilosofie

Door Florentijn van Rootselaar op 26 september 2017

Cover van 10-2017
10-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Filosofie is boekenwijsheid. En juist daarom heb je er veel aan in het leven. Maar welke boeken moet je lezen? We stelden een kleine canon voor u samen. 

Er is geen andere discipline in de academie die zich zozeer verlaat op oude boeken als de filosofie. Filosofen doen niet veel (af en toe wel) empirisch onderzoek in onze spannende wereld. Ze sluiten zich op in hun studeerkamer, en lezen en herlezen de klassiekers. 

Wat ook opvallend is: ze lezen die klassieke werken alsof ze door tijdgenoten zijn geschreven. Ze verwachten van de oude Griek Aristoteles dat hij ons vertelt hoe we een goede samenleving moeten inrichten. En van Plato verwachten ze betekenisvolle woorden over de ziel of over amoureuze kwesties – ook in een tijdperk van polyamorie, Tinderdates en ook – nog steeds – romantische liefde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ijle ruimte

Welke boeken lezen we in onze studeerkamer, zodat we bedachtzamer de wereld kunnen betreden? Voor de hand ligt om met een inleiding te beginnen, en dat is ook geen slecht idee. Een inleidend werk katapulteert ons niet meteen in de ijle ruimte van het denken, maar geeft een ferme basis. Iets waar we op kunnen bouwen als we de werken van de grote denkers gaan lezen.   

Een geslaagde inleiding is het recent verschenen Grote denkers, een mooi uitgegeven boek waarin zestig denkers in toegankelijke verhalen worden gepresenteerd. Sprekende biografische details, maar ook belangrijke inzichten. En wie vooral is geïnteresseerd in hedendaagse denkers, moet Filosofen van deze tijd lezen. Het boek behandelt dertig hedendaagse denkers, zoals Heidegger, Wittgenstein, Popper, Arendt, Foucault, Derrida, Dennett, Kristeva, Nussbaum, Sloterdijk en Butler. De auteurs zijn duidelijk deskundig, en kunnen ook nog eens goed en helder schrijven – een combinatie die helaas niet vanzelfsprekend is.

Maar ook behulpzaam zijn boeken die al die denkers in perspectief plaatsen – en vaak is dat een historisch perspectief. ‘Historisch’ is een begrip dat ik wel moet verhelderen. Dat betekent niet dat denkers ingebed worden in hun tijd, dat we gedachten louter zien als producten van hun tijd. Dat een tijd van godsdiensttwisten leidt tot de opkomst van het idee van de natiestaat. Of dat Nederlanders wel gedwongen waren samen te werken in hun kleine landje, waardoor de waarde van tolerantie zou zijn ontstaan.

Natuurlijk, er is een relatie tussen de tijd en de gedachten. Maar een pavlovreactie is het niet. Filosofen houden er – terecht, denk ik – aan vast dat denkers in vrijheid hun ideeën kunnen bedenken. Ze vinden dat denkers niet alleen voortbouwen op de wereldgeschiedenis, maar ook op andere denkers – het denken kent een eigen dynamiek. En het is die dynamiek van het denken die centraal staat in de beste geschiedenissen van de filosofie. Misschien wel de bekendste daarvan is Bertrand Russells Geschiedenis van de westerse filosofie. Nog steeds een goed leesbaar boek, maar misschien een wat te eigenzinnige inleiding. Daar komt bij: het oosterse denken ontbreekt volledig. Dat geldt niet voor De verbeelding van het denken. Geschiedenis van de westerse & oosterse filosofie. Die moderne klassieker hoort niet alleen in de canon omdat er een plek is voor alle denktradities. Ook is het geschreven door deskundige auteurs, die een helder en vaak ook enthousiasmerend verhaal vertellen over het denken. Het boek is verder rijk geïllustreerd, met landkaarten bijvoorbeeld, maar vooral ook met schilderijen van denkers en hun wereld. 

Dan is er nog een heel genre van filosofische werken dat probeert de oude inzichten toe te passen op de nieuwe tijd. En eigenlijk is dat – denkt een filosoof als Gadamer – waar het in de filosofie ook om gaat. Hij heeft het over applicatio, een term die hij ontleent aan de Bijbelstudie. Die verhalen uit de Bijbel mogen prachtig zijn, maar uiteindelijk gaat het erom ze toe te passen. Niet alleen blijkt dan hoe waardevol ze zijn, ook komt dan pas het werk tot leven. De toepassing doet geen afbreuk aan het pure denken, maar is eigenlijk de enige manier om überhaupt toegang tot een werk te krijgen. Een recent verschenen werk dat daar goed in slaagt is Standpunten van Svend Brinkmann. 

Vreemde wereld

Maar uiteindelijk ontkomt niemand eraan om van het voorspel naar het zelf over te stappen. Anders blijft het toch maar bloedeloos. Waarom moeten we de primaire werken lezen? Allereerst vanwege het plezier dat je kunt ontlenen aan een zorgvuldige lectuur van een soms weinig toegankelijk werk. Maar belangrijker nog: door het werk zelf te lezen, krijg je toegang tot een andere wereld. Langzaam lezend verlaat je de bekende wereld, met de bekende stokpaardjes, en betreed je een andere wereld. Lezen is dan een vorm van ontzelving, kun je zeggen. Je zou ook kennis kunnen maken met die vreemde wereld door een samenvatting van de inzichten te lezen, bijvoorbeeld in een mooi overzichtswerk. Maar dan blijven de gedachten – is mijn ervaring – toch meer buiten je staan. Alleen door zorgvuldig een redenering te volgen, het bijzondere idioom van een denker te volgen, kom je echt in een andere denkwereld.

Wat is de waarde van die andere wereld? Wie alleen in het heden leeft, leeft met oogkleppen. Elke tijd zit gevangen in een eigen tijdgeest – of hypes. Die toegang tot een andere wereld laat ons kennismaken met andere perspectieven waarvan de waarde is aangetoond in het verleden. Dat geeft ons niet alleen zinvol denkgereedschap, maar vergroot ook onze autonomie. Het vanzelfsprekende blijkt immers niet vanzelfsprekend meer te zijn, waardevolle gedachten uit de eigen tijd kennen concurrenten uit het verleden – dat is een oproep om zelf te denken, om te bepalen welke gedachten van waarde zijn in onze tijd. 

Nog een laatste gedachte als heenzending: als het even kan, lees dan die boeken samen met anderen. Sinds kort ben ik met een leesclubje bezig met Hegels Fenomenologie van de geest. De voordelen van de groep zijn me nu wel duidelijk geworden. In mijn eentje zou ik het allang opgegeven hebben, maar ook: samen weet je meer. En wat moeten we af en toe lachen om de vreemdheid van Hegels gedachten. Hoe kon hij het bedenken! Voor wie wat eenvoudiger wil beginnen: lees John Stuart Mills boekje Over vrijheid is een goed begin. Niet alleen is het toegankelijker dan veel andere klassiekers, ook is het thema actueel. Of lees anders Aristoteles klassieker de Poëtica, waar we elders in dit blad aandacht aan schenken.

We wensen u veel boekenwijsheid toe!