Home Niet-westerse filosofie Drink eens een kopje koffie met je vijand, zegt deze Afrikaanse ubuntu-filosoof
Niet-westerse filosofie

Drink eens een kopje koffie met je vijand, zegt deze Afrikaanse ubuntu-filosoof

Door Alexandra van Ditmars op 21 maart 2017

Drink eens een kopje koffie met je vijand, zegt deze Afrikaanse ubuntu-filosoof
Cover van 04-2017
04-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

‘De filosofie van de dialoog’ noemt Michael Onyebuchi Eze de Afrikaanse ubuntu-filosofie ook wel. Alleen door open te staan voor de ander kunnen we als groep vooruit.

Umuntu ngumntu ngbantu.’ Michael Onyebuchi Eze, kenner van Afrikaanse filosofie, spreekt de woorden met een brede glimlach uit. ‘Dat is Zoeloe voor: een mens is een mens omdat er anderen zijn.’ Het gezegde wordt afgekort tot ubuntu, een belangrijk concept in de Afrikaanse traditie. ‘Een mens is daarin niet primair individu, zoals in het Westen, maar een persoon binnen een gemeenschap. Oftewel: ik ben, omdat wij zijn.’ Een idee waar niet alleen Afrika, maar de hele wereld beter van wordt, denkt Eze.

Eze werd geboren in Nigeria, woonde over de hele wereld en werkt nu aan de universiteiten van Amsterdam en Cambridge. Over de geschiedenis en filosofie van Afrika schreef hij meerdere boeken. De ubuntu-filosofie legt hij maar wat graag uit, maar een strikte definitie geven vindt hij lastig. ‘Ubuntu is geen dood dogma, maar juist dynamisch.’ Een voorbeeld ter illustratie is daarom een beter idee. Hij geeft als voorbeeld de man die ubuntu wereldwijde faam bezorgde: Nelson Mandela.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘De manier waarop Mandela zijn gevangenschap onderging, laat precies zien waar ubuntu om draait’, zegt Eze. Zesentwintig jaar lang zat Mandela in de gevangenis vanwege zijn strijd tegen de apartheid. Zeker in het begin had hij daar een zwaar leven. Zijn cel was klein en koud, het regime van de blanke bewakers bruut. ‘Maar hij raakte niet verbitterd, liet zich nooit leiden door haat. In plaats daarvan besloot hij in gesprek te gaan met zijn bewakers.’

Ruim twintig jaar later. Mandela heeft ontmoetingen met de blanke machthebbers, en verrast hen allemaal. ‘Hij bleek hun taal te spreken, die had een van de bewakers hem geleerd. Bovendien bracht Mandela begrip op voor hun eigen vrijheidsgeschiedenis.’ Hij begreep dat de Afrikaners het zwaar hadden gehad tijdens de Britse onderdrukking. En dat die geschiedenis tekenend was voor hun huidige ideeën over vrijheid en rechtvaardigheid. ‘Juist omdat Mandela openstond voor hun positie, was het mogelijk samen tot verandering te komen.’

Wat heeft dit te maken met de gedachte ‘ik ben, omdat wij zijn’?
‘Mandela besefte dat we slechts mens zijn via de humaniteit van andere mensen. En dat het daarom heel belangrijk is je in te leven in de ander. Er is maar één manier om dat te doen: ga in gesprek. Ubuntu is daarmee de filosofie van de dialoog. Als iemand jou onrecht aandoet, is het makkelijk om te denken: met die persoon wil ik niets te maken hebben. Maar het is juist van belang te begrijpen wat iemand aanzet tot dat gedrag. Ik denk niet dat Mandela zo succesvol was geweest als hij zijn bewakers had weggezet als vijand en niets over hen wilde leren. Hij besloot er moeite in te steken te leren over hun geschiedenis en hun taal. Deze interesse was geen diplomatiek trucje. Mandela wilde écht weten wat het verhaal was van deze mensen, om te ontdekken wie zij werkelijk zijn. Op die manier lukte het hem medemenselijkheid terug te winnen aan beide kanten. Daar mogen wij een voorbeeld aan nemen.’

Legt u de lat niet wat hoog door te zeggen: iedereen moet zich meer zoals Nelson Mandela gedragen? Hij won de Nobelprijs voor de Vrede met zijn gedrag.
‘Ik verwacht niet dat jij ook een onderdrukte bevolkingsgroep gaat bevrijden. Het gaat om de houding die Mandela had. Die kun jij prima aannemen. Misschien is het een idee om eens koffie te gaan drinken met iemand die je niet aardig vindt. Op die manier stel je je ook open voor een positie waarin jij je nu niet kunt vinden; anders had je die persoon waarschijnlijk wel gemogen. Dat is al een heel andere instelling dan: dit is wie ik ben, ik praat met mensen die daarbij passen. Ik woon nu de helft van de tijd in Engeland en de andere helft in Nederland. Op beide plekken zie ik deze eenkennige instelling vaker dan wanneer ik in Afrika woonde. Maar waarom zou je jezelf op die manier beperken? Waarom kun jij niet proberen iemand aardig te vinden die onaardig tegen jou doet?’

Het lijkt me lastig als alle aardigheid van één kant moet komen.
‘Dat negatieve gevoel kun je omzetten in iets positiefs. Als jij besluit iemands eerdere gedrag te laten voor wat het is, herwin jij je eigen humaniteit. Mensen vormen elkaar continu. We brengen elkaar tot stand, door ideeën, verhalen en geschiedenissen uit te wisselen. Jouw eigen menselijkheid is dus afhankelijk van anderen. En jouw bestaan als individu is niet mogelijk zonder de gemeenschap waarin je leeft. Elke ontmoeting verandert ons weer een beetje. Ik denk dat ieder mens iets unieks heeft, waarvan ik iets kan leren. Maar als ik niet met de mensen om me heen in gesprek ga, ontneem ik mezelf die mogelijkheid. Vandaar dat ik ook met iemand die onaardig tegen mij doet wil praten. En me open probeer op te stellen als iemand zich gesloten naar mij opstelt. Anders laat ik die ander bepalen of wij iets van elkaar gaan leren of niet.’

Met welke persoon die u onaardig lijkt zou u weleens koffie willen drinken?
‘Donald Trump. Ik sta absoluut niet achter zijn politieke ideeën en vind dat hij veel mensen slecht behandelt. Toch moet ik me voorstellen hoe het is om in zijn schoenen te staan. Waardoor gedraagt hij zich op deze manier? Pas vanuit die houding kunnen we met elkaar in dialoog gaan en ontstaat de mogelijkheid voor begrip. Daarom zou ik Trump niet de rug toekeren als ik hem tegenkom, maar juist zeggen: “Hé, Donald, ik wil met jou praten!”’

En wat als Trump dan zegt: ‘Hé, Michael, ik niet met jou’?
‘Niet opgeven. Mandela’s bewakers wilden eerst ook niet met hem praten; dat was een lang proces. Natuurlijk snap ik ook wel dat ik niet zo makkelijk met Trump in het Witte Huis zal zitten. Waar het werkelijk om gaat, is dat ik blijf inzien dat Trump een mens is met een eigen verhaal, net als ik. Op die manier zijn wij aan elkaar verbonden en creëren wij elkaar. Daarom moet ik empathie voor hem proberen op te brengen, hoe moeilijk dat ook is. Zodra ik ook de deur sluit voor een dialoog, hebben we een nog groter probleem. Ik raak dan geïnfecteerd met de ziekte die ik wil verhelpen; van beide kanten is er geen ruimte voor begrip. Juist omdat Trump niet met mij wil praten, wil ik wel met hem praten.’

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Martin Dijkstra

Stelt u eens voor dat u opeens toch naar het Witte Huis mag voor koffie. Wat verwacht u dan van zo’n gesprek?
‘Trump wordt dan minder abstract voor mij. Als je iemand recht in de ogen kijkt, haalt dat een bepaalde vreemdheid bij die persoon weg. Hij of zij is dan minder “de onbekende ander”, van wie jij niets begrijpt. Je herkent elkaar als menselijke wezens. Dat is de eerste stap om tot wederzijds begrip te komen. Begrijp me niet verkeerd: ik denk absoluut niet dat Trump en ik het eens worden. Dat is de insteek ook niet. Mijn doel van het gesprek is om empathie voor hem te krijgen. Hoe, dat weet ik niet precies – dat is afhankelijk van zijn antwoorden. Maar ik wil zijn standpunten horen en begrijpen waarom hij die heeft. Ik hoef het daar vervolgens niet mee eens te zijn, maar het brengt ons toch dichter bij elkaar.’

Agree to disagree?
‘Niet helemaal: happy to disagree! Bij Trump is dat misschien lastig voor te stellen, dat is een nogal extreem voorbeeld. Maar toch is “agree to disagree” bij ubuntu niet genoeg. Dat is meer een zakelijke afspraak, net zoals consensus bereiken – vrij westerse concepten. Het is de vraag of je daarmee echt dichter tot elkaar komt. Je kunt besluiten het met elkaar oneens te zijn, en elkaar vervolgens links laten liggen. Of het op een akkoordje gooien, zodat jij in elk geval toch nog een beetje je zin krijgt. Bij ubuntu is morele betrokkenheid van belang. Het gaat erom dat jij wilt leren van onderlinge verschillen. Niet omdat je dat verplicht bent of omdat het handig voor een overeenkomst is, maar omdat je blij bent dat wij van elkaar verschillen; met die verschillen vormen we elkaar. De mensheid is daarmee een geschenk dat we aan elkaar te danken hebben. We maken elkaar en moeten dat proces ondersteunen. Ubuntu leert ons dus niet alleen hoe je je menselijk gedraagt, maar ook wat het is om mens te zijn. En hoe we kunnen bijdragen aan onze gemeenschappelijke zoektocht naar een betere wereld.’

Nu zet u wel erg grote denkstappen.
‘Ubuntu is niet alleen een filosofie, maar ook een levenshouding. Een levenshouding waarmee ik ben grootgebracht, die volledig deel uitmaakt van mij en mijn cultuur. Voor iemand uit een andere traditie kan het moeilijk zijn daar zomaar in te stappen. Dat is logisch. Het zijn gedachten die eerst moeten bezinken, voordat je de wereld ermee op een andere manier kunt benaderen.’ Grinnikend: ‘Ik stelde daarom voor eerst eens koffie te gaan drinken met iemand die je niet aardig vindt. Daarmee draag je denk ik ook bij aan een betere wereld, maar het is wat concreter.’

Is het wel mogelijk die levenshouding te omarmen in het Westen, als die ook cultureel bepaald is? Wij hebben hier een heel andere cultuur.
‘Er zijn natuurlijk duidelijke verschillen tussen Afrika en Nederland, met als gevolg dat ubuntu hier nooit precies hetzelfde werkt. Het Westen is gevormd door de Verlichting, met het rationele, autonome individu als ideaal. In Afrika staat de gemeenschap meer centraal. Maar die gemeenschap is alleen sterk door de eigenzinnige individuen die haar vormen. Anders zou ubuntu ook in Afrika niet werken – van welke onderlinge verschillen zouden we dan moeten leren? Omdat ieder individu uniek is, brengt ieder persoon in de gemeenschap iets in wat niemand anders kan inbrengen. Ieder individu is zo op zijn eigen manier een gift to humanity. Als iedereen in een gemeenschap hetzelfde zou zijn, vindt er geen groei plaats. Terwijl dat juist zo essentieel is bij ubuntu. In Afrika gaan de gemeenschap en het individu dus hand in hand. En daarom gaat het westerse “ik denk, dus ik ben” prima samen met het Afrikaanse “ik ben, omdat wij zijn”.’

Meer weten over Ubuntu? Kom naar het Ubuntu Filosofie evenement op 20 januari 2018 in TivoliVredenburg.