Home Kunst Het moment: ‘Door Foucault durf ik anders te kijken’
Kunst

Het moment: ‘Door Foucault durf ik anders te kijken’

Benno Tempel (49) is directeur van het Kunstmuseum Den Haag.

Door Carolien van Welij op 20 augustus 2021

Benno Tempel kunst kunstmuseum Den Haag museum museumdirecteur beeld Maarten Noordijk

Benno Tempel (49) is directeur van het Kunstmuseum Den Haag.

Cover van 09-2021
09-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Museumdirecteur Benno Tempel: ‘In de kunstgeschiedenis is Claude Monet (1840-1926) altijd weggezet als een negentiende-eeuwse impressionist. Zijn beroemde tuinstukken zouden niet meer zijn dan schilderijen uit zijn laatste levensfase. Dat beeld klopt niet, dacht ik. Ik ging terug naar de bronnen: zijn schilderijen, interviews met hem, kritieken uit zijn tijd. Ik vroeg me af: zie ik in deze late Monet nog steeds een negentiende-eeuwse kunstenaar? Of iets anders?

De Franse filosoof Michel Foucault durfde tegen de stroom in te denken. Door nieuwe verbindingen te leggen kon hij anders kijken naar de geschiedenis van rechtspraak of waanzin. Foucault stimuleerde mij anders te durven kijken naar kunst. Zijn denken over tijdsperiodes – epistèmès – vond ik als student kunstgeschiedenis fascinerend. Het idee dat er periodes zijn met een grote innerlijke samenhang, een samenhangend geheel van kennis en wetenschappen. En dat er tussen die periodes sprake is van epistemische breuken.

Even tussendoor… Meer lezen over Foucault en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Als je goed kijkt naar de tuinschilderijen van Monet, zie je dat hij daar helemaal niet als een impressionist het voorbijgaande moment probeert te vangen. Je ervaart dat hij iets anders doet: Monet bevriest een tijdservaring van een langere duur. Dus niet dat ene moment dat een wolk weer voor de zon gaat, maar een onderdompeling in een lange tijdservaring. Deze ideeën over tijdsbeleving vind je terug bij de Franse filosoof Henri Bergson. Kunsthistorici brachten Bergsons denken altijd in verband met de twintigste-eeuwse avant-garde- kunstenaars, zoals Mondriaan en de eerste abstracte kunstenaars. Nooit met Monet.

In de laatste interviews met Monet ontdekte ik dat hij dezelfde woorden heeft gebruikt als Bergson. Daardoor zag ik dat Monet zich had weten te transformeren tot een twintigste-eeuwse kunstenaar. Met die nieuwe manier van kijken snap ik de tuinstukken veel beter.’