Wat kan ik weten?
‘Het is ontzettend belangrijk dat we meer te weten komen over seksualiteit. Op dit moment wordt ons seksuele gedrag vooral vanuit de voortplanting begrepen. Maar seks is veel meer dan alleen je voortplanten. Dat is altijd al zo geweest, en het geldt zeker voor deze tijd. We hebben veel vaker seks dan nodig is voor onze voortplanting. Dus seks als reproductie is een te smal verklaringsmodel. Die verklaring gaat ongeveer zo: voor de evolutie van onze soort is het belangrijk dat mannen promiscue zijn, zij moeten in het belang van de soort namelijk hun zaad zo breed mogelijk verspreiden, terwijl vrouwen eigenlijk met maar één persoon moeten zien te paren, namelijk met de man met het beste zaad. En daar komt dan weer de klassieke ouderschapsverdeling uit voort: een zorgzame huismoeder en een vader die erop uittrekt. De Canadese filosoof en psycholoog Cordelia Fine maakt in haar boek Testosterone Rex gehakt van deze zogenoemde parental investment-theorie. Ze laat zien dat het nooit zo is geweest dat mannen in staat waren hun zaad over honderden vrouwen te verspreiden, want mensen hebben de grootste tijd van hun bestaan in kleine gemeenschappen geleefd.
Maar op basis van dit soort ficties hebben we wel allerlei ideeën over wat hoort bij mannelijkheid en wat bij vrouwelijkheid. En dat is slecht voor onze seks en vooral voor het plezier van heteroseksuele vrouwen. De nadruk ligt te veel op de penetratie en dus op het genot van de man. Lesbische vrouwen genieten veel meer. Voor mannen is het seksuele orgaan de penis; voor vrouwen is het de clitoris en niet de vagina, zoals nog steeds veel mensen denken. De vagina is een baringskanaal. Vaginaal klaarkomen bestaat niet, tenzij we het definiëren als klaarkomen in een vagina. Een vrouwelijk orgasme is altijd clitoraal.
Vrouwen geven hun eigen plezier nog steeds geen prioriteit. Daar betalen ze een hoge prijs voor. Ze beleven minder genot. Ik noem dat de orgasmekloof. Maar zo’n 30 procent van de vrouwen heeft altijd of vrijwel altijd een orgasme bij vaginale penetratie. Terwijl dat bij mannen 95 procent is. Zo’n 65 procent van de vrouwen heeft altijd of vrijwel altijd een orgasme tijdens een vrijpartij (waarbij er dus ook andere seksuele handelingen zijn dan de coïtus). Natuurlijk is een orgasme niet de enige graadmeter voor genot, maar toch geeft deze kloof wel een goede indicatie van het probleem. Dan is er ook nog eens een grote kans dat penetratie pijn doet. Tien procent van de vrouwen heeft pijn. We accepteren dat bijna als een natuurwet. Bij de socialisatie van vrouwen wordt geleerd dat het gewoon is dat seksualiteit niet altijd verbonden is met genot. “De eerste keer hoort het pijn te doen”, hoor je vaak. Maar dat is echt onzin.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Fotografie: Martin Dijkstra
Wat moet ik doen?
‘We moeten meisjes zo opvoeden dat ze hun eigen plezier wél prioriteit geven. Nu wordt vrouwen vaak geleerd dat ze moeten bedenken wanneer ze geen seks willen; ze moeten “nee” kunnen zeggen, maar wat ze echt moeten leren is wanneer ze “ja” willen zeggen. We moeten stoppen met ze de rol van grensbewaker toebedelen en hun leren nadenken over hoe ze hun eigen seksuele plezier willen vormgeven. Er is nu wetenschappelijk bewijs voor dat wanneer vrouwen hun eigen seksuele verlangens prioriteit geven, ze een kleinere kans hebben betrokken te raken bij seksueel grensoverschrijdend gedrag zoals ongewenste intimiteiten of zelfs verkrachting. Juist als je weet wat je wilt, weet je ook wat je niet wilt en kun je dat duidelijk aangeven.
Waar het om gaat bij seks is: openstaan voor de ander en je eigen gevoelens serieus nemen. Seks wordt nu vooral gezien als een handeling, namelijk vaginale penetratie, maar we moeten het leren zien als een ervaring, de ervaring van alles wat lekker is. Bij de Stichting Seksueel Welzijn Nederland, waarvan ik voorzitter ben, hanteren we de volgende definitie van seks: met genegenheid gedeeld genot onder gelijken – GGGG.’
Wat mag ik hopen?
‘Niet alleen de vrouw, ook de man is in de steek gelaten. De meeste jongens leren nog steeds dat het goed is om stoer, hard en krachtig te zijn. Je moet je als man niet te veel aantrekken van nuances, niet lullen maar poetsen. Ik hoop dat we jongens ooit zo weten op te voeden dat ze durven twijfelen en hun kwetsbaarheid durven tonen.’
Wat is de mens?
‘Mensen zijn gelijk. Mannen en vrouwen zijn gelijk. Er is steeds meer bewijs dat we niet kunnen spreken van mannen- en vrouwenbreinen, en hun seksuele opwinding verschilt eigenlijk ook nauwelijks van elkaar. Daarom vind ik het jammer dat we de laatste tijd zo gefocust zijn op identiteit. Dat suggereert namelijk polariteit. Je kunt alleen een specifieke identiteit hebben als er ook mensen bestaan die anders zijn dan jij. Ik begrijp de behoefte wel. Het is een behoefte aan veiligheid, ergens bij horen. Toch denk ik dat als mannen en vrouwen elkaar meer als gelijken leren zien, dat er dan meer plezier is en minder grensoverschrijdend gedrag.’