De beroemde Australische ethicus Peter Singer inspireerde de dierenrechtenbeweging en legde de basis voor effectievere vormen van altruïsme. Nu heeft hij een nieuwe missie: de bevolkingsgroei afremmen.
Peter Singer straalt soberheid uit. Als je voortdurend anderen ertoe aanzet om zo veel mogelijk geld weg te geven aan armere mensen, ga je zelf niet met dure horloges of exclusieve kleding pronken. Toch kan hij ook snobistisch zijn. Als hem voor het interview in een Nijmeegs café een kopje thee wordt geserveerd, geeft hij het meisje van de bediening een uitbrander: ‘Is dit thee? Het water is niet eens heet genoeg om de smaak te laten vrijkomen.’
Het is niet inconsequent. Juist een utilitarist – zeker een hedonistisch utilitarist, zoals Singer zichzelf sinds kort noemt – wil een goed kopje thee. Dat neemt niet weg dat zijn prioriteit ligt bij grotere kwesties, zoals de vraag wat het betekent om in deze wereld een goed leven te leiden. Al zijn hele loopbaan houdt Singer zich daarmee bezig, in uiterst nauwkeurige redeneringen die resulteren in vaak onaangename conclusies waar je redelijkerwijs niet omheen kunt. En nu is hij in Nederland om zijn laatste en misschien wel meest onaangename agendapunt voor het eerst te presenteren: het remmen van de bevolkingsgroei. Hoe is dat mogelijk? De denker wilde ons toch juist aansporen om zo veel mogelijk levens te redden?
Miljardairs
Het begon met de dieren. Als utilitarist gaat Singer ervan uit dat een ethisch leven erop gericht moet zijn om de totale hoeveelheid geluk in de wereld te vergroten en de totale hoeveelheid lijden te verminderen. Zijn eerste conclusie was dat er geen reden is om het lijden van dieren hierin niet mee te wegen. Zijn boek Animal Liberation (1975) werd de bijbel van de dierenrechtenbeweging, hoewel Singer zelf nooit voor ‘dierenrechten’ heeft gepleit, enkel voor het voorkomen
van onnodig dierlijk lijden.
In de jaren zeventig schreef hij ook al over het onderschatte probleem van extreme armoede, en een van zijn artikelen vormde jaren later – pas na 2000 – de basis voor een wereldwijde beweging van weldoeners. Het idee was simpel: volgens Singer zou iedereen die een welvarend leven leidt minstens 10 procent van zijn of haar inkomen moeten weggeven aan mensen die lijden. En dat geld zou het best besteed zijn aan de doelen die relatief het meeste lijden opheffen.
Maar hoe vind je die? Jonge superrijken die onder andere aan de Londense beurs hun fortuin hadden gemaakt, namen Singers artikel als uitgangspunt. Ze bedachten modellen om volgens de utilistische logica te berekenen aan welke ‘goede doelen’ hun miljoenen het best besteed konden worden. Dus niet aan het opvanghuis om de hoek (hoe zielig de zwervers er ook uitzien), maar wel aan klamboes tegen malaria in een ontwikkelingsland, waarmee je voor 5 dollar een kinderleven redt. Zo ontstond de beweging genaamd ‘Effectief Altruïsme’. Singer schreef er een boek over (The Life You Can Save, 2009) en werd de inspirator en adviseur van iedereen die eraan meedoet. Dat is hij nog steeds; miljardairs en weldoeners als Bill Gates vragen hem om raad. Maar ook mensen met een doodnormaal salaris sloten zich aan.
Tekst loopt door onder afbeelding
Fotografie: HH/Patrick Post
En nu presenteert hij dus een nieuw agendapunt, dat de koers wellicht totaal gaat verleggen. Als gast bij het Nijmeegse lezingenprogramma Radboud Reflects spreekt hij er voor het eerst publiekelijk over. Peter Singer: ‘Ik denk dat er ten onrechte een taboe rust op het stellen van vragen over de wereldwijde bevolkingsgroei. Mensen die bezorgd zijn over extreme armoede en mensen die zich druk maken over klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit zouden zich ook met de bevolkingsgroei moeten bezighouden. En misschien blijkt dan dat er geen probleem is. Maar als de voorspellingen kloppen zullen de armoede, het menselijk lijden en het verlies aan biodiversiteit enorm toenemen door de bevolkingsgroei in de armste landen van de wereld.’
In de jaren zeventig voorspelden mensen als Paul Ehrlich (The Population Bomb) dat de bevolkingsgroei zou leiden tot honderden miljoenen hongerdoden. Vijftig jaar later blijkt daar weinig van te zijn uitgekomen.
‘Inderdaad. Zijn voorspelling dat we niet genoeg voedsel zouden kunnen produceren klopte niet. Daarnaast heeft zijn werk er onbedoeld aan bijgedragen dat het probleem nu onderschat wordt en onbespreekbaar is. Ten eerste zeggen mensen: Ehrlich zat ernaast, dus we hoeven het er niet over te hebben. Ten tweede is het boek invloedrijk geweest en heeft het in verschillende landen, zoals mogelijk in China, bijgedragen aan een beleid dat de bevolkingsgroei remt. Dat leidde tot protesten van feministen en mensenrechtenactivisten die vinden dat het recht van vrouwen om zelf te bepalen hoeveel kinderen ze willen niet mag worden aangetast. En dat droeg bij aan het taboe.’
Waarom wilt u dit taboe nu doorbreken?
‘Omdat een taboe geen goede reden is om ergens niet over te praten. We moeten ingaan tegen politieke correctheid, of die nu van links of van rechts komt. Het is sinds Socrates een filosofische traditie om impopulaire onderwerpen ter sprake te brengen, en soms is het de belangrijkste rol van een filosoof om vragen te stellen over ideeën die iedereen stilzwijgend accepteert. Het is dus onvermijdelijk om controversieel te zijn, als er tenminste redenen zijn om die vragen op te werpen.’
Wat zijn die redenen in dit geval?
‘Volgens de laatste voorspellingen van de Verenigde Naties zijn enkele van de armste landen in Sub-Sahara-Afrika op weg om hun bevolkingen rond 2100 te vervijfvoudigen. Een van die landen is Niger, tevens een van de armste landen ter wereld. Andere landen die op dit spoor zitten: Burundi, Angola, Somalië, Tanzania. Hoe moeten landen die zeer arm zijn en die nu al slecht bestuurd worden in de komende tachtig jaar dealen met een vijfmaal zo grote bevolking? Of neem Nigeria – dat groeit misschien niet zó hard, maar omdat het nu al de grootste bevolking heeft van het Afrikaanse continent, zal het volgens de VN aan het eind van deze eeuw het twee na grootste land ter wereld zijn, met 794 miljoen inwoners. Er is een hogere en een lagere lijn in de grafieken; de cijfers die ik hier noem zijn de “middellijn”, dus zeker niet de meest gewaagde voorspelling.’
Hoe kwam u hier eigenlijk op?
‘Na lezingen die ik geef over Effectief Altruïsme staat er in de zaal vaak iemand op die een vraag stelt met deze strekking: “Dus u moedigt ons aan om de meest effectieve hulporganisaties te kiezen, die de meeste levens redden, bijvoorbeeld door klamboes tegen malaria te verstrekken. Maar denkt u niet dat al die levens die we nu redden ertoe leiden dat er straks nóg meer levens te redden zijn? En dat al die geredde mensen heel arm zullen blijven, en dat we uiteindelijk niet eens meer de middelen zullen hebben om ze allemaal een beter leven te geven?”’
En wat is dan uw antwoord?
‘Tot nu toe is mijn antwoord geweest: “Als u dat denkt, zou u kunnen doneren aan non-gouvernementele organisaties die onderwijs aan meisjes stimuleren. Want er is onderzoek waaruit blijkt dat het aantal kinderen per vrouw daalt naarmate de vrouw meer onderwijs heeft genoten. En u kunt ook organisaties steunen die anticonceptiemiddelen verstrekken. Dat zijn beide goede dingen om te doen, ook om andere redenen. Onderwijs aan vrouwen vergroot ook de gelijkheid tussen de seksen.”’
Tekst loopt door onder afbeelding
Twijfel
Daarmee was Singers antwoord rond. En toch begon hij er steeds meer aan te twijfelen of de dingen die hij noemde wel voldoende zouden zijn om de situatie echt ten goede te keren. ‘Zou dit genoeg mensen in staat stellen om aan de armoede te ontsnappen? En zouden de bevolkingsaantallen op deze manier hanteerbaar blijven, zodat de mensen in die landen goede levens kunnen leiden? Ik besloot er grondiger naar te kijken. En toen verloor ik nog meer van mijn vertrouwen in mijn eigen antwoord. En ik raakte ervan doordrongen dat meer mensen hiermee bezig moeten zijn. En dat ze dat niet doen, omdat er een taboe op rust. Ik heb uiteraard geen oplossing, maar onderwijs aan meisjes en betere toegang tot anticonceptie zouden sowieso een prioriteit moeten worden. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er op dit moment wereldwijd 240 miljoen vrouwen die niet zwanger willen worden, maar die desondanks geen moderne anticonceptiemiddelen gebruiken. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend, van praktisch tot religieus. Dat moeten we allemaal bestuderen.’
Het is een harde overgang van uw titel The Life You Can Save (‘Het leven dat jij kunt redden’) naar deze nieuwe focus, waarbij de kreet zou kunnen zijn: ‘Het leven dat jij kunt voorkomen.’
‘Klopt. Het was een korte en pakkende titel, die ook werkte in termen van verkoop. Maar misschien was hij ook een beetje misleidend. Laat me een nuance aanbrengen over Effectief Altruïsme. De mensen in die beweging richten zich niet uitsluitend op het redden van levens, maar op het verminderen van lijden. Een van de krachtigste voorbeelden van effectiviteit komt van ethicus Toby Ord, oprichter van Giving What We Can en sleutelfiguur in Effectief Altruïsme. Zijn voorbeeld: door mensen te behandelen tegen de oogziekte glaucoom voorkom je dat ze blind worden. Het is een goedkope behandeling; voor 25 dollar kun je een geval van blindheid voorkomen. Dat is dus geen gered leven, maar het betekent wél een beter, productiever en minder afhankelijk leven.’
En in die lijn wilt u nu voor geboorte-beperking pleiten?
‘Voorlopig signaleer ik alleen dat we meer over de bevolkingsgroei moeten praten. Maar het zou sowieso goed zijn om vrouwen in arme landen aan te moedigen om minder kinderen te krijgen, zodat er meer middelen zijn voor ieder kind, waardoor ieder kind ook betere kansen heeft om aan de armoede te ontsnappen. Dat is niet in strijd met de overkoepelende houding van Effectief Altruïsme tegenover de allerarmsten. Het is zelfs niet per se in tegenspraak met het idee dat je de levens zou moeten redden van kinderen door klamboes te verstrekken. Ik zeg nu eigenlijk: kinderlevens redden is goed, maar enkel als het leidt tot een bevolking met een duurzame toekomst. En daartoe moeten we niet alleen zo veel mogelijk levens redden, we moeten ook proberen de geboortecijfers te verlagen, zodat er niet nog meer mensen komen die niet onderhouden kunnen worden.’
Maar selectief zijn in levens-reddende hulp is volgens u geen optie.
‘Sommige mensen met wie ik in discussie ben geweest, hebben gesteld dat we geen levens moeten proberen te redden in landen met een hoog geboortecijfer. Dat is in mijn ogen een erg drastische conclusie. Ik zal zeer terughoudend zijn om tot die conclusie te komen.’
Denkt u dat mensen altijd bereid zullen blijven om levens te redden als de wereldbevolking blijft groeien zoals voorspeld?
‘Er is een oprechte zorg over wat wel “medelijdensvermoeidheid” wordt genoemd. Als mensen het gevoel krijgen dat ze hebben geprobeerd te helpen, maar het probleem wordt niet kleiner, dan kunnen ze gaan denken dat het hopeloos is en geven ze het op. Ik denk niet dat dit aan de hand is, als je naar de cijfers kijkt. Het aantal mensen in extreme armoede daalt. Het aantal kinderen dat sterft voor de vijfde verjaardag daalt ook. Het aantal geletterde mensen stijgt wereldwijd. Dus we boeken vooruitgang. Maar als we straks in de situatie belanden dat het aantal mensen in extreme armoede weer begint te stijgen, zonder dat dit gezien de omstandigheden nodig zou zijn, alleen doordat de bevolkingen te snel groeien in enkele van die arme landen, hebben we een probleem.
Dan denk ik dat mensen wel degelijk zullen zeggen: “We hebben in het verleden een hoop gegeven, we dachten dat we een verschil maakten, maar nu zien we dat de bevolkingsgroei dat verschil weer ondermijnt. We zijn terug bij af.”’
Misschien zeggen mensen dan na een ramp: het is maar beter als ze sterven. Soms hoor je dit soort uitspraken nu al.
‘Ik kan me een soort crisiswereld voorstellen waarin mensen zeggen: “De wereld is nu eenmaal te vol, we moeten anderen niet meer helpen om in leven te blijven”, en misschien zelfs: “We moeten blij zijn met rampen die veel doden veroorzaken.” Dat zou een verschrikkelijke wereld zijn. Daarin zouden we het mededogen met degenen die buiten onze grenzen leven uitbannen. Ik hoop dat we dat punt nooit bereiken. Als utilitarist, en ook als aanhanger van het Effectief Altruïsme, kan ik in geen enkele van deze gedachtegangen meegaan. Sterker nog: vanuit deze denkrichting zie ik het uitsterven van de mensheid als de grootste bedreiging waar we nu tegen moeten vechten.’
Dus mensen moeten volgens u gewoon kinderen blijven krijgen?
‘Ik zou zeggen van wel.’
Klimaatactivisten zeggen: er is niets zo vervuilend als een nieuw mens.
‘Dat klopt wel, en het is ook zo dat een kind in een welvarend land een veel grotere ecologische voetafdruk zal hebben dan een inwoner van een arm land. De bevolkingen van sommige Afrikaanse landen gaan dus vervijfvoudigen, maar de bevolking van de Verenigde Staten gaat ook groeien, van 324 miljoen naar 447 miljoen aan het eind van deze eeuw – een groei van een derde. Als je dan bedenkt dat Amerikanen een veel grotere CO2-uitstoot hebben, zal deze groei meer effect hebben dan de 600 miljoen mensen waarmee de bevolking in Nigeria zal toenemen.
Dus ja, het is slecht voor de wereld als de welvarende landen groeien. Maar nee, dat betekent niet dat iemand als jij geen kinderen zou moeten krijgen. Misschien moet je er twee krijgen. Probeer ze op te voeden als wereldburgers die zich betrokken voelen bij de toekomst van de planeet. Het is juist belangrijk dat mensen die zich hier bewust van zijn kinderen krijgen.’