Home ‘De redelijke en vrije mens bestaat niet’

‘De redelijke en vrije mens bestaat niet’

Door Hannah Achterbosch en Gwendolyn Bolderink op 02 december 2015

Cover van 12-2015
12-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

‘We hechten te veel waarde aan een individuele vrijheid’, vindt Ronald van Raak, Tweede Kamerlid voor de SP en filosoof. 

Af en toe heeft Tweede Kamerlid voor de SP Ronald van Raak de behoefte zich terug te trekken van het politieke strijdtoneel. Dan loopt hij naar de boekenmarkt op het plein voor het Binnenhof. ‘Daar stuitte ik eens op het verzameld werk van Dostojevski’, vertelt Van Raak in een Amsterdams café. ‘Dan koop ik dat en laat ik mij verrassen door zijn denken, zijn mensbeeld. Hoe kan hij me op een andere manier laten nadenken over de mens en de maatschappij? Ik wil mijzelf vervreemden van de huidige ideeën over de mens.’ In zijn columns die nu gebundeld zijn in het boek Op zoek naar ons. De politiek door andere ogen nodigt hij zijn lezers uit om dit ook te doen. ‘Wat ik met mijn boek wil laten zien is hoe leuk die vervreemding kan zijn. En dan heb ik het over positieve vervreemding. Vervreemding in de zin van de bus missen, aan de wandel gaan en dan prachtige dingen tegenkomen. Ik lees denkers met heel andere ideeën over mens en maatschappij, die mij dwingen om verder te denken. Een goede filosoof zorgt er altijd voor dat je een zekerheid kwijt raakt en een gedachte rijker bent.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Is die vervreemding dan nodig? 

‘Ja. In de politiek worden heel veel dingen aangenomen die niet waar zijn. Zowel links als rechts, conservatief als progressief, gaat uit van een bepaald mensbeeld: de redelijke mens die volledige kennis heeft van zijn omgeving en in vrijheid kan kiezen. Onze democratie, rechtsstaat en markt zijn hier grotendeels op gebaseerd. Maar ik ben deze redelijke en vrije mens nog nooit tegengekomen. Mensen baseren hun keuzes niet op louter rationele overwegingen maar reageren vaak emotioneel en op basis van wat bekend en vertrouwd is. Filosofie helpt om afstand te nemen van dit heersende mensbeeld en bijbehorende waarden. Spinoza bijvoorbeeld leert mij mezelf te distantiëren van individuele vrijheid waar we in onze maatschappij zo veel waarde aan hechten. Volgens Spinoza bestaat er niet zo iets als keuzevrijheid. Dat is als een steen die in de lucht wordt gegooid en denkt dat hij zelf kan bepalen waar hij neerkomt. Vrijheid is veel meer een proces; je moet proberen zo veel mogelijk de oorzaak te zijn van je eigen leven.’

Hoe vertaalt u dat naar de politieke praktijk?

‘Dat betekent dat we de samenleving zo moeten organiseren dat mensen meer de oorzaak van hun eigen leven kunnen zijn. Als je terug kunt vallen op zorg en een beroep kunt doen op een werkloosheidsuitkering, heb je meer de mogelijkheid om je eigen leven in te richten. Vrijheid ontstaat in de gemeenschap, met sociale zekerheid en onderling vertrouwen, en komt niet alleen voort uit het individu.’

Dat klinkt toch tegenstrijdig: vrijheid die voortkomt uit een georganiseerde samenleving.

‘Veel neoliberale politici denken dat vrijheid betekent dat er zo min mogelijk regels zijn. Maar regels zijn vaak geen restricties. Veel onderlinge afspraken bevorderen de vrijheid: afspraken die gaan over de gelijkwaardigheid van mensen of over vrijheid van meningsuiting.’

Van Raak benadrukt dat regels meer zijn dan alleen maar vrijheid-beperkend of niet; achter wetten gaat altijd een ideologie schuil. ‘Met hun beleid creëren politici ook een publieke moraal.’

Wat bedoelt u daarmee?

‘Als je bijvoorbeeld marktwerking introduceert, dan doe je een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van mensen en bevorder je het individualisme. Het zet mensen aan tot competitie. Als een bankier zijn cliënt bedriegt en op korte termijn winsten weet te behalen, wordt hij beloond met een bonus. Terwijl hij er op afgerekend wordt zodra hij denkt aan het belang van zijn klant. Met de vrije markt gaven we een moraal mee van pakken wat je pakken kan. Dan moet je niet verbaasd zijn dat bankiers hun eigenbelang nastreven. Dat hebben ze niet gedaan uit vrije keuze maar omdat dit de dominante moraal was. Het idee dat de mens volledige rationeel is en in vrijheid kan kiezen tussen goed en slecht gedrag, lijkt me gevaarlijk naïef.’