Home ‘Dat was toch een fascist?’

‘Dat was toch een fascist?’

Door Hester IJsseling op 12 december 2012

02-2002 Filosofie magazine Lees het magazine
Een Nederlandse vertaling van Niezsches nagelaten aantekeningen maakt het voor de geïnteresseerde leek mogelijk het gevaarlijke denken van de Duitser op waarde te schatten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Wat is de zin van een Nederlandse vertaling van Nietzsches nagelaten aantekeningen? Een legitieme vraag nu uitgeverij SUN de eerste twee delen heet uitgebracht en voornemens is de komende jaren de complete nalatenschap in vertaling uit te brengen.

De eerste twee delen blijken bovendien een volledige vertaling, zonder enige vorm van selectie of ordening. Op het oog is dat vreemd. Een Nederlandse vertaling lijkt toch vooral aantrekkelijk voor de geïnteresseerde leek: de academisch geïnteresseerde zal naar de Duitse tekst grijpen. En moet je een geïnteresseerde leek nu opzadelen met de volledige nagelaten aantekeningen, zonder hem ook maar enige steun te bieden door middel van selectie of thematische ordening? Zou het niet beter zijn om mensen die er verstand van hebben te vragen een selectie te maken, en de fragmenten die over hetzelfde onderwerp gaan onder thematische hoofdstukken in te delen, zodat de lezer wat meer houvast heeft?
 
Zo’n selectie ligt echter uiterst gevoelig. Want de aantekeningen die hier in vertaling verschijnen hebben een turbulente geschiedenis doorgemaakt en ze zijn veel geweld aangedaan precies door selectie en thematische ordening door de verkeerde mensen.

De nu in vertaling beschikbare nagelaten aantekeningen stammen uit de periode van de herfst van 1885 tot begin januari 1889, de tijd waarin Nietzsche intensief nadacht over een ultieme publicatie, die de titel De wil tot macht zou moeten gaan dragen. Nietzsche veranderde zijn plannen in de loop der jaren, totdat hij ten slotte eind augustus 1888 helemaal afzag van publicatie van een werk onder die titel. Er wordt veel gediscussieerd over zijn motieven, maar hoe het ook zij, hij zag ervan af.

De aantekeningen gaan zoals gezegd tot januari 1889. Kort daarna werd Nietzsche krankzinnig; hij schreef helemaal niets meer en kon zich ook niet meer bemoeien met de uitgave van zijn werk of de manier waarop er met zijn nalatenschap werd omgegaan. Toen Nietzsche eenmaal van het toneel verdwenen was, heeft zijn zus Elisabeth het idee van een boek getiteld De wil tot macht alsnog leven ingeblazen en het helemaal naar haar hand gezet. Elisabeth is uit de nagelaten aantekeningen eigenhandig een boekwerk gaan compileren dat voldeed aan haar eigen wensen en proto-fascistische denkbeelden, en ze heeft dat uitgegeven als het hoofdwerk van Nietzsche. Als zodanig heeft het boek De wil tot macht een eigen werkingsgeschiedenis gekregen, zo invloedrijk dat het als boek niet meer te negeren is, zelf nu niet, en het heeft lang geduurd voordat het werd onderkend als vervalsing.

Het boek dat Elisabeth maakte, wordt nog altijd in ongewijzigde vorm uitgegeven, en ik denk dat er nog altijd heel veel mensen zijn die het lezen zonder enig vermoeden te hebben van de uiterst dubieuze status ervan. De enige manier om Nietzsches reputatie postuum teweer te stellen tegen de invloed van deze vervalsing, is de nagelaten aantekeningen waaruit Elisabeth geput heeft, waarin ze geschrapt en geschoven heeft, in een aan Nietzsche getrouwe uitgave volledig en in chronologische volgorde beschikbaar te maken.
Dat is wat de Italianen Giorgio Colli en Mazzino Montinari hebben gedaan. Deze teksteditie van Colli en Montinari ligt ten grondslag aan de nu verschenen Nederlandse vertaling.


Dat Nietzsches aantekeningen uit deze periode nu in een betrouwbare uitgave beschikbaar zijn, is vooral ook belangrijk omdat deze aantekeningen zijn gevaarlijkste gedachten bevatten. De ideeën die bij velen de verdenking hebben gewekt dat Nietzsche een proto-fascist was, zijn voor een heel belangrijk deel terug te vinden in de aantekeningen uit deze periode. Zolang alleen de vervalsende uitgave van Elisabeth ter beschikking stond, konden die verdenkingen gemakkelijk worden gepareerd door te stellen dat De wil tot macht feitelijk niet aan Nietzsche kon worden toegeschreven, maar aan zijn daadwerkelijk antisemitische, fascistische zus. Dat vertroebelde de zaak, want hoe je het ook wendt of keert, Elisabeth had toch die fragmenten wel uit Nietzsches nalatenschap gehaald? Wat heeft Nietzsche nu precies wel en niet gezegd? Waar eindigt Nietzsches zeggingswil en waar begint die van Elisabeth? Daarover kon na het verschijnen van de Colli-Montenari editie eindelijk zinvol worden gediscussieerd.
 
Maar waarom is een Nederlandse vertaling nodig? Om te beginnen omdat de vraag naar Nietzsches gevaarlijke gedachten met name voor geïnteresseerde leken een hele belangrijke is. Veel geïnteresseerde leken vragen mij: wat zie je toch in die man, dat was toch een fascist? Kennelijk is dat dus een heet hangijzer voor wie nieuwsgierig is naar Nietzsches denken. Hoe zit het nou precies met die Übermensch, die wil tot macht, Zucht und Züchtung, woorden die toch onvermijdelijk connotaties oproepen met het fascisme? Daarover is te lezen in de nu beschikbare vertaling.

Let wel, Nietzsches denken is en blijft een gevaarlijk denken dat heel gemakkelijk tot minstens zo gevaarlijke misverstanden kan leiden, maar op grond van deze uitgave kan er ten minste zinvol gediscussieerd worden over wat er nu werkelijk staat. Wie de plank misslaat,  kan worden terugverwezen naar een tekstbestand dat tenminste in die zin betrouwbaar is dat het weergeeft wat Nietzsche heeft geschreven.

Een tweede motief voor deze uitgave in vertaling is dat er sinds enige jaren ook een Nederlandse vertaling is van een bedenkelijke compilatie uit Nietzsches nalatenschap, getiteld Herwaardering van alle waarden. Dit is overigens geen vertaling van de compilatie van Elisabeth Förster-Nietzsche, maar nog weer een andere, in de jaren dertig samengesteld door Friedrich Würzbach. Würzbach had weliswaar niet de pretentie postuum het boek te hebben samengesteld dat Nietzsche had willen maken, maar door omstandigheden niet kon voltooien. Toch kan het geen tegenwicht bieden tegen de kwalijke invloed van Elisabeths vervalsing, juist omdat het toch ook weer een subjectief arrangement betreft, zij het ontstaan vanuit minder kwalijke motieven dan die van Elisabeth. Om dat te voorkomen, kan alleen een radicale keuze voor volledigheid en chronologie nog afdoende zijn, zoals die nu in de uitgave van SUN geboden wordt.

De vertaling betreft twee delen uit de Duitse editie, deel 12 en 13 van de Kritische Studien-Ausgabe. In het voorbericht van de Nederlandse uitgever blijkt dat Mark Wildschut deel 12 en Michel van Nieuwstadt deel 13 heeft vertaald. Daarbij zouden ze door nauwe samenwerking hebben gezorgd voor een hoge mate van homogeniteit van het begrippenapparaat, de terminologie en de toon.

Het begrippenapparaat en de terminologie zijn inderdaad op elkaar afgestemd, maar dat geldt  niet voor de toon. De vertaling wekt ten onrechte de indruk dat de twee delen heel verschillend van toon zijn. Het eerste deel is in een merkbaar zakelijker taal omgezet dan het tweede. In het eerste deel kom je allerlei substantiveringen tegen, bijvoorbeeld al meteen in de eerste aantekening (1[1]): daar wordt ‘die Gefahr […] dass er sich selber zerstört” vertaald met ‘het gevaar van zelfdestructie’. Andere voorbeelden: ‘wenn man misstrauisch geworden ist’ wordt ‘gezien het gegroeide wantrouwen’ (1[60]), ‘zu sorgen und zu schützen’ wordt ‘ter verzorging en bescherming’ (1[200]).



Het is onduidelijk waarom zulke keuzes zijn gemaakt, en het is vooral opvallend en ook storend, omdat het in het tweede deel er heel anders aan toegaat. Daaruit blijkt bovendien dat het mogelijk is om op een andere manier te vertalen, die Nietzsches toon beter vat. In het tweede deel wordt de persoonlijke dagboekachtige toon van veel van Nietzsches aantekeningen beter benaderd. Er komen geen onnodige substantiveringen in voor en een woord als ‘man’ wordt in de meeste gevallen met ‘je’ vertaald, waarmee de sfeer van Nietzsches taalgebruik goed wordt getroffen. Bijvoorbeeld: ‘Man soll von sich nichts wollen, was man nicht kann’ wordt ‘Je moet van jezelf niets willen wat je niet kunt.’ (11[1]).

De Duitse editie is overigens zeer nauwkeurig gevolgd. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de interpunctie. Als een punt aan het eind van een zin, of in een citaat afsluitende aanhalingstekens in de Duitse editie ontbreken – en dus naar je mag aannemen ook in het handschrift – dan is dat in de Nederlandse editie ook zo. Dat lijkt misschien overdreven, maar ik denk toch dat het goed is, al was het alleen maar omdat dit soort slordigheidjes – van Nietzsche wel te verstaan – je er als lezer steeds aan herinneren dat dit nagelaten aantekeningen zijn. Dat zou je gemakkelijk kunnen vergeten doordat ze in drukvorm bedrieglijk genoeg definitief schijnen.

De ontbrekende leestekens en afgebroken zinnen maken je er steeds van bewust dat je in feite geen boek zit te lezen, maar door schriften bladert, waarin Nietzsche weliswaar veel goed uitgewerkte stukken heeft neergeschreven die soms bijna letterlijk in het gepubliceerde werk zijn terug te vinden, maar ook krabbels, schetsen, plannen, korte notities, voornemens (‘'s Morgens één glas thee: koud laten worden!’), en vragen om later nog eens langer bij stil te staan.

Op een vertaling is altijd wel iets aan te merken, en ongetwijfeld zullen de geleerden nog wel iets kunnen vinden dat voor hen onverteerbaar is – dat is tenslotte een kwestie van beroepseer – maar laat de geleerden het Duits maar lezen. Voor wie niet bijzonder geleerd is maar wel graag Nietzsche leest is dit een zeer zorgvuldige en aantrekkelijke vertaling van hoge kwaliteit.
 
Nagelaten fragmenten, herfst 1885-herfst 1887, door Friedrich Nietzsche. Vertaald door Mark Wildschut, uitg. SUN Nijmegen, 450 blz, € 29,50
 
Nagelaten fragmenten, herfst 1887-begin 1889, door Friedrich Nietzsche. Vertaald door Michel van Nieuwstadt, uitg. SUN Nijmegen, 450 blz, € 29,50