Home Bert Keizer: Pastoraal

Bert Keizer: Pastoraal

Door Bert Keizer op 26 maart 2015

Cover van 04-2015
04-2015 Filosofie magazine Lees het magazine
Ergens in Noord-Holland was ik uitgenodigd om in een kerkje te spreken over de ziel. Ik stak welgemoed van wal. Via Homerus (Hades), Plato (ziel verlaat lichaam), Descartes (spook in de machine) belandde ik bij Wittgenstein. Ik legde uit dat je moet oppassen met frases als ‘de ziel zit in het lichaam’, omdat ‘in’ van alles kan betekenen. Zo kun je in Groningen in december in het vastgoed zitten, in een echtscheiding en in een Fiat. Vijf keer ‘in’ en elk ‘in’ is weer een beetje anders. In elk ‘in’ schuilt de mogelijkheid van verwarring. Ik besloot met: de ziel zit in het lichaam als de gouden medaille in de benen van de atleet. Het is onzinnig je af te vragen of die ziel ‘eruit’ kan, want zo zit-ie er niet ‘in’.
Toen kwam de discussie, waarin wij mooi langs elkaar heen praatten. Een mevrouw vroeg wat ik dacht van kinderen met een oude ziel, die al heel vroeg in hun jeugd briljant waren. ‘Denkt u niet dat zo’n ziel die vaardigheden al in een eerder leven heeft opgedaan?’ Een dergelijke uitleg leek mij onnodig ingewikkeld. We zeggen toch ook niet bij een mongooltje dat het kind in een vorig leven werd beschadigd? Wat zou dat voor helderheid scheppen? Men vroeg mij herhaaldelijk of ik ervan overtuigd was dat de ziel nergens bleef na de dood. Ik vertelde dat Boeddha eens een vlam uitblies en tegen zijn leerlingen zei: ‘Wat heeft het voor zin je af te vragen waar de vlam is gebleven?’ Er was een groeiende irritatie in de zaal. Een meneer vroeg geërgerd: ‘Hoe weet u dit eigenlijk allemaal?’ Ik zei, zonder ironie: ‘Ik spreek vanuit de westerse filosofische traditie. Het is een bron die al zo’n 2500 jaar vloeit.’
 
Ondanks die 25 eeuwen werd mij verzocht de filosofie verder achterwege te laten om op een waarlijk passende en troostende wijze verder te spreken over de ziel.
 
De gemeenteleden (want die waren het) waren af gekomen op ‘de ziel’ in de aankondiging, om meer te vernemen over het gekoesterde voertuig waarop, waarmee of waarin zij de eeuwigheid hoopten te bereiken. In plaats daarvan kregen ze een vervelende opsomming van kille slimmigheden. Toen het begon door te dringen dat de ziel volgens de spreker nergens heen ging na de dood was de maat toch echt vol en klonk het verzoek om een minder harteloze benadering.
 
Wij gingen lichtelijk bevreemd uiteen. Ik stond met mijn troost – want zo ervaar ik filosofie – boven op hun troost – want zo ervaren zij de ziel uit de godsdienstige traditie. ‘Filosofie is niet pastoraal’, stelde de dominee.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.