Home Bert Keizer: Oorsprong

Bert Keizer: Oorsprong

Door Bert Keizer op 03 november 2014

Cover van 09-2013
09-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Sinds de publicatie in 1859 van The Origin of Species is het werk van Darwin almaar gegroeid in status en het heeft nu de proporties bereikt van een intellectuele Himalaya waar niemand langs of overheen kan. En toch ligt er achter dit gigantische bouwsel een vinnige vraag: waar komt het leven eigenlijk vandaan? Want met de oorsprong van de soorten beginnen we in hoofdstuk twee van de geschiedenis van het leven op aarde. Hoofdstuk één is nog altijd niet geschreven.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Thomas Nagel wijst daar zeer uitdrukkelijk op in zijn Mind and Cosmos. Why the Materialist Neo-Darwinian Conception of Nature is Almost Certainly False. Nagel maakt de kachel aan met wat hij beschrijft als reductive materialism, het tegenwoordig vrijwel overal stilzwijgend aanvaarde idee dat biologie en psychologie onvermijdelijk zullen wegzinken in de wateren van de theoretische fysica, zonder dat er nog een rimpeltje overblijft aan het oppervlak.

Zijn vraag is of de huidige chemie en fysica het spontane ontstaan van leven gebaseerd op zichzelf reproducerende macromoleculen kunnen verklaren. En als het antwoord ja is, waarom doen we dat dan niet? Nagel denkt dat het antwoord nee is. Overigens heeft hij een zo mogelijk nog scherper ‘nee’ voor suggesties uit de hoek van God of Intelligent Design. Maar hij blijft wijzen op de begripsmatige onmogelijkheid van een mechanistische verklaring voor de oorsprong van leven. Zijn weigering om zichzelf het kamp van de materieel reductionisten in te laten drijven werkt erg verfrissend. Dat deze houding als halsstarrig of misschien zelfs als absurd over komt zegt alles over de gedachteloze vanzelfsprekendheid waarmee het reductionisme overal wordt bejegend. Misschien helpt het als we het probleem nog eens formuleren: ‘De genetische code – het creëren van een rij nucleotiden waaruit kan worden afgelezen welke aminozuren aaneen moeten worden geregen, tezamen met een afleesmechanisme dat de instructies uitvoert – lijkt vrijwel geheel resistent tegen een louter fysische uitleg.’ Maar alle wetenschappers denken tegenwoordig dat het slechts een kwestie van tijd is en we zijn er uit.

Wie organismes als ons wil verklaren die moet ook bewustzijn, gevoel, emotie enz. verklaren. Geestelijk leven is volgens Nagel niet iets dat halverwege de geschiedenis van het leven ontstond, zeg maar ergens tussen de mieren en de reptielen, nee, het is een aspect van levende wezens dat we vanaf de primitiefste bacterie aanwezig moeten achten. Misschien is geest zelfs net zo fundamenteel als ruimte en tijd. Dit kan ik niet helemaal meer volgen, maar na lezing van het boek had ik het prettige gevoel dat je soms krijgt bij filosofie, dat de ramen weer even helemaal schoongemaakt zijn. De evolutietheorie kan het ontstaan van leven niet verklaren. Fysici en biochemici denken te makkelijk dat zij dat klusje wél kunnen klaren. En wat de geest betreft: hoe waarschijnlijk is het dat die ergens halverwege aan het leven werd toegevoegd?