U bent een brein in een vat dat is aangesloten op de computer van een gestoorde wetenschapper. De computer laat uw brein een illusoire werkelijkheid ervaren. Kunt u dan het verschil bepalen tussen de echte wereld en de illusie? Dat is kort samengevat het brein-in-een-vat gedachtenexperiment. De Amerikaanse filosoof Hilary Putnam, die gisteren overleed, is bekend geworden door zijn bijdrage in het debat rondom dit experiment.
Stel je voor dat een gestoorde wetenschapper een manier vindt waarop hij een brein goed kan houden. Hij heeft een vloeistof ontwikkeld waardoor het brein zonder het lichaam blijft functioneren. Die gebruikt hij ook op uw brein. Vervolgens sluit hij uw hersenen aan op een computer die middels elektrische signalen een illusie van de werkelijkheid kan oproepen.
Je ervaart de wereld alsof je een lichaam hebt. Je staat ‘s ochtends gewoon op, kleedt je aan, ontbijt, poetst je tanden en vertrekt naar je werk. Maar eigenlijk is dit een illusie die wordt opgewekt door de computer van de gestoorde wetenschapper. Het is onmogelijk om te bepalen of je wel of niet een brein-in-een-vat (BIV) bent. Daarom kunnen we nooit zeker weten of de dingen die we ervaren, er ook werkelijk zijn.
Deze sceptische positie stelt ons voor een probleem. Wanneer we niet weten of we een BIV zijn, kunnen we niets met zekerheid zeggen over de werkelijkheid. Dit gedachtenexperiment heeft dan ook tot veel discussie geleidt. De Amerikaanse filosoof Hilary Putnam heeft hier een grote bijdrage aan geleverd. Hij overleed afgelopen weekend (13 maart 2016) op 89-jarige leeftijd.
Dit artikel is exclusief voor abonnees