Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?
01 Wat kan ik weten?
‘Mijn vakgebied vergt aan de ene kant een houding van nederigheid over wat je kunt weten en aan de andere kant een tomeloze ambitie om het onbekende naar boven te halen. Sommige groepen, waaronder die van mensen met een handicap, hebben zelf weinig archiefmaterialen achtergelaten. Hun geschiedenis kennen we alleen via de bronnen van anderen. Een archief is een plek waar actief wordt besloten welke geschiedenis het waard is om doorverteld te worden. Elke geschiedschrijving is daardoor altijd een herschrijving van de geschiedenis. Denken we aan de protestbewegingen van de jaren zestig en zeventig, dan denken we niet aan mensen met rolstoelen die treinstations en culturele centra blokkeren. Er is altijd een strijd gaande over de vraag wat een legitiem onderwerp is om historische kennis over te vergaren.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
02 Wat moet ik doen?
‘Altijd voortschrijdend inzicht blijven toestaan. Een van mijn grote voorbeelden is Nadine Plateau, een Belgische feministe uit de tweede golf. Je ziet weleens hoe feministen zich vastklampen aan de onderwerpen waarvoor ze gevochten hebben. Plateau heeft dat totaal niet. Zij realiseert zich dat ze uit een context komt waarin feminisme anti-religieus was en dat ze zelf klein gehouden was door religieuze instituties. Je daartegen afzetten was deel van de strijd. Maar ze waakt ervoor om in deze tijd feministische moslima’s aan de kant te schuiven, omdat zij wel gelovig zijn – ze weet dat er in deze tijd andere strategische overwegingen spelen. Ik vind het nastrevenswaardig om je bewust te zijn van het feit dat vormen van activisme altijd veranderen, en dat er permanent een lenige, wendbare denkhouding nodig is.’
‘Mijn bevrijding is dat ik nu ook luister naar wat ik niet kan’
03 Wat mag ik hopen?
‘Een paar jaar geleden kreeg ik een burn-out. Toen ben ik voor het eerst in mijn leven door de bril van handicaps naar de wereld gaan kijken. Ik vroeg me bijvoorbeeld af hoe de ideale werknemer gedefinieerd wordt, en hoe dat alle mensen tekortdoet. Niet alleen omdat “handicap” een poreuze categorie is – je kunt een ongeluk krijgen en als je ouder wordt is de kans groot dat je beperkt raakt – maar ook omdat alle mensen gelimiteerd zijn. Mijn bevrijding is dat ik me meer met mijn beperking identificeer, en ook luister naar wat ik níét kan. Zo’n houding is niet alleen goed voor de mens, maar ook voor de aarde. Hoe meer wij rusten, hoe meer de aarde kan rusten.’
04 Wat is de mens?
‘Mensen met een handicap hebben zich in de geschiedenis vaak opgehouden in grensgebieden: tussen datgene wat we beschouwen als coherent menselijk en wat niet, tussen kinderlijkheid en volwassenheid, tussen het ik en de ander – en zij stellen die grenzen ter discussie. Hetzelfde geldt voor de vraag wat een menswaardig leven is. Menswaardigheid wordt vrijwel altijd gekoppeld aan die grenzen van het menselijke, en fungeert als maatstaf bij selectieve abortus op foetussen met een beperking. Vanuit handicapsactivisten komt daar kritiek op, want die parameters zijn altijd zonder mensen met een beperking uitgetekend. Mijn boek is een aanzet tot een andere manier van kijken: als wij mogen medebepalen wat een menswaardig leven is, welke andere antwoorden ontstaan er dan? En hoe zou dat niet alleen voor mensen met, maar ook voor mensen zonder een beperking een stap vooruit kunnen zijn?’
Handicap. Een bevrijding
Anaïs Van Ertvelde
De Bezige Bij
256 blz.
€ 22,99