Home Adam Smith en William Pitt jr.

Adam Smith en William Pitt jr.

Door Pieter Hoexum op 30 november 2012

10-2007 Filosofie magazine Lees het magazine

Op 9 maart 1776 verschijnt van de Schotse filosoof Adam Smith An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations. Zeventien jaar eerder had hij zijn Theory of Moral Sentiments gepubliceerd, waarin het onder andere ging om sympathie; dit tweede grote boek gaat echter over bijna het tegendeel, namelijk eigenbelang. Het boek is bekend geworden als het klassieke pleidooi voor de vrije markt: als individuen hun eigen belangen na kunnen streven, onbelemmerd door regulering van bovenaf, zullen zowel zijzelf als de maatschappij als geheel, profiteren omdat ze als door een ‘onzichtbare hand’ geleid worden naar een natuurlijke, harmonieuze orde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Smith laat zich in zijn veelomvattende en eclectische boek ook uit over een steeds urgenter wordende kwestie, namelijk het kolonialisme. Engeland had na de zevenjarige oorlog (1756-1763) de Fransen verslagen en alleenheerschappij verworven in de Noord-Amerikaanse en Indiase koloniën. Het werd echter al snel duidelijk dat die koloniën in plaats van economisch gewin, een kostenpost betekenden, die het moederland probeerde te compenseren met allerlei invoerheffingen. Volgens Smith is dat precies verkeerd: je moet handel niet monopoliseren of reguleren maar juist vrijgeven, slechts zo kunnen de nieuwe en oude wereld, als volwaardige handelspartners, van elkaar profiteren.

Hoewel Smith niet zozeer pleit voor onafhankelijkheid, als wel voor zelfstandigheid, hebben de Amerikanen het heft in handen genomen en verklaren ze zich 4 juli onafhankelijk. Zij winnen de daarop volgende onafhankelijkheidsoorlog en bij het vredesverdrag van Parijs (1783) moet Engeland Amerika als onafhankelijk land erkennen. De Engelse regering ziet zich genoodzaakt af te treden, daarmee de koning opzadelend met een bijna onmogelijk taak: een nieuwe regering samenstellen, met een nieuwe premier. Dat wordt William Pitt j.r., wat gezien zijn leeftijd (24 jaar!) een verassing is, maar toch ook weer niet, omdat hij als wonderkind al vanaf prille jeugd politieke ambities koesterde. Zijn vader was dan ook een prominent politicus tijdens de zevenjarige oorlog en later zelfs premier.

Pitt beschouwt zichzelf als een van de meest overtuigde discipelen van Smith, en regeert als het ware met The Wealth of Nations in de hand. Als Smith in 1787 voor langere tijd in Londen is, wil Pitt hem graag ontmoeten. Bij de eerste ontmoeting – er zouden er meer volgen – staan, volgens de legende, Pitt en zijn gezelschap op, om Smith te verwelkomen; ze willen pas gaan zitten nadat hij is gaan zitten, omdat ‘wij allemaal uw leerlingen zijn.’ De bewondering schijnt wederzijds te zijn geweest; Smith merkte tenminste op dat Pitt zijn ideeën wel beter leek te begrijpen dan hij zelf. Smith overlijdt in 1790.

Pitt doet er veel aan om de handelspolitiek van Engeland te liberaliseren. Zo sluit hij met Frankrijk een vrijhandelsverdrag en is de unie van Engeland en Ierland die onder zijn leiding tot stand komt, bedoeld om de handelsbelemmeringen tussen de twee landen weg te nemen. Bovendien voert hij een grootscheepse hervorming van de nationale financiën door. Kortom, Pitt jr. stoomt Engeland klaar voor de Industriële Revolutie, die van Engeland een economische wereldmacht zal maken. Ondertussen moet hij Engeland ook nog door een andere storm loodsen, de Franse Revolutie en de daaropvolgende napoleontische oorlogen. Pitt overlijdt echter voortijdig in 1806.