Home 70 jaar mensenrechten: reden voor een feestje?
Mensenrechten

70 jaar mensenrechten: reden voor een feestje?

Door Nina Tesselaar op 22 oktober 2018

Cover van 11-2018
11-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Mensenrechten komen niet voort uit de natuur, maar zijn volgens filosoof en jurist Irena Rosenthal een reactie op de ervaring van onrecht.

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bestaat 70 jaar. Is dat reden voor een feestje?
‘Zeker. Sinds de Universele Verklaring is aange­nomen zien we een explosie aan mensenrechtenverdragen. Er is een grote beweging op gang gekomen: mensenrechten zijn wereldwijd vastgelegd in grondwetten, we hebben het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het Internationaal Strafhof in Den Haag, en er zijn veel actiegroepen en ngo’s die strijden voor mensenrechten. Ook worden er steeds meer rechten erkend. In de Universele Verklaring staat bijvoorbeeld niets over de rechten van seksuele minderheden, maar daarvoor is de laatste jaren steeds meer aandacht. Onlangs heeft het Hooggerechtshof in India bijvoorbeeld bepaald dat homoseksualiteit niet langer strafbaar is. Aan de andere kant las ik laatst de Universele Verklaring opnieuw en kwam ik tot de conclusie dat we geen van de rechten tegenwoordig kunnen schrappen. Alle rechten zijn nog steeds van belang en nog steeds bedreigd. Het is jammer dat we niet kunnen zeggen: “Deze rechten hebben we gehaald, op naar de volgende.”’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Bent u alleen maar positief over mensen­rechten?
‘Eén probleem is dat we dubbele standaarden hebben. Mensenrechtenactivisten hebben veel oog voor mensenrechten in derdewereldlanden, maar minder in westerse landen. Toen de eerste verdragen werden opgesteld om geweld tegen vrouwen te bestrijden, ging de aandacht vooral uit naar die landen. Ik heb me daar zelf ook schuldig aan gemaakt. Tijdens mijn studie liep ik stage in India bij een ngo voor mensenrechten. Ik was erg geïnteresseerd in vrouwenrechten en had veel gelezen over problemen in India, zoals weduwe­verbranding, kindhuwelijken en verkrachtingen. Maar toen ik aan de directrice van de ngo vroeg hoe het zat met de positie van vrouwen in India, kreeg ik gelijk een wedervraag: hoe zit het met de positie van vrouwen in Nederland? Ze noemde prostitutie en huiselijk geweld, en ik werd met cijfers om de oren geslagen die ik niet kende. Het idee dat vrouwenrechten alleen in derdewereldlanden worden geschonden en niet hier kan kwaad bloed zetten.

En kijk eens naar de mensenrechtendiplomatie. Als onze koning op staatsbezoek is in China of Saudi-Arabië wordt er gezegd: moet hij niet even de mensenrechten aankaarten? Maar als het Nederlandse staatshoofd op bezoek gaat in de Verenigde Staten hoor je dat niet, terwijl de VS veel belangrijke sociaal-economische mensenrechten niet erkennen. Hoewel dit aan het veranderen is door Donald Trump, zien we de VS meer als een beschermer dan als een schender van mensenrechten.’

Zijn mensenrechten niet een typisch westers ideaal?
‘Dat is te kort door de bocht. Het recht op vrije tijd kwam bijvoorbeeld in de Universele Verklaring onder invloed van de arbeidersbeweging in West-Europa, maar ook onder invloed van Zuid-Amerikaanse landen die na de dekolonisatie soortgelijke rechten al in hun nationale wetgeving hadden verankerd. Dat is dus niet alleen maar westers.

Er zijn wel mensen die zeggen dat mensenrechten niet te verenigen zijn met Aziatische of Afrikaanse waarden, maar ik vind deze conclusie te simpel. Er is geen consensus over deze waarden. Binnen Aziatische en Afrikaanse landen en culturen is er trouwens evenmin consensus over mensenrechten. Neem bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenis: door de Verenigde Naties wordt dit gezien als een schending van mensenrechten en er zijn veel campagnes om vrouwenbesnijdenis uit de wereld te bannen. In sommige Afrikaanse landen zijn er leiders geweest die de poging om vrouwenbesnijdenis te stoppen een vorm van westers imperialisme vinden. Tegelijkertijd zijn er Afrikaanse feministen die vechten voor de afschaffing van vrouwenbesnijdenis, maar die ook een tussenpositie innemen tussen liberale feministen en religieus leiders. Ze erkennen dat vrouwen­besnijdenis onderdeel is van een cultureel ritueel en dat er dus een alternatief voor moet komen. Kortom, de vaststelling van mensenrechten heeft altijd te maken met macht: welke mensen zijn in de positie om een cultuur te vertegenwoordigen?’

Kan er ooit consensus bestaan over mensenrechten?
‘Ik denk het niet. Vroeger dachten filosofen dat rechten een natuurrechtelijke fundering hadden, dat ze een reflectie waren van een vaststaande morele orde. Dat idee is terecht omstreden. Wat je nu vaker hoort is dat rechten ontstaan in de historische ervaring, bijvoorbeeld omdat mensen onrecht hebben meegemaakt. Maar dan kan iedereen een andere les trekken uit het verleden. De mensenrechtendenker Michael Ignatieff zegt bijvoorbeeld dat we na de Tweede Wereldoorlog een consensus hebben bereikt over mensenrechten omdat we niet willen dat het nog een keer gebeurt. Maar bij Afrikaanse mensenrechtenverdragen zie je dat de invloed van het kolonialisme sterker is en dat andere waarden dus belangrijk zijn, bijvoorbeeld het recht om niet uitgebuit te worden door vreemde mogendheden. Het zit in de aard van de moraal dat we van mening verschillen over mensenrechten. Misschien is het ook een waarschuwing: je kunt mensenrechten niet voor lief nemen, ze moeten gepaard gaan met politiek. Als er geen politieke meerderheid voor is kunnen rechten zomaar op losse schroeven komen te staan. Dat is ook een zwak punt van het mensenrechtenactivisme. Juridisch gezien ligt de nadruk op het vastleggen van rechten. Maar er moet ook voor worden gezorgd dat het recht voldoende leeft bij mensen. Mensenrechten moeten altijd samengaan met politiek, met politieke bewustwording, met politieke mobilisatie.’

U hebt voor Filosofie Magazine acht nieuwe mensenrechten geformuleerd. Welk van die rechten vindt u het belangrijkst?
‘Ik wil die keuze niet maken. Filosofen discussiëren al heel lang over de vraag welk recht het belangrijkst zou zijn: ligt het primaat bij de politieke rechten of bij de sociaal-economische rechten? Ik ben beïnvloed door de Franse denker Michel Foucault, die zegt dat we elke dag opnieuw de verantwoordelijkheid hebben om erover na te denken waar het grootste gevaar zit. Waar zit het gevaar van machtsmisbruik? Dat is niet van tevoren vast te stellen of op papier te zetten.’

Op naar een betere wereld?
‘We moeten geen al te hooggespannen verwachtingen hebben van mensenrechten. In de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat dat iedereen vrij moet zijn van fear and want, vrij van vrees en gebrek. Een menswaardig leven gaat altijd gepaard met angst en gebrek – dat kunnen mensenrechten niet tegengaan. Maar mensenrechten kunnen wel helpen wanneer een leven mensonterend dreigt te worden.’