Home 4 vragen aan… Ap Dijksterhuis

4 vragen aan… Ap Dijksterhuis

Door Frank Meester op 2 maart 2016

4 vragen aan… Ap Dijksterhuis
Cover van 03-2016
03-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Wat moeten we doen? Tips van psycholoog Ap Dijksterhuis. ‘We worden gelukkiger van ervaringen dan van dingen.’

1. Wat kan ik weten?

‘Geluk meten is niet zo gemakkelijk. Geluk is geen momentopname. Het is wat anders dan genot of plezier, dat zijn stemmingen die zo weer voorbij kunnen zijn. Die kun je makkelijker meten. Geluk moet je meer zien als een proces. Het is iets waar je wat voor moet doen. Je moet er aan werken en het zo onderhouden. En gelukkig weten we steeds beter wat je kunt doen om gelukkig te worden. Verder heeft geluk te maken met betekenisgeven, met zin dus.

Het gaat om je houding, je levensvisie. Geluk wordt gekenmerkt door de gemoedsrust van iemand die tevreden is met zijn bestaan. Maar ja, hoe weet je nou of iemand gelukkig is? Hoe meet je dat? De Nederlandse hoogleraar Ruut Veenhoven doet onderzoek naar geluk door mensen te vragen om aan te geven hoe gelukkig ze zijn op een schaal van 0 tot 10. Je kunt allerlei vraagtekens plaatsen bij een dergelijk onderzoek, maar het geeft wel algemene informatie over geluk. Het beste werkt het om mensen een tijd lang te volgen en ze om de zoveel tijd eens te vragen of ze willen aangeven hoe gelukkig ze zijn.’ 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

2. Wat moet ik doen?

‘Om gelukkig te worden geef ik in mijn boek twaalf tips. Ik noem er hier een paar van. Actieve vrijetijdsbesteding maakt gelukkiger dan passieve: ga vooral ’s avonds wat doen in plaats van voor de tv hangen. Het blijkt verder dat we gelukkiger worden van ervaringen dan van dingen. Dus als je twijfelt tussen een nieuwe keuken en een verre reis, kies dan die reis. Anderen helpen maakt ons ook bijzonder gelukkig. Geef dingen weg als je daar iemand een plezier mee kan doen, biedt aan de boodschappen van je buurman te dragen of maak – als je veel tijd en geld hebt – een verre reis naar een rampgebied om daar hulp te bieden. Doe vooral niet aan introspectie, dus probeer niet in stilte je ware zelf te vinden. Je zult niets vinden. Ga dingen doen en kijk dan of die goed voelen of niet. Richt je leven verder zo in dat je maar een ding tegelijk doet. Dus check bijvoorbeeld je e-mail maar een paar keer per dag op vaste momenten.

Dan zijn er nog tips die meer voortkomen uit de oosterse traditie. Probeer mindful te zijn. Op het internet vind je allerlei instructies over hoe je dit kunt trainen. Je wordt er echt gelukkiger van! De laatste tip die ik hier geef: probeer met enige afstand naar je eigen bewustzijn te kijken. Een beetje alsof het een film is. We hebben allemaal een innerlijke stem. Hij ratelt maar door, zonder met zijn commentaar invloed te hebben op je gedrag. Je kunt hem niet stoppen, maar je kunt je wel los van hem maken en hem met enige afstand aanschouwen.’

3. Wat mag ik hopen?

‘Ik hoop dat onze regering zich minder zal richten op welvaart en meer op welzijn. Nu is de aandacht te veel gericht op economische groei. Natuurlijk is een voorwaarde voor geluk dat we in onze basisbehoeften kunnen voorzien. In die zin zou je kunnen zeggen dat geld gelukkig maakt. Maar zodra je genoeg geld hebt voor je basisbehoeften, heeft geld niet meer zoveel effect op je geluk. Dus waarom richt de overheid zich zo krampachtig op een voorwaarde voor geluk, die we in Nederland trouwens ook nog eens prima voor elkaar hebben, in plaats van op geluk zelf? Bovendien blijkt dat wanneer je je op geluk richt, dat geld vanzelf wel komt. Ik hoop daarom dat staatssecretaris Sander Dekker die nu volop bezig is het onderwijs opnieuw vorm te geven, geluk een volwaardige plek zal geven in het onderwijs. Je kunt gelukskunde gaan geven, het zou een soort combinatie moeten zijn van filosofie en psychologie. Verder zou de overheid ons gelukkiger kunnen maken door sabbaticals te stimuleren, door de zwangerschaps- en ouderschapsverloffen te verlengen en natuurlijk door te stimuleren dat mensen hun vrije tijd actief doorbrengen. En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan met wat ik hoop.’ 

4. Wat is de mens?
‘De mens is een wezen dat streeft naar geluk. Geluk is namelijk zijn hoogste doel. Dat betekent dat als je doorvraagt naar waarom iemand iets doet, zijn laatste antwoord altijd zal moeten zijn: “Omdat het me gelukkig maakt.” Stel je vraagt: “Waarom wil je die grote auto?”, dan zou iemand kunnen antwoorden: “Omdat die handig is.” Maar waarom vind je handigheid belangrijk? Omdat die mijn leven makkelijk maakt. Waarom wil je een makkelijker leven? Omdat ik dan denk gelukkiger te zijn. Als je dan nog door zou vragen: “Waarom wil je gelukkig zijn?”, dan zou zijn antwoord moeten zijn: “Omdat ik gelukkig wil zijn.” De mens is dus een gelukszoeker – het is jammer dat Wilders het woord heeft misbruikt – of misschien nog beter: een ongeluksvermijder.’