Home Moreel dilemma: zijn dierentuinen nog van deze tijd?
Dieren Moreel dilemma

Moreel dilemma: zijn dierentuinen nog van deze tijd?

Moderne dierentuinen zetten zich in voor natuurbehoud. Is dieren houden in gevangenschap daarvoor een geoorloofd middel?

Door Jeroen Hopster op 26 november 2020

Moreel dilemma: zijn dierentuinen nog van deze tijd? beeld Bas van der Schot

Moderne dierentuinen zetten zich in voor natuurbehoud. Is dieren houden in gevangenschap daarvoor een geoorloofd middel?

Cover van 12-2020
12-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Dierentuinen hebben een opmerkelijk vermogen om zichzelf opnieuw uit te vinden. Zo passé als de laatkoloniale volkerenshow is, zo levend is de moderne dierentuin. Dat is allang geen plaats meer waar murw geslagen exoten wegkwijnen achter de tralies van een troosteloos verblijf. In plaats van de menselijke dominantie over de natuur te verheerlijken, scharen moderne dierentuinen zich nadrukkelijk achter de missie van natuurbehoud en proberen ze een bijdrage te leveren in de strijd tegen biodiversiteitsverlies en uitsterving. Ook dierenwelzijn heeft een plaats op de agenda, al wringt de schoen daar wel: op het oppervlak van een stadspark kun je nu eenmaal niet de habitat van een leeuw, tijger of olifant recreëren. Mag die ene gekooide tijger, waar hordes mensenkinderen zich aan vergapen, worden opgeofferd voor een groter goed: het behoud van de tijger in het wild? Of berust de dierentuin, zijn moderne transformatie ten spijt, op een achterhaald concept?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De dierentuin is geen plek meer van wegkwijnende, murw geslagen exoten

Tegen dierentuinen

Al zijn de beweegredenen van de moderne dierentuin niet die van weleer, nog niet alle ketenen zijn verbroken. Bedoeld of niet, de moderne dierentuin kan zich moeilijk onttrekken aan het beeld dat het voor mensen geoorloofd is om andere dieren te domineren. De dierentuinervaring staat in het teken van gevangenschap: aan dieren wordt de vrijheid om hun eigen eten te zoeken, partners te kiezen en territorium te vinden ontnomen. Gekortwiekte vogels en te kleine kooien behoren nog lang niet overal tot het verleden. Ook de conservatiemissie van dierentuinen is geen onverdeeld succes. Broedprogramma’s komen in gevangenschap vaak maar moeilijk op gang, en dierentuinpopulaties zijn doorgaans te klein om een levensvatbare genenpoel in stand te houden. Bovendien is uitzetting een kostbare operatie en verliezen veel diersoorten in gevangenschap de vaardigheden die nodig zijn om te overleven in het wild. Slechts een klein aantal dieren kan weer in hun oorspronkelijke habitat worden uitgezet, als die intussen niet vernietigd is. En als een dierentuin slechts het eindstation is voor dieren die niet meer in het wild terechtkunnen, is er dan nog wel een reden om hen voor uitsterving te behoeden?

Voor dierentuinen

Niet alleen met broedprogramma’s, maar ook op verschillende andere manieren dragen moderne dierentuinen bij aan de bescherming van bedreigde soorten. Een van die manieren is onderwijs en bewustwording. Dierentuinen trekken grote bezoekersaantallen wereldwijd en vormen een uitgelezen plaats om bewondering voor de natuur en liefde voor biodiversiteit aan te wakkeren, van kinds af aan. Een tweede is onderzoek en training. Zonder dierentuinen waren we nooit zoveel te weten gekomen over de intelligentie en empathie van chimpansees en bonobo’s – kennis die, op haar beurt, projecten voor natuurbehoud stimuleert. Voorts zijn dierentuinen centra van training en expertise voor de ontwikkeling van conservatietechnieken, zoals de repatriëring van dieren. En dieren ophokken in te kleine kooien? Steeds meer dierentuinen proberen habitats te creëren die aansluiten bij het oorspronkelijke leefgebied van dieren. Een struikelblok is dat daar niet altijd ruimte voor is, zeker niet bij grote zoog­dieren, de ‘charismatische megafauna’ die het uithangbord vormt van de klassieke dierentuin. Uit oogpunt van dierenwelzijn zou de beste oplossing zijn dat dierentuinen zich gaan richten op kleinere soorten – amfibieën, vlinders, insecten, microleven – die weinig hinder ondervinden van gevangenschap. Bovendien vormen die soorten een veel betere afspiegeling van de soortenrijkdom in het wild.

Animatronica

Of we een toekomst voor de dierentuin uit moreel oogpunt moeten toejuichen hangt af van de vraag of de positieve impact op natuurbehoud niet ten koste gaat van het welzijn van individuele dieren. In de praktijk is die balans nog niet altijd gevonden, maar in theorie bestaat de mogelijkheid wel, zeker als dierentuinen zich blijven vernieuwen en zich richten op kleinere soorten. En de charismatische megafauna? In samenwerking met dierenrechten-organisatie PETA is onlangs een levensechte dolfijn gemaakt, op het oog niet te onderscheiden van een dolfijn van vlees en bloed. Het doel van deze robotdolfijn is om levende dolfijnen in amusementsparken te vervangen. Wellicht biedt dezelfde animatronica-technologie uitkomst voor de dierentuin van de toekomst: een dierentuin bevolkt door kleine dieren, zij aan zij met robotische megafauna. Misschien kan zelfs de robotmammoet tot leven worden gewekt, of de robot-T. rex – wel veilig in zijn kooi, natuurlijk. Of komen daarmee robotrechten in het gedrang?