Home Wie wint de Socratesbeker 2016?

Wie wint de Socratesbeker 2016?

Door Martijn Meijer op 29 maart 2016

04-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Flitsend en ongrijpbaar’ noemt Martijn Meijer het boek dat volgens hem dit jaar wordt bekroond met de Socratesbeker. En: het is van de filosoof die volgens Meijer vorig jaar al had moeten winnen.

 Als de jury van de Socratesbeker in februari weer haar longlist presenteert, is de verleiding groot om je af te vragen wat die lijst zegt over het filosofisch klimaat in Nederland. Zijn er bepaalde trends te ontdekken als je kijkt naar de twintig titels die in aanmerking kwamen voor de prijs voor ‘het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende  Nederlandstalige filosofieboek’? Wat meteen opvalt is dat er vier boeken op staan die zich elk op hun eigen manier met de ‘verbetering van het denken’ bezighouden: de boeken van Coen Simon, Maarten Boudry, Sebastien Valkenberg en Herman de Regt & Hans Dooremalen. Toch heeft de jury van de Socratesbeker niet een van deze boeken genomineerd.

Ook tussen de boeken die wel zijn genomineerd voor de shortlist zijn overeenkomsten te vinden. Zo speelt bij drie auteurs de Franse filosoof en socioloog Bruno Latour een rol: Wouter Mensink, Tinneke Beeckman en René ten Bos. In het boek Kun je een betere wereld kopen? schrijft Mensink (werkzaam voor het Sociaal en Cultureel Planbureau) dat fairtrade lange tijd benaderd is als de verantwoordelijkheid van de consument. Die zou door te kiezen voor ‘eerlijke’ en ‘duurzame’ producten bijdragen aan een betere wereld. Maar die benadering brengt allerlei problemen met zich mee: consumenten hebben niet altijd de tijd en kennis om een goede inschatting te maken bij de aanschaf van een product.

De ideeën van Bruno Latour komen Mensink goed van pas, omdat die erop heeft gewezen hoe eenzijdig het is om je alleen op abstracte grootheden als het individu of op de technologie te richten als je maatschappelijke ontwikkelingen wilt begrijpen. Het is beter om te kijken naar de praktische relaties tussen mensen en dingen, die met elkaar in verband staan in veranderende netwerken. Dat is dan ook wat Mensink doet in zijn boek: aan de hand van documentaires over wereldhandel onderzoekt hij alternatieve manieren om fairtrade te benaderen. Uiteindelijk betoogt hij dat eerlijke handel geen individueel, maar een collectief probleem is, dat een publieke discussie vereist. Kun je een betere wereld kopen? is een interessant boek, maar helaas nogal schools geschreven, zodat het niet het ‘meest prikkelende’ filosofieboek genoemd kan worden.

Oorlog

Dan Tinneke Beeckmans boek Macht en onmacht, waarin Latour als criticus van het postmodernisme opduikt. De postmoderne filosofen hebben de wetenschappelijke waarheid ontmaskerd als een ideologische constructie, maar het gevolg daarvan is dat bijna niemand meer accepteert dat er feiten bestaan die los van een subjectieve interpretatie kunnen worden aangetoond. De wereld is in staat van oorlog, stelt Latour, maar wat vermag de postmoderne theorie in zo’n oorlogssituatie? ‘Het denken zelf is aldus weerloos gemaakt’, schrijft Beeckman, ‘vooral wanneer het denken strijdt tegen wie geen enkel belang heeft bij een correcte weergave van de feiten.’ Ze doelt daarmee vooral op het islamitisch fundamentalisme, dat gevoed wordt door irrationeel complotdenken en antisemitisme.

Van alle boeken op de shortlist heeft dat van filosoof en columnist Tinneke Beeckman wel de grootste urgentie: het kwam voort uit de aanslag op het Franse tijdschrift Charlie Hebdo in januari vorig jaar. Die aanslag heeft volgens Beeckman filosofische implicaties, want de discussies die erop volgden, maakten duidelijk dat oude verlichtingsidealen niet langer serieus genomen worden in het Westen. Het postmodernisme heeft gezorgd voor een ideologisch vacuüm, dat ook de opkomst van het neoliberale graaikapitalisme mogelijk maakte. En er is nog meer: ‘Postmoderne denkers hebben de democratie ondermijnd omdat ze elke waarheids- en autoriteitsaanspraak onmogelijk hebben gemaakt.’ Zo worden er wel erg veel kwalijke zaken toegeschreven aan een stroming die vooral binnen universiteiten invloed heeft gehad, maar Beeckman weet het overtuigend te beredeneren in haar heldere boek.
 

Anton Pieck

‘De vraag of Anton Pieck “kunst” is en Saskia Noort “literatuur” zou voor de late achttiende eeuw door niemand zijn begrepen’, schrijft criticus en essayist Arnold Heumakers in i. Volgens Heumakers, die op zijn boek promoveerde, stamt dat hedendaagse kunstbegrip uit de achttiende eeuw, toen filosofen en schrijvers van de Verlichting en de Romantiek fel debatteerden over esthetica. Toen ontstond het idee van de autonome kunst, die een eigen domein heeft en niet langer dienstbaar hoeft te zijn aan moraal, religie en politiek. 

Volgens Heumakers is het romantisch kunstbegrip nog steeds van kracht in onze tijd, ook al wordt de historische achtergrond ervan vaak vergeten. Toch moeten we die achtergrond kennen ‘om beter te bepalen wat kunst en literatuur in het huidige tijdsgewricht betekenen’. Daarom geeft hij in zijn boek, dat van grote eruditie getuigt, een ideeënhistorische reconstructie van de esthetische revolutie van de achttiende eeuw. Het resultaat is bewonderenswaardig: De esthetische revolutie zal waarschijnlijk een standaardwerk worden in de esthetica. Maar ik vermoed dat het toch te historisch is voor de jury van de Socratesbeker, die een voorliefde lijkt te hebben voor filosofie die dichter op het heden zit.

Minstens zo historisch is Een beestachtige geschiedenis van de filosofie van Erno Eskens, programmadirecteur van de ISVW. Ook dit is een boek dat tot een promotie heeft geleid. Het is een prachtig geïllustreerd werk, waarin Eskens laat zien hoe filosofen in de loop van de geschiedenis dachten over dieren. De filosofie wordt gekenmerkt door Tiervergessenheit, schrijft hij, ‘het marginaliseren van dierlijkheid’. Filosofen verdiepten zich in het denken, maar vergaten het dier en hun eigen dierlijke lichaam. Deze nadruk op het intellect heeft geleid tot een eenzijdige benadering van de grote filosofische werken. ‘Men wist te goed wat men zocht – intellectuele theorieën – en heeft andere zaken te snel terzijde geschoven.’ Om tegenwicht te bieden zocht Eskens in de canon van de filosofie naar dierlijkheid. Hij wilde erachter komen waarom er uiteindelijk wel meer aandacht is gekomen voor het dier en zijn belangen. Een beestachtige geschiedenis is een belangrijk boek, zowel voor vegetariërs als voor vleeseters, omdat het laat zien hoe onze eigen opvattingen over dieren het resultaat zijn van een lange historische ontwikkeling. 
 

Inktvis

Eskens is een grote kanshebber voor de Socratesbeker. Toch verwacht ik dat René ten Bos de prijs zal winnen, alleen al omdat hij die vorig jaar eigenlijk had moeten winnen met zijn monumentale boek Water. Zijn laatste boek Bureaucratie is een inktvis is ook zeer de moeite waard, vooral ook vanwege de speelse, literaire stijl waarin hij schrijft over een onderwerp dat aanvankelijk nogal saai lijkt: de aard van bureaucratie. 

In het boek van Ten Bos, behalve hoogleraar filosofie ook organisatiedeskundige, verschijnt ook weer de figuur van Bruno Latour, die de term ‘interobjectiviteit’ heeft bedacht om te wijzen op de grote rol die voorwerpen spelen in onze interactie met anderen. Interobjectiviteit is een van de kernmerken van bureaucratie, die computers, papier, pennen en inkt nodig heeft om haar boodschappen te verspreiden. Het boek opent met de zin: ‘Waar macht is, is inkt.’ De bureaucraat wordt vervolgens aangeduid als ‘inktschijter’, wat geen scheldwoord is, maar een ‘parodiërende uitdrukking’, aldus Ten Bos. ‘Ik probeer de banaliteit van de gangbare ideeën over bureaucratie met een brede grijns te laten zien. […] Daarbij zit achter die grijns ook een betrokkenheid, een liefde zelfs voor het thema.’

Als de bureaucraat een inktschijter is, dan is de bureaucratie een inktvis die ontglipt aan iedereen die er greep op wil krijgen. Zoiets kan ook van het boek zelf gezegd worden, dat met al zijn flitsende gedachtesprongen iets ongrijpbaars blijft houden. Daardoor kan Bureaucratie is een inktvis steeds weer opnieuw gelezen worden, als een diepzinnige roman die zijn geheimen nooit helemaal prijsgeeft.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen