Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) neemt afscheid van de term ‘burn-out’. Hoewel huisartsen veel mensen met een burn-out diagnosticeren, komt de diagnose niet voor in de DSM, het handboek waarin alle psychiatrische aandoeningen staan opgetekend. Dat komt omdat burn-out klachten – angst, vermoeidheid, slapeloosheid, somberheid – volgens psychiaters niet goed te onderscheiden zijn van klachten die horen bij angst- en depressiestoornissen. Het CBS stelt bovendien dat het begrip veel te breed is. Wie twee keer per maand tegen werk opziet, heeft al burn-out symptomen. In 2022 waren dat zo’n 1,3 miljoen Nederlanders.
Hierdoor ontstaat er volgens het CBS onterecht het idee dat we lijden aan een burn-outepidemie. Het bureau hanteert voortaan een ander, minder breed begrip: ‘psychische vermoeidheid door werk’. Maar volgens Sanneke de Haan, bijzonder hoogleraar filosofie en psychiatrie aan de Erasmus Universiteit, moeten we ons afvragen waarom burn-out zo’n populaire diagnose is – populairder dan angststoornissen of depressie. Wat gaat er verloren als we de term burn-out niet meer gebruiken?
Waarom is de diagnose burn-out – die toch enigszins vaag is – voor veel mensen zo belangrijk?
‘De populariteit van de diagnose burn-out legt een belangrijk probleem bloot: in tegenstelling tot andere medische aandoeningen worden psychische problemen vaak als een individueel probleem gezien. Als jij depressief bent, is het idee dat er iets mis is met jou. Het begrip burn-out is daarentegen holistischer. Wie een burn-out heeft, lijdt ook aan een maatschappelijk probleem: de maatschappij heeft zoveel van je gevraagd dat je bent opgebrand. Bovendien heeft burn-out de connotatie van te hard hebben gewerkt. In een samenleving waarin arbeidsethos heel belangrijk wordt gevonden, is ziek zijn doordat je te hard hebt gewerkt een meer geaccepteerde variant van ziekte. Als we nu zeggen dat mensen met een burn-out eigenlijk lijden aan een angst- of depressiestoornis, verdwijnt de nadruk op maatschappelijke druk – tenzij we psychische aandoeningen minder individualistisch gaan opvatten.
Even tussendoor… Meer lezen over de psyche? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Interessant genoeg is er al eerder iets vergelijkbaars gebeurd. In de negentiende eeuw sprak men over ‘neurasthenie’, een psychische aandoening waarbij de zenuwen overprikkeld waren door een te hoge werkdruk. Ook die aandoening was populair. Maar die werd later geherdefinieerd: de nadruk kwam te liggen op de zwakke geest van de persoon in plaats van overbelasting door werken.’
Het CBS stelt een andere diagnose voor: ‘psychische vermoeidheid door werk’. Daar zit die maatschappelijke dimensie wel in.
‘Ja, maar een burn-out hoeft niet alleen door werk te worden veroorzaakt. Vaak gaat het om een combinatie van stressfactoren. Het is werk in combinatie met bijvoorbeeld relatieproblemen of schulden dat tot een burn-out leidt. Door te stellen dat het alleen om “psychische vermoeidheid door werk” gaat, sluit je bovendien allerlei mensen van die diagnose uit, omdat we werk vaak onterecht alleen als betaald werk beschouwen. Ander soort werk, zoals mantelzorg, huishouden, vrijwilligerswerk – werk dat, zo stellen veel feministische filosofen, voornamelijk door vrouwen wordt uitgevoerd – is daarvan uitgesloten.’
Zal de keuze van het CBS invloed hebben op de manier waarop mensen over hun psychische klachten denken?
‘Taal maakt uit, en hoe we de dingen indelen en ordenen heeft invloed op ons begrip van onszelf en anderen. Het CBS is zich hiervan bewust: in 2016 koos het bureau ervoor om niet langer de term “allochtoon” te gebruiken. De term riep maatschappelijke weerstand op omdat deze allerlei mensen tot “buitenstaander” verklaarde. De Canadese wetenschapsfilosoof Ian Hacking laat in zijn werk zien dat er bij diagnoses ook sprake is van zo’n feedback-loop. Mensen krijgen een diagnose, maar reageren hier ook op. Ze omarmen haar, maken er bezwaar tegen, of stellen iets anders voor, wat dan weer overgenomen kan worden door instanties. Maar nu bepaalt het CBS eigenlijk van bovenaf dat het begrip burn-out te vaag, te breed en niet duidelijk genoeg te testen is.’
Waarom baseert het CBS zich in het geval van burn-out niet op persoonlijke ervaring? Het bureau produceert ook cijfers over het aantal gelovigen, maar of je gelovig bent of niet is ook niet te testen – dat hangt af van individuele ervaring.
‘Dat heeft te maken met wat “ziektewinst” wordt genoemd: de bescherming die je geniet zodra je een diagnose krijgt. Wie erkend wordt als ziek persoon kan aanspraak maken op psychische, medische of economische bijstand, of vrij krijgen van werk om te herstellen. Of je gelovig bent of niet heeft voor de maatschappij niet veel economische gevolgen. Een psychische diagnose heeft dat wel. Nu het CBS stelt dat het alleen gaat om “psychische vermoeidheid door werk”, kan een kleinere groep aanspraak maken op die bescherming.’