Home Weekendlijstje: Vier filosofen over de geest

Weekendlijstje: Vier filosofen over de geest

Door Bram Galenkamp op 18 mei 2018

Het is Pinksteren. Maar waar is die vrije dag ook alweer voor? De christelijke wereld viert de uitstorting van de Heilige Geest. We weten alleen nog niet eens wat onze éigen geest is. Daarom komen in dit weekendlijstje vier grote filosofen aan het woord over de menselijke geest.

Augustinus (354-430)
‘Ga niet uit je zelf vandaan; richt je naar het binnenste, want in de innerlijke mens huist de waarheid.’ In onze geest vinden we de waarheid, aldus de beroemde kerkvader Augustinus. Zijn ideeën over de menselijke geest waren zeer invloedrijk: nog altijd geloven veel mensen dat de geest meer is dan alleen ons brein. Sommigen voegen er zelfs, net als Augustinus, aan toe dat onze geest onsterfelijk en niet-lichamelijk is. Verder noemt hij de menselijke geest rationeel – die zorgt er namelijk voor dat we logisch kunnen redeneren en waarheden kunnen ontdekken. Tot slot is onze geest volgens Augustinus simpelweg datgene dat het verschil maakt tussen levende en niet-levende dingen. Alles wat leeft, heeft daarom een ziel.

René Descartes (1596-1650)
‘Ik denk, dus ik ben’, schreef de grote Franse filosoof René Descartes. Met zijn methodische twijfel kon hij aan alles twijfelen. Behalve aan het bestaan van zijn eigen geest. Descartes is een van de bekendste aanhangers van het dualisme – de stroming die inhoudt dat lichaam en geest gescheiden zijn. Zij zijn dat volgens Descartes omdat de geest iets heel anders is dan het lichaam: ons lichaam bestaat fysiek en kan niet denken, terwijl de geest juist een denkend en niet-fysiek ding is.

Immanuel Kant (1724-1804)
‘Het leven is misschien een eigenschap der materie’, schrijft de grote Duitse Verlichtingsdenker Immanuel Kant. Ook hij ontwikkelde een invloedrijke theorie over de geest, waarin lichaam en geest niet strikt gescheiden zijn. Kant stelt onze geest gelijk aan een set aan vaardigheden waarmee we kennis kunnen verkrijgen. Kennis vereist volgens Kant zowel ervaringen als een toepassing van concepten. Onze geest bestaat precies uit de vermogens die we daarvoor nodig hebben: indrukken verwerken en denken. De geest is daarom zowel passief als actief, en volgens Kant waarschijnlijk de bron van, of voorwaarde voor, kennis.

Gilbert Ryle (1900-1976)
Al het bovenstaande is onzin, volgens de Britse filosoof Gilbert Ryle. Wie denkt dat we een geest hebben en vooral dat die geest ook nog invloed heeft op ons gedrag, die maakt een zogeheten categoriefout. Denken dat we een geest hebben is volgens Ryle ongeveer hetzelfde als een rondleiding krijgen langs alle gebouwen van de universiteit van Oxford, en dan achteraf vragen waar nou eigenlijk die universiteit was. De universiteit ís de verzameling van gebouwen. En op dezelfde manier is ons ‘ik’ een samenspel van interne processen. Het is een categoriefout om te denken dat er naast die processen ook nog een mysterieuze ‘geest’ bestaat. Wat er met Pinksteren dus ook wordt uitgestort, het is zeker geen menselijke geest.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.