Home Weekendlijstje: Filosofische gedachten over zelfdoding

Weekendlijstje: Filosofische gedachten over zelfdoding

30 november 2018

Weekendlijstje: Filosofische gedachten over zelfdoding

De rol van zelfmoord is een hersenkraker. Niet alleen is het een lange tijd taboe geweest om erover te praten, maar het is ook moeilijk om zo’n emotioneel onderwerp in koude analyses uit te drukken. Toch zijn er verassend veel filosofen die zich nu, en vooral ook vroeger, over dit probleem hebben gebogen. Interessant om te zien is dat de christelijke moraal, waar zelfmoord keihard werd afgewezen, steeds meer ontwikkelde naar een individualistische en liberale moraal, waar mensen zelf het recht hebben om te kiezen voor hun eigen dood. Maar is dit wel gerechtvaardigd? 

Mencius
‘Vis is wat ik wil, en een berenklauw is wat ik wil. Als ik niet allebei kan hebben, heb ik liever de berenklauw dan de vis. Het leven is wat ik wil, en deugdelijkheid is wat ik wil. Als ik niet allebei kan hebben, heb ik liever de deugdelijkheid dan het leven.’ Deze uitspraak van Mencius weegt de keuze om te leven af tegen de mogelijkheid om goed te leven. ‘Hoewel ik de dood veracht, is er iets wat ik nog meer veracht dan de dood.’ De Chinese filosoof pleit dus niet voor zelfdoding, maar eigenlijk voor een deugdelijk leven. Een andere kant van de filosofie van Mencius vertelt ons dat ieder mens de mogelijkheid heeft om deugdelijk te leven, maar dat diegene dit wel zelf zou moeten ontwikkelen. Er bestaat dus geen mensenleven dat de deugd niet kan nastreven, en dus eigenlijk ook geen mensenleven dat zichzelf zou moeten eindigen. Wat deze tekst vooral aantoont is dat de deugd meer gewaardeerd wordt dan het leven zelf. Toch geeft deze tekst ook inzicht in de ‘eervolle zelfdoding’ (seppuku) die in landen zoals Japan gebruikelijk was voor samoerai. Liever hun familie ten schande te brengen, ontnemen ze zich het leven om hun deugdelijkheid te herstellen.

Arthur Schopenhauer
Arthur Schopenhauer staat niet bekend als de vrolijkste filosoof. Met uitspraken als ‘Het ergste moet nog komen’, wordt hij vaak als pessimist afgeschreven. Toch pleit Schopenhauer niet voor het plegen van zelfmoord, hoewel hij ook niet vindt dat mensen het zomaar moeten afkeuren. Volgens zijn filosofie is morele vrijheid het hoogst haalbare en dit kan volgens hem enkel bereikt worden wanneer we ons afsluiten van de wil om te leven. Deze afsluiting van de wil om te leven houdt niet in dat we uit het leven moeten stappen, maar eerder dat we ons leven niet moeten laten beheersen door het najagen van overdreven luxe en genot. Dit zou toch enkel tot een onverzadigd gevoel leiden. Zelfdoding is volgens Schopenhauer dan ook niet de juiste stap, omdat hier het verlangen naar een goed leven niet wordt overstegen. Zelfdoding bevat juist een enorme wil om te leven, om een leven te leven die nu niet geleefd wordt. Het is juist een enorme bevestiging van de wil om te leven.

John Stuart Mill
‘Iedereen heeft een keuzevrijheid, maar de keuzes die andere keuzes limiteren zouden niet toegestaan moeten worden.’ Dit schrijft John Stuart Mill in zijn Essay Over vrijheid. Sommige afspraken zijn schadelijk in zichzelf. Dit bevat afspraken die de keuzes van anderen verminderen, waarmee bevolkingsgroepen onderdrukt kunnen worden, maar ook afspraken die keuzes van de persoon zelf verminderen, zoals wanneer een man zichzelf als slaaf wilt verkopen. Zelfmoord valt in deze laatste categorie. Iemand die zichzelf het leven ontneemt, maakt volgens Mill niet gebruik van zijn vrijheid, maar ontneemt het zichzelf juist.  Hij vernietigt het vrijheidsprincipe wat hem juist in staat zou moeten stellen de daad te mogen doen.

David Hume
Als zelfmoord immoreel zou zijn, moet het schadelijk zijn voor onze plichten tegenover God, onze naasten, of onszelf. Geen van de drie is het geval. Dit is de kern van David Hume’s postuum uitgegeven essay Over zelfdoding. Wat God betreft, die heeft ons zelf de kracht gegeven om onszelf te kunnen doden. God heeft alle krachten van de wereld gecreëerd en deze vernietigen op zichzelf al genoeg mensen. Waarom zou de mens niet zelf gebruik mogen maken van de mogelijkheid een einde aan zijn leven te maken als God dat al op zoveel andere manieren doet zonder een veel duidelijkere reden. En als God enkel zou mogen beslissen wie er sterft en wie niet, zou het ook immoreel moeten zijn om iemands leven te redden. Dit is absurd. Als mijn leven niet van mij was, zou ik er voorzichtig mee om moeten gaan. Als dit zo was zouden we de helden niet kunnen eren maar moeten beschuldigen van het omzichtig omgaan met hun lichaam. Ook dit is absurd. Iets wat door God is gemaakt zou niet de eeuwige orde van God kunnen verstoren. Wat de naasten betreft is zelfmoord als een soort ‘pensioneren’ van de plichten tegenover de maatschappij. Zelfmoord schaadt de niet, maar helpt het ook niet verder. Alle plichten tegenover de maatschappij lijken neer te komen op een soort teruggeven. De veiligheid en zorg van een maatschappij gunnen me een goed leven en dus moet ik goed zijn tegenover de maatschappij. Maar wanneer ik mezelf volledig afwend van de maatschappij, kan er dan gezegd worden dat ik iets terug zou moeten doen? Volgens Hume in ieder geval niet. Wat de plicht tegenover mijzelf betreft: als mijn leven mij geen plezier meer doet, waarom zou ik dan moeten blijven leven? Hume gelooft niet dat er iemand is geweest die zijn leven weggooide terwijl het nog iets waard was om te houden. Onze natuurlijke angst voor de dood is te groot om het leven voor iets kleins te verlaten.

Albert Camus
‘Er is maar een serieus filosofisch probleem en dat is zelfmoord.’ Dit is de beroemde opening van De mythe van Sisyphus, geschreven door de Franse filosoof Albert Camus. De vraag of zelfmoord gerechtvaardigd is, staat in een directe relatie met de vraag of het leven het waard is om te leven. De absurditeit van het leven is dat ons willekeurig, onkenbaar, onverklaarbaar en betekenisloos overkomt. Daarom vergelijkt Camus het leven met de straf die de Griekse goden aan Sisyphus gaven. Hij werd veroordeeld om een ronde rots op de top van een berg te duwen, om de rots vervolgens naar beneden te zien rollen en opnieuw te beginnen. Deze nutteloze taak moest hij tot in de eeuwigheid uitvoeren. Ondanks deze absurditeit vindt Camus dat zelfmoord niet de juiste stap is om te eraan te ontkomen. Net als het wegduiken in illusies of religie, is zelfmoord niet een manier om de betekenisloosheid van het leven echt te ontduiken. In plaats daarvan moeten we de betekenisloosheid gepassioneerd omhelzen. We moeten we Sisyphus inbeelden als een gelukkig man, ondanks zijn eeuwig nutteloze taak.

Simon Critchley
We missen een taal om eerlijk over zelfmoord te kunnen spreken. Simon Critchley gaat in tegen de uitspraak van Hume dat niemand zijn leven weggooit als het nog waard is om geleefd te worden. Hij vindt het in essentie een weerspiegeling van het Christelijke idee erover. Het impliceert dat we ons eigen lichaam bezitten en dat we het kunnen weggooien als wij dat zouden willen. Maar kunnen we wel beweren dat wijzelf enkel de eigenaar zijn van ons lichaam? Het is moeilijk om de uitspraak van Hume te slikken wanneer hij zegt dat zelfmoord geen schade doet aan de maatschappij. Zelfmoord is in wezen een daad die een publiek vereist, zelfs wanneer de zelfdoder alleen is. Vaak is zelfmoord een schreeuw om aandacht. Aandacht voor een mogelijk verwaarloosd bestaan. Zelfmoord is vaker dan eens een communicatiemiddel. Kunnen we door deze sociale rol van zelfmoord wel stellen dat enkel de zelfdoder de macht heeft om te beslissen over zijn leven?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.