Seneca’s werk heeft ons ook vandaag de dag nog veel te bieden, maar aan het einde van zijn leven zal hij zelf allicht gedacht hebben dat het voor niets was geweest. Toegeeflijkheid is een deugd, schreef hij in Over clementie, en woede is zinloos, betoogde hij in Over woede. Zijn keizer, Nero, die hij een leven trouw gediend had, doodde hem, uit woede, zonder clementie. Beide teksten, superieur vertaald door Piet Schrijvers, zijn nu als Woede & Clementie uitgebracht door de Historische Uitgeverij. Schrijvers leidt beide werken prachtig in en het enige wat ik als ordinaire consument op deze uitgave zou kunnen aanmerken is dat hij het aangrijpende verhaal van Seneca’s laatste uren niet heeft opgenomen. Niet dat het aan bloed en tranen ontbreekt in dit boek; Seneca’s eigen tekst bevat genoeg gruwelijke voorbeelden van woede, wreedheid en wraak, alsook stichtelijke van vergeving en clementie.
Seneca is de bekendste der stoïcijnen, de filosofen van de onthechting, de berusting, het idee dat alles is voorbestemd, verzet geen zin heeft en de deugd zijn eigen vervulling is. Woede beschouwt Seneca als een vorm van tijdelijke waanzin, een menselijke zwakheid zonder keerzijde of verdienste. Terwijl ik Seneca’s trefzekere verwerping van de woede met instemming las, had ik zelf een kleine woedeaanval.