Wat kun je doen als je zelf, of als een ander aan je deskundigheid twijfelt? Je kunt het gedachte-experiment van Descartes voltrekken. Door te twijfelen aan alles, kun je er achter komen wat waar is en wat slechts waarschijnlijk.
Bijna iedereen neemt op een moment in zijn leven de rol aan van opvoeder, onderwijzer of deskundige. Op zo’n moment kan je deskundigheid in twijfel worden getrokken. Op basis waarvan zou wat je zegt waar zijn, in plaats van slechts waarschijnlijk? Om deze vraag te beantwoorden besloot Descartes een gedachte-experiment te doen.
‘Als je in tegenstelling tot je dagelijkse gewoonte werkelijk uit alle macht aan alles twijfelt, dan kun je een opmerkelijke conclusie trekken zodra je op de grenzen van je vermogens en vindingrijkheid stuit. Je hebt dan blijkbaar iets gevonden waar je niet aan kúnt twijfelen. Descartes stuitte, na zich welbewust in de diepste vertwijfeling te hebben gestort, inderdaad op één spijkerharde waarheid: ik denk. Wát ik denk is in de meeste gevallen niet waar, maar dát ik denk is dat altijd wel.’
Met alleen deze waarheid kom je als onderwijzer echter niet veel verder, wanneer je deskundigheid wordt betwijfeld. Een volgende stap is je af te vragen of je op basis van deze eerste waarheid een systeem van zekerheden op kunnen bouwen? Volgens Descartes is dit mogelijk.
‘Hij betoogt dat de manier waarop de eerste waarheid is gevonden aantoont dat de perfectie van dat inzicht een ‘waarneming’ is en dat de waarheid of de perfectie van dat inzicht er niet door ons in is gelegd. Zij dringt zich aan ons op, we worden erdoor verrast, we zijn er passief onder. In dit geval is waarheid of perfectie dus geen schijn, maar werkelijkheid. Descartes neemt aan dat wij telkens wanneer wij een waarheid met een dergelijke overtuigingskracht aantreffen, wij die waarheid dus kunnen aannemen. Sterker nog: we moeten wel. Strenge voorwaarde is wel dat we bij het zoeken naar die waarheden net zo zorgvuldig te werk zijn gegaan als in het gedachte-experiment.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees