Home Universiteit van het leven

Universiteit van het leven

08 november 2005

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Nederland heeft een nieuwe universiteit: de Academia Vitae. De opleiding wil verdieping en maatschappelijke betrokkenheid bieden. Interview met initatiefnemer Arjo Klamer: ‘we willen een gemeenschapsgevoel creëren.’



Wat voor een universiteit is de Academia Vitae?
Het is een universiteit vóór en over het leven, bedoeld voor mensen die in verschillende levensfasen verkeren. We hebben dan ook een éénjarige studie voor volwassenen alsook een breed, driejarig bachelorprogramma Liberal arts en sciences opgezet, naar het model van het Amerikaanse university college. De bachelorstudenten volgen eerst allemaal hetzelfde basiscurriculum, waarin denken, zijn, ethiek, en het ‘goede leven’ en de goede samenleving centraal staan.  Op basis van ‘bewezen’ teksten – klassieken van Aristoteles tot Machiavelli, maar hopelijk ook meer niet-westerse teksten – wordt er gediscussieerd over wetenschap en kunst. Later kiezen zij een meer gespecialiseerde ‘major’. 

Wat maakt deze universiteit zo bijzonder?
De Academia Vitae onderscheidt zich van anderen doordat wij heel nadrukkelijk uitgaan van permanente educatie. Meer dan de andere universiteiten leggen wij de nadruk op die klassieke teksten die mensen kunnen helpen om tot inzichten te komen in het leven. Je ziet dat er behoefte is aan gesprek en verdieping in de wereld van bedrijven en overheden. Volwassenen kunnen er nu een jaar tussenuit om die verdieping bij ons te zoeken. Ook bij studenten zie je vaak dat ze te weinig worden uitgedaagd, zie de lage studierendementen. Ook vinden wij maatschappelijke betrokkenheid van groot belang. Onderwijs is niet alleen kennisoverdracht, maar ook ontwikkeling. Vandaar dat wij streven naar een brede studie. Het reguliere onderwijs is vervlakt. Er is méér nodig dan dat om sterk in het leven en in de samenleving te kunnen staan. Wezenlijke vragen bepalen de orde van de dag. Ik denk dat die nadruk op maatschappelijke betrokkenheid voor ons cruciaal is. Het voorkomt dat we slechts een soort cursusfabriek worden, en het is een groot verschil tussen ons en een reguliere opleiding. 

Wat wordt er verwacht van de student?
Nieuwsgierigheid is het belangrijkste, dan volgt de rest vanzelf. Nieuwsgierigheid motiveert, zorgt ervoor dat je je gaat mengen in discussies. Verder moet de student zo’n studie niet alleen omwille van een soort ‘zelfverrijking’ volgen, maar ook om een bijdrage te willen leveren aan de maatschappij. De vraag is telkens: wat is de bijdrage die je levert aan de samenleving? 

Hoe komen die levensvragen in de praktijk aan bod? En hoe krijgt die maatschappelijke betrokkenheid vorm?
Ten eerste heeft het onderwijs meestal de standaardvorm van de seminar: aan de hand van de teksten gaan docent en studenten in gesprek. De vorm van het gesprek stimuleert de student dingen te zeggen en te denken die hij of zie nog niet had bedacht, onderwerpen te bekijken zoals hij of zij ze nog niet bekeken had. Het is ook de bedoeling dat deze gesprekken nieuw licht gaan werpen op kwesties uit de actualiteit, daar worden speciale bijeenkomsten voor georganiseerd: de zogenaamde tea conversations.. Verder komt er een research center waar onderzoek kan worden gedaan naar hoe contacten kunnen worden gelegd tussen de verschillende wetenschappen. Dat is er namelijk veel te weinig, wetenschappers zitten te veel vast aan hun eigen vakgebied.
Om die maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen is er tijdens de studie ieder jaar een maatschappelijk project van een maand. Studenten gaan bijvoorbeeld in een verzorgingtehuis werken, waardoor ze direct te maken krijgen met problemen in de samenleving. Tenslotte hebben we in Deventer nu niet alleen een universiteit, maar ook een campus. Het is belangrijk om wonen, leven, en studeren te integreren. Dat maakt de studie veel intensiever. We zullen ook steeds seminars blijven organiseren waar oud-studenten terug kunnen blijven komen. We willen een gemeenschapsgevoel creëren.       

In welk stadium zit de universiteit nu? Is de financiering rond?
Het éénjarig programma is nu ruim een maand bezig. In september 2007 start de bachelorstudie. Verder wachten we nog op het kwaliteitskeurmerk, waarna we in aanmerking kunnen komen voor overheidsbekostiging. Maar het liefst willen we de Academia zo veel mogelijk financieren met partners en bijdragen van alumni en bedrijven – om zo het idee van een gemeenschap zo veel mogelijk vorm te geven.  

Trijsje Franssen