Home Uiteindelijk draait alles maar om één ding: macht

Uiteindelijk draait alles maar om één ding: macht

Door Pieter Hoexum op 27 mei 2010

05-2010 Filosofie Magazine Lees het magazine

Machiavelli was niet ‘alleen maar’ een groot politiek denker. Zo schreef hij ook prachtig proza en toneel. Wel toont hij zich daarin even goddeloos en wars van moralisme als in zijn politieke werk. Machiavelli’s vele geschriften zullen wel gedoemd zijn altijd te worden aangeprezen met: ‘Van de schrijver van Il Principe.’ Als ze niet ook door Machiavelli geschreven waren, hadden zijn andere pennenvruchten waarschijnlijk niet op de aandacht kunnen rekenen die ze nu wel krijgen. Dat was jammer geweest, omdat Machiavelli een zeer interessant en vruchtbaar schrijver was. Hij was een echte Renaissancefiguur, een Uomo universale, van alle markten thuis. Behalve zijn beroemde ‘vorstenspiegel’ schreef hij een uitgebreid commentaar bij de eerste tien boeken van de Romeinse historicus Livius, een geschiedenis van Florence, een dialoog over de krijgskunst, vele brieven (zowel privé als in dienst van de republiek Florence), een kort verhaal, poëzie en toneel. Van de laatstgenoemde drie genres – laten we zeggen: van Machiavelli’s bijdrage aan de ‘schone letteren’ – is nu een Nederlandse vertaling verschenen. Paul van Heck tekent daarvoor, die eerder andere belangrijke werken van Machiavelli vertaalde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

 

Bedrog loont

Het toneelstuk Mandragola is verreweg het belangrijkste, ook omdat Machiavelli er tijdens zijn leven een zekere faam mee verwierf. In deze komedie raakt Callimaco verliefd op Lucrezia. Helaas voor hem is de jonge, beeldschone vrouw al getrouwd met Nicia, een rijke Florentijn op leeftijd. Deze Nicia is bijzonder tevreden met zichzelf en zijn huwelijk, dat ook inderdaad gelukkig lijkt, behalve dan dat het kinderloos is gebleven. Callimaco roept bij de verovering van de kuise Lucrezia de hulp in van Ligurio. Dit is de ‘machiavellist’ van het stuk; hij manipuleert en bespeelt alles en iedereen om zijn plannetjes te kunnen verwerkelijken. Met name buit hij de twee zwaktes van Nicia, zijn verwaandheid en kinderloosheid, genadeloos uit.
Ligurio laat Callimaco zich voordoen als arts. Nu kan hij Nicia wijsmaken dat hij zijn vrouw sap van de alruin (Mandragola) moet laten drinken, dat vruchtbaar maakt. Zoals het bij dit soort toneelstukken hoort, volgt er een reeks hilarische verkleedpartijen, persoonverwisselingen en dergelijke. Uiteindelijk krijgt Callimaco zijn zin, dat wil zeggen: Lucrezia.
Eind goed, al goed. Hoewel… De bedriegers zijn niet ontmaskerd, maar overwinnen juist. Er verschijnt geen deus ex machina die alles oplost. Net als in zijn politieke leer blijkt Machiavelli ‘goddeloos’ en wars van moralisme. Bedrog is voor Machiavelli geen ongerechtvaardigd middel, maar integendeel zeer bruikbaar.
Het toneelstuk is, zoals Machiavelli’s hele oeuvre, geschreven vanuit een en dezelfde obsessie, namelijk de macht. Het gaat uiteindelijk om maar één ding: hoe word en blijf je de baas? In Il Principe houdt hij de vorst voor dat deze altijd rechtvaardig, betrouwbaar, oprecht en godsdienstig moet lijken – maar niet hoeft te zijn. Voor wie zich met macht bezighoudt, telt slechts het resultaat – succes rechtvaardigt de middelen. ‘De massa laat zich meesleuren door de schijn en door het resultaat van iets. En de wereld is nu eenmaal een grote massa.’
Ook Mandragola is een grote lofzang op het bedrog. Machiavelli schreef canzoni als entr’acte voor het stuk:

‘Zo zalig zoet smaakt het bedrog
dat een hartenwens vervult,
dat het alle pijn vergeten doet,
en alle bitterheid verguldt.
O heerlijk, kostbaar middel,
jij wijst dolende zielen de weg:
jij maakt, sterk en slim,
Amor rijk en geliefden gelukkig.’

Zoals Arnon Grunberg in zijn nawoord bij een recente uitgave van De heerser concludeert: ‘Machiavellisme is geen gewetenloos opportunisme, maar een bijzondere vorm van waarheidsliefde.’