Home Ted Honderich: ‘Terrorisme is soms de enige rationele stap’

Ted Honderich: ‘Terrorisme is soms de enige rationele stap’

Door Ivana Ivkovic op 15 mei 2006

05-2006 Filosofie magazine Lees het magazine

Volgens de gerenommeerde filosoof Ted Honderich is terrorisme niet altijd verwerpelijk. Soms kan geweld de rationele uitkomst zijn van het streven naar een beter leven. 'Wie dat ontkent, is medeplichtig aan terrorisme.'

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.


‘Ik geloof dat de zelfmoordaanslagen van de Palestijnen moreel gerechtvaardigd zijn. Dit standpunt heeft me al een slechte naam bezorgd. In Duitsland werd ik beschuldigd van antisemitisme.’ Je zou het niet zeggen, maar de reputatie van Ted Honderich (73), is onbetwist. Althans, als het gaat om zijn bijdragen aan de zogeheten  philosophy of mind en de logica. Hij was onder meer Grote Professor of Philosophy of Mind and Logic aan het University College van Londen; onder zijn redactie verscheen van het standaardwerk The Oxford companion to philosophy. Maar de politieke boeken, die hij schreef na zijn pensioen, maken van de Brit van Canadese afkomst onmiskenbaar een controversiële denker.

Met name After the terror (2002), waarin hij voor het eerst verdedigt dat  Palestijnen het morele recht hebben op terrorisme, zorgde voor een rel. Naar aanleiding van de Duitse uitgave van dit boek beschuldigde Micha Brumlik, directeur van het holocaust-instituut Fritz Bauer, de filosoof van ‘antisemitisch antizionisme’. Daarop verklaarde Suhrkamp het boek niet langer op de markt te brengen. De gerenommeerde uitgeverij, die vele belangrijke joodse schrijvers en filosofen in haar fonds heeft, gaf als reden dat Honderich op het internet zijn standpunten geradicaliseerd heeft. Zelfs een protest van de invloedrijke filosoof Jürgen Habermas mocht niet baten. Honderich was naar eigen zeggen ‘furieus’ en noemde de aanklacht van een ‘onbeschaamde domheid’. Een felle reactie, die onmiskenbaar de man tekent. Honderich kan ongenadig fel reageren, als hij wordt geconfronteerd met kritiek  Tijdens een debat, die onlangs werd georganiseerd door de Katholieke Universiteit Brussel, beet hij de Leuvense hoogleraar Herman de Dijn toe ‘medeplichtig’ te zijn aan terrorisme. In het debat wees De Dijn terrorisme categorisch af, omdat er nooit een morele rechtvaardiging kan zijn als het gaat om het ‘vermoorden van kinderen’. Voor Honderich mist juist die morele diskwalificatie het punt waar het om draait: het is een denkfout om de acties van de Palestijnen louter als terrorisme te beschouwen. Het is ook het verzet tegen etnische zuivering, en zelfverdediging, een strijd voor een beter bestaan. Wie daar blind voor is, is impliciet medeplichtig. Dus, De Dijn, die terrorisme categorisch afwijst, is eigenlijk medeplichtig.
 
De term denkfout is typerend; in Honderichs analyses klinkt altijd de Angelsaksische filosofie door, die gespitst is op inconsistenties, niet logisch taalgebruik en denkfouten. Zijn verdediging van het terrorisme is dan ook alleszins rationeel, volgens de wetten van de logica gededuceerd uit een universeel principe, dat hij in zijn laatste boek, Right and wrong, and Palestine, 9/11, Iraq, …, uit de doeken doet. Desgevraagd herhaalt hij hem in een grand café in het centrum van Brussel: ‘Ik noem dat universele principe het beginsel van de menselijkheid. Het is mijn categorische imperatief, en het zegt: We moeten rationele maatregelen nemen om mensen te verlossen uit levens die het niet waard zijn om geleefd te worden. Rationele stappen, dat wil ook zeggen, effectieve stappen: maatregelen waardoor er meer mensen worden geholpen uit mensonwaardige levens, dan dat het dat soort levens produceert. De meeste mensen zijn het met dit principe eens. Maar uit het principe volgt ook dat geweld soms de enige effectieve stap is. Zoals bij de Palestijnen – de machtverhouding is zeer ongelijk, Israël heeft een van de modernste legers van de wereld. Wat kunnen de Palestijnen daartegen beginnen? De meeste mensen onderschrijven ook de stelling dat Palestijnen het recht hebben om te strijden voor de bezette gebieden en een volwaardige eigen staat. Maar toch is er de weigering om de consequenties hiervan te aanvaarden, om eenvoudigweg de conclusies te trekken. De meeste mensen zeggen: dat mag allemaal wel zo zijn, maar daarom hoeven ze geen mensen te doden? Maar we kunnen niet de premissen aanvaarden en de conclusie weigeren.’
 
Waarom niet? Moraliteit is niet altijd hetzelfde als logica. Het is altijd mogelijk om te zeggen: er is een absolute, morele grens. En die grens ligt daar waar onschuldige burgers worden opgeblazen.
‘Maar het is gewoon niet waar dat we het veroorzaken van burgerslachtoffers altijd veroordelen. De geschiedenis staat bol van voorbeelden waar dat niet het geval is. Er vielen vele tienduizenden doden  tijdens de luchtbombardementen op Duitse steden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds vinden de meeste mensen dat moreel aanvaardbaar. Onze Britse regering rechtvaardigt het doden in Irak, op dit moment. Ze vermijden alleen om het ronduit te zeggen. De taak van de filosofie is dit wel hardop te zeggen, en ik ben bereid om dat te doen.’

Honderich laakt de conventies, de stilzwijgende afspraak die gebiedt terrorisme hoe dan ook te veroordelen: ‘Mensen zijn zo vaak slachtoffer van conventies. Ze durven niet over deze vragen helder na te denken. Het is kristalhelder dat onze politiek en onze maatschappij onderhevig zijn aan conventies. Dat is in feite niets anders dan een onnadenkende houding, onberoerd door logica en intelligentie. Er zijn vele soorten conventies. Een van de heersende conventies is dat democratie beter is dan wat-dan-ook. En dat de oordelen van de democratie beter zijn dan andere oordelen. Een van de conventies is ook dat het terrorisme geen steun krijgt van het volk. Dat werd ook altijd van IRA gezegd, dat de Ieren het niet steunen. Dat werd ook van Hamas gezegd. Blijkbaar is er een eigenwijs figuur zoals ik voor nodig om te zeggen: dat weet ik nog niet zo zeker. Er zijn vele manieren om het terrorisme te steunen. Daarom was ik ook zo verrukt over de overwinning van Hamas. Mensen krijgen de kans om voor de terroristen te stemmen en opeens – kijk en huiver – doen ze precies dat! Het bewees dat een van de heersende conventies die de discussie verlamt verkeerd was, fout zat! Daar, ze hebben voor ze gestemd. Kennelijk vinden ze niet dat het monsters zijn, anders zouden ze dat niet hebben gedaan.’
 
Maar terrorisme is alleen maar destructief. Het zal nooit een conflict bezweren, alleen maar de strijd verharden.
‘Het is zo vaak herhaald dat terrorisme niet werkt. Wel, terrorisme heeft bijgedragen aan de overwinning van Hamas; het werkt dus wel. De Palestijnse staat komt er misschien nooit, maar de intifada’s hebben wel een resultaat opgeleverd.

Terrorisme wordt al te makkelijk veroordeeld. Er is een onwil om de achtergronden ervan in ogenschouw te nemen. Toen New Labor in Engeland aan de macht kwam, hadden ze een mantra over de bestijding van criminaliteit. Die luidde: Tough on crime, tough on the causes of crime – hard tegen criminaliteit, hard tegen de oorzaken van criminaliteit. Twee, drie jaar lang moesten we het onophoudelijk aanhoren. En na 9/11 werd die kreet nooit meer herhaald. Ik neem aan dat een slimmerik in het beleidsdepartement zei: beter om dat niet meer te zeggen, omdat mensen kunnen vragen – maar hoe zit het nou met hard tegen het terrorisme, hard tegen de oorzaken van het terrorisme?

Die vraag is zo voor de hand liggend. Net zoals met de recente onrusten in Frankrijk. Het is bijna een wetmatigheid: als mensen zich angstaanjagend gedragen, als ze moorden en platbranden, dan doen ze het niet zonder redenen. En zelfs al geven ze geen reden op of ze vertellen iets absurds, dan doen ze het omdat ze leven in frustrerende omstandigheden. Er is een oorzak van zulk gedrag. En als we willen dat dit gedrag ophoudt, dan moeten we naar die oorzaken kijken.

We moeten ons niet alleen op het geweld blindstaren. Het politieke geweld is niet de belangrijkste kwestie van onze tijd. Het grootste probleem dat we moeten aanpakken is het feit dat op dit moment zo veel mensen in zulke afschuwelijke, verschrikkelijke omstandigheden leven. Dat is ongelofelijk. Dat is het probleem: de wereld is in een hele slechte staat.
 

Maar kan geweld daadwerkelijk de wereld meer rechtvaardig maken?

‘Ik geloof dat we rationele maatregelen moeten nemen om een einde te maken aan de slechte staat van de wereld. Als we niets doen, zijn we gewoon schuldig aan nalatigheid. Onmiddellijk rijst de vraag of geweld een dergelijk maatregel is. Ik denk: soms wel, soms niet. Iedereen die zegt dat we nooit naar geweld moeten grijpen is gewoon krankzinnig. Iedereen die zegt: we moeten altijd onderhandelen, en nooit geweld gebruiken is niet goed bij zijn hoofd. Met het mes op keel – wat de Palestijnen nu overkomt – kan je niet langer onderhandelen. Het is krankzinnig om vol te houden dat onderhandeling altijd het beste beleid is, of dat we ons altijd op de wet moeten verlaten. Het is even krankzinnig om te geloven dat geweld altijd een juist middel is. Dat is het niet altijd. Als het niet werkt, dan is het een verkeerd middel. En de moeilijkste vraag is welke concreet beleid het beste is. Maar we moeten zulke vragen proberen te beantwoorden.


Wat ik wil aankaarten is niet slechts het probleem van de ongelijkheid. Ik ben geen egalitarist. Als we het allemaal even slecht zouden hebben en daarin gelijk zijn, zou nog niets zijn opgelost. Als iemand van honger sterft, dan is het probleem niet dat hij minder heeft dan iemand anders; het probleem is dat hij van honger sterft. Het gaat me niet alleen over de gelijkheid, maar om het feit dat mensen beroofd zijn van de dingen die we allemaal willen, omdat het onze natuur is om ze te willen. Dingen zoals gezondheid, en een dak boven ons hoofd en vrijheid, dingen die onze levens goed maken. Er zijn zo veel mensen die deze dingen moeten missen. Dat is het probleem. Dat – en onze onwil om iets daaraan te doen.’

Ivana Ivkovic