Home Techniekfilosoof Vincent Blok: ‘Het beheersen van de aarde is een utopie

Techniekfilosoof Vincent Blok: ‘Het beheersen van de aarde is een utopie

Technologie is ten onrechte een splijtzwam in het klimaatdebat, stelt filosoof Vincent Blok. We plaatsen natuur en cultuur tegenover elkaar, terwijl echte vernieuwing die tegenstelling opheft.

Door Florentijn van Rootselaar op 25 maart 2022

Techniekfilosoof Vincent Blok: ‘Het beheersen van de aarde is een utopie

Technologie is ten onrechte een splijtzwam in het klimaatdebat, stelt filosoof Vincent Blok. We plaatsen natuur en cultuur tegenover elkaar, terwijl echte vernieuwing die tegenstelling opheft.

FM4 2022 cover
04-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

In 1995 werd de eerste living machine gebouwd, door de Findhorn Foundation, een Schotse woonwerkgemeenschap. Sinds die tijd zijn er wereldwijd meerdere gemaakt, onder meer in de dierentuin in Emmen. De machines zijn bedoeld om afvalwater te zuiveren, maar anders dan andere machines maken ze daarvoor gebruik van planten en vissen. ‘Het zijn machines, door mensen bedacht, maar ze onttrekken zich ook aan onze invloed, omdat de planten en dieren op elkaar reageren,’ zegt Vincent Blok in een beeldbelgesprek.Blok, universitair hoofddocent techniekfilosofie aan Wageningen University, zit in zijn werkkamer vol boeken in Voorburg. ‘Als ik hier naar buiten ga, merk ik dat een gewoon praatje over het weer zijn onschuld verloren heeft,’ zegt hij. ‘Als je over het weer praat, heb je het onvermijdelijk over de klimaatcrisis.’

Recent publiceerde hij het boek Van wereld naar aarde. Filosofische ecologie van een bedreigde planeet, over een nieuwe manier van denken over de aarde.

Hoe reageren we op de klimaatcrisis?
‘Bij de mensen die de crisis serieus nemen zie je grofweg twee houdingen. Of ze kiezen voor een meer eco-modernistische benadering, waarin ze proberen met technologie de boel op te lossen. Of ze zeggen dat we onze houding ten opzichte van de natuur moeten veranderen. Daarbij gaan ze uit van een ongerepte natuur die we moeten conserveren door zelf te consuminderen. De laatste gedachte vind ook ik aanlokkelijk, maar uiteindelijk niet overtuigend.’

Is er een alternatief?
‘Er moet iets gebeuren, we kunnen niet zo voortgaan. Maar als filosoof wil ik eerst stilstaan bij wat de twee kampen met elkaar delen. Beide gaan uit van management en controle. In het geval van de technologische oplossing is dat duidelijk, maar ook de pleitbezorger van natuurbehoud laat zich daardoor leiden. Die zal vooral ook zichzelf aan die controle willen onderwerpen: minder consumeren, soberder leven. En door die controle over zichzelf uit te oefenen, hoopt de asceet ook de wereld te beheersen.’

Wat is er mis met die houding?
‘Het gevaar van de controlerende houding – die je dus terugziet in beide kampen – is dat die nogal totalitair is.

Ze gaat ten koste van veel wat we waardevol vinden. Democratische waarden moeten wijken voor eco-efficiëntie: alles wordt afgerekend op de klimaatimpact. Geo-engineering is een planetaire oplossing waarbij de rol van staten of individuen is uitgespeeld. We kiezen daarbij voor technologische oplossingen, zoals het manipuleren van wolken met chemicaliën, die gevolgen hebben voor de hele wereld. Mijn vraag is: hoe zit het met doodgewone menselijke waarden, zoals genot of plezier? Of verspilling zelfs – verkwisting vormde toch altijd een belangrijk deel van onze beschavingen?’

Maar is het niet noodzakelijk om totalitair te zijn? Anders gaat de aarde eraan en kunnen we sowieso geen plezier meer maken.
‘We hebben geen enkele garantie dat die houding de aarde zal redden. Het uitgangspunt dat we de aarde kunnen beheersen is een utopie, een vorm van idealisme die niet is gebaseerd op wat de mens werkelijk vermag. We merken sinds de klimaatverandering steeds meer dat de aarde instabiel en onbeheersbaar is. Daar is geen technofix voor.’

Wat staat ons dan te doen?
‘Wat ons onder meer kan helpen is anders over technologie gaan denken. Nu wordt technologie door het ene kamp omarmd, als middel om klimaatverandering te managen. Het andere kamp verzet zich tegen technologie, en pleit voor natuurbehoud door zelfbeheersing. Beide kampen hanteren hetzelfde beeld van technologie: een middel waarmee de mens alles probeert te fixen. Wat opvalt is dat beide partijen daarmee vasthouden aan de klassieke oppositie die we al eeuwenlang hanteren: die van natuur versus cultuur en mens.

‘Om de aarde te redden moeten we anders gaan denken over technologie’

Technologie is dan een middel waarmee de mens die natuur kan beheersen. Daarbij wordt technologie ook nog eens als moreel verwerpelijk beschouwd. Technologie is immers het instrument van het kapitalistische systeem om natuur en mens te exploiteren en te onderdrukken. Maar die oppositie tussen natuur en mens was al niet zo sterk als we denken, en zeker in deze tijd wordt die vloeibaar. Dat leidt tot nieuwe technologieën.’

Wat voor soort technologieën zijn dat?
‘Wij zijn naarstig op zoek naar technologische oplossingen die gebruikmaken van hernieuwbare energie en die geen afval produceren. De natuur biedt daar volop inspiratie voor. Kijk eens naar de planten en bomen: die draaien op zonne-energie en zijn volledig recyclebaar. Op die manier kan de natuur zelf aanleiding vormen voor de ontwikkeling van technologie die de natuur niet meer exploiteert, maar helpt om te regenereren.’

Kunt u daar een voorbeeld van geven?
‘Een mooi voorbeeld is de living machine. Dat is zeker technologie, menselijk design, maar tegelijkertijd zie je dat al die planten en dieren relaties aangaan met elkaar en met lokale ecosystemen – met planten en dieren in de omgeving. Daar zie je heel andere principes dan in de gewone waterzuivering, waarin men juist interactie met de buitenwereld probeert uit te sluiten. De living machines doorbreken het schema natuur-cultuur, en delen met het concept natuur dat ze niet volledig door de mens beheersbaar zijn en steeds nieuwe relaties aangaan met de omgeving. Ze zijn trouwens veel meer dan een mooi natuur-experiment: het zijn ook gewoon heel efficiënte waterzuiveraars.’

Dichtbij mensen
Een belangrijk bedenker van de living machines is de Amerikaan John Todd, een emeritus-hoogleraar Ecological Design aan de universiteit van Vermont. Met zijn bedrijf Ecological Design bouwt hij over de hele wereld living machines. Zijn beginpunt is waterzuivering, maar hij probeert daar ook een heel ecosysteem aan te koppelen: afval kan gebruikt worden om te composteren, en ook om voedsel zoals champignons te produceren. Todd wil hiermee niet alleen op een ecologische wijze een bijdrage leveren aan waterzuivering en voedselproductie. Hij vindt het ook belangrijk dat deze projecten dichtbij mensen gelokaliseerd zijn, bijvoorbeeld in een universiteit of een dierenpark. Daardoor kunnen ook stedelingen weer een directer contact met natuur en voedselproductie ervaren. Ook belangrijk volgens Todd: tijdens die ervaring kunnen we nieuwe inzichten opdoen over de natuur en onze verhouding daartoe.

‘Veranker nieuwe technologie in de onbeheersbaarheid van de aarde’

Blok is niet alleen enthousiast over dit soort technologie omdat die een bijdrage kan leveren aan onze voedselvoorziening en waterzuivering. Volgens hem doet die ook recht aan onze menselijke conditie. ‘Kenmerkend voor de mens is de ervaring dat dingen ons ontsnappen, dat we ergens niet helemaal thuishoren, of dat we ergens geen vat op hebben. In mijn boek laat ik dit zien door de beheersbaarheid van de wereld van management en controle te verankeren in de onbeheersbaarheid van de aarde.’

Wat betekent dat concreet? Wat gebeurt er bijvoorbeeld als we worden geconfronteerd met zo’n living machine?
‘Een living machine is niet alleen maar een nieuw artefact, maar brengt al mijn uitgangspunten in de war. Hoe zit het nu met mijn autonomie tegenover zo’n living machine, die tot op zekere hoogte het product van de mens is, maar die zich ook aan mijn beheersing onttrekt? Hoe zit het met de menselijke verantwoordelijkheid? Ben jij verantwoordelijk voor een wilde machine die zich onttrekt aan je macht? De mens is bij uitstek het wezen dat dit soort vragen stelt en dit soort ervaringen heeft.’

Hoe kunnen we uw ideeën op dit moment praktisch vormgeven? U noemde al de living machines, maar misschien hebt u ook een aanbeveling aan de regering?
‘Een van de grote vraagstukken waar we mondiaal mee zitten is de overgang naar een biobased economie, een economie die niet meer gebaseerd is op fossiele, maar op hernieuwbare brandstoffen. Daar gaat nogal wat Europees geld naartoe, veel wetenschappers zijn er intensief mee bezig. Maar het lijkt me goed om een filosofische pas op de plaats te maken. Wat bedoelen we met een biobased economie? Het lijkt te betekenen dat we gewoon doorgaan met de oude economie – business as usual – en dat we niet meer doen dan proberen producten zo veel mogelijk recyclebaar te maken. Maar zou het niet beter zijn om die biobased economie letterlijk op te vatten als een economie die alleen mag functioneren binnen de grenzen van de biosfeer?’

Dat klinkt weer als een totalitaire oplossing, waar u eerder zo tegen was.
Lachend: ‘Daar heb je me.’ Na even nadenken: ‘Ik denk dat we moeten benadrukken dat zo’n echte biobased economie niet alleen maar restrictief is. Laten we kijken hoe deze uitgangspositie ons juist in staat stelt nieuwe technologie te ontwikkelen, zoals living machines. Laten we kijken hoe we deze voorwaarden kunnen zien als een motor voor innovatie, voor pluriformiteit ook. Binnen de grenzen van de biosfeer zijn er veel verschillende technologieën mogelijk.’

Hoe pak je dat aan?
‘Het betekent ook dat we er oog voor moeten houden dat het nieuwe zomaar kan verschijnen. Wie goed kijkt naar de natuur, ziet dat die veranderlijk is en dat er zich steeds nieuwe mogelijkheden in aandienen. Dat zie je als je kijkt naar de evolutie zoals die zich tot nu toe heeft voltrokken, maar net zo goed als je kijkt naar een living machine die nieuwe en onvoorspelbare relaties aangaat met andere ecosystemen. Dat zijn we in het huidige klimaatdebat uit het oog verloren.

De wetenschap dat er telkens iets nieuws kan verschijnen binnen ecosystemen ontslaat ons trouwens niet van onze verantwoordelijkheid. We kunnen en mogen niet wachten op de redding. We zullen moeten reageren op de klimaatcrisis, ook door nieuwe technologieën te ontwikkelen. Alleen zullen we dat samen met de natuur moeten doen.’

Meer lezen over technologie? Bestel nu de speciale uitgave Technologie. De kunstmatige natuur van de mens.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.