Techniekfilosoof en ethicus Madelaine Ley zoekt niet naar oplossingen – ze wil daar juist ver van blijven. Dat roept wel eens frustratie op bij haar studenten en de ingenieurs met wie ze samenwerkte in het AIRLab (AI for Retail Lab), een onderzoekslocatie in Delft waar innovatieve AI-toepassingen worden ontwikkeld voor bijvoorbeeld supermarkten. Ley promoveerde onlangs aan de TU Delft op een onderzoek naar de ethiek van robots en automatisering in de voedingsindustrie. Ze groeide op in een hechte gemeenschap op het Canadese platteland, waar voedsel werd verbouwd en buren bij elkaar aanschoven voor een maaltijd. Die ervaring van voedsel als onderwerp van zorg nam ze mee het AI-lab in.
Hoe was het om als ethicus in een AI-lab te werken?
‘Ik wilde met de techneuten zelf werken en geen ethiek van buitenaf toepassen. Dat was erg leerzaam. Er is een spanningsveld tussen de ingenieur die heel concrete technische vraagstukken wil oplossen – hoe kan ik deze robot een banaan laten oppakken? – en de filosoof die bredere kwesties wil aansnijden. Zoals de vraag of we überhaupt wel robots zouden moeten gebruiken.’
Omgaan met het onbekende
Zoals technologie wordt ingezet als oplossing voor een probleem, gebeurt dat ook vaak met ethiek, zegt Ley. Een ethisch raamwerk wordt toegepast op een technologie om die beter te maken. Maar dat is niet hoe Ley te werk gaat. ‘Ik wil ruimte bieden aan complexiteit, paradoxen en tegenstrijdigheden. Dat kan frustrerend zijn. Onze cultuur is ingesteld op antwoorden en oplossingen. Terecht, want we leven in een tijd van crisis. De studenten aan wie ik lesgeef maken zich zorgen over de toekomst, over de politiek en hun baanzekerheid. Ze zijn boos en gefrustreerd. Ik neem dat niet licht op. Die emoties zijn een uitnodiging, daar gebeurt iets belangrijks om mee aan de slag te gaan. Maar eenvoudige oplossingen zijn er niet. We moeten leren met het onbekende om te gaan en daar standvastig in te blijven, niet altijd controle te willen hebben.’
U gebruikt in uw onderzoek het raamwerk van de zorgethiek. Wat voor rol speelt zorg in de voedingsindustrie?
‘Zorgethiek gaat over relationaliteit. Waar andere ethische theorieën uitgaan van het individu, begrijpt de zorgethiek het individu als een deel van een ecologie van onderlinge afhankelijkheden. In het begin ondervond ik weerstand in de detailhandel als ik het had over zorg. Kon ik me niet beter richten op iets als privacy? Dat begrijpen mensen, privacy is een waarde die je kunt toepassen in een technisch ontwerp. Zorgethiek is daarentegen niet iets wat je toepast. Dat zou namelijk betekenen dat het een oplossing is, en ik wil verre blijven van solutionisme.
Zorgethiek gaat om een andere manier van kijken naar de wereld en hoe technologie werkt. We zijn altijd al verbonden met elkaar, met andere mensen en de rest van de wereld. Retail is daar een goed voorbeeld van. Die verbindt ons met mensen aan de andere kant van de planeet – denk aan waar ons voedsel allemaal vandaan komt. We moeten aandacht besteden aan die verbindingen.’
En wat gebeurt er als je dat doet?
‘Zorg is een praktijk, niet iets gedefinieerds. Het vereist allereerst dat we aandacht schenken aan het ecologische web waar we deel van uitmaken, de onderlinge afhankelijkheden. Dan begin je bijvoorbeeld op te merken dat die kom met havermout bij het ontbijt al door vele handen is gegaan.
Een ander belangrijk punt dat je ontdekt, is dat perfectie niet bestaat. De Canadese filosoof Alexis Shotwell zegt in haar boek Against purity dat je geen zuivere relaties kunt hebben. Je kunt nooit weten met wie je allemaal verbonden bent. En toch moet je aandacht en intentie in je relaties leggen. Als je daarmee begint, kan zich iets ontvouwen waar ik ook geen weet van heb.’
Filosofie in de puinhoop
‘Onzuiverheid’ is ook terug te vinden in Leys proefschrift. Ze vertelt persoonlijke verhalen over haar achtergrond en gezinsleven, en nam behalve academische papers ook gedichten en foto’s op. Haar twee kinderen werden geboren tijdens het onderzoek. ‘Hoe zou het daar niet over kunnen gaan bij het schrijven over voedsel,’ zegt ze, ‘de ervaring van twee peuters hebben en het avondeten op tafel proberen te krijgen?’ Dat roept ook een bredere vraag op, namelijk wat deel mag uitmaken van filosofie en wat niet.
Waarom was het belangrijk om uw dagelijks leven ook op te nemen in uw proefschrift?
‘Ik schreef op de academische manier mijn papers maar kon het niet laten om ’s ochtends heel vroeg op te staan en andere, creatieve dingen te schrijven. Die twee dingen werkten op elkaar in. Ik probeerde ze gescheiden te houden, maar dat lukte niet. Het analytische en gepolijste is slechts een deel van het verhaal. Natuurlijk, het rigoureuze denken van de traditionele filosofie heeft veel te bieden als het gaat om het vinden van helderheid en definities. Maar je kunt niet doen alsof dat het leven is. In de puinhoop van het leven is ook filosofie te vinden. Dat vraagt soms om andere vormen: poëzie, verhalen, anekdotes – rijke, persoonlijke momenten van openbaring.
Toen ik laatst de vloer aan het boenen was, realiseerde ik me hoe belangrijk onderhoud is, en nu wil ik er een essay over schrijven. Waarom zouden we het boenen van de vloer niet als filosofische methode beschouwen? Of de uitputting van het moederschap? Leven is een belangrijke bron. Leven is dé bron.’
Madelaine Ley is op zaterdag 29 maart 2025 een van de sprekers op het filosofiefestival For Love of the World in Delft, met dit jaar als thema: claiming the story. Lezers van Filosofie Magazine betalen € 17,50 in plaats van € 22,50 voor een festivalticket. Gebruik hiervoor de kortingscode FLOTWFM bij het afrekenen. Klik hier voor meer info en tickets.