Nog niet zo heel lang geleden spoelde een golfje filosofische rustboeken over ons heen. Ze spoorden ons aan tot een langzamer leeftempo, zoals Stil de tijd (Joke Hermsen), Neem de tijd (Koen Haegens) en Stilte geste stem (René ten Bos). Wie leeft in tijden van een doordenderende 24-uurs economie heeft baat bij vertraging en verstilling.
Ik ben het altijd enorm eens met dit soort boeken, maar vraag me vaak af waarom het toch lastig is (althans, voor mij) om ook echt langzamer te leven. Ik maak vaak lijstjes om zaken zo efficiënt mogelijk af te handelen: via die winkel, naar die en dan die, of nee toch niet, dat kan ik ook even online bestellen. Vandaag dit en dit doen. Met enige regelmaat lijd ik aan een zekere mate van hurry sickness, een westers fenomeen waarbij mensen voortdurend zich aan het haasten zijn zonder dat daar een echte reden voor is.
Onlangs las ik een boeiend boek over tijd en onze lichamelijke beleving daarvan, dat me eindelijk de verklaring gaf. En nog beter: het ontsloeg mij ten dele van mijn persoonlijke verantwoordelijkheid voor mijn gejaagdheid. In Geographies of Time (1997) deelt Robert Levine de wereld op in future-oriented, past-oriented en now-oriented societies. Hoewel er individuele verschillen zijn, is de kans groot dat als je in Nederland woonachtig bent je vaker op de klok kijkt en gejaagd door het verkeer raast en niet van wachten houdt. In de toekomstgerichte samenlevingen, waar de economie vaak voorspoedig is en ‘tijd is geld’ een belangrijke metafoor, ligt het bewegingstempo stukken hoger dan in de ‘past-oriented’ societies. We lopen letterlijk sneller dan in andere plekken op de wereld (dat heeft Levine ook echt gemeten) omdat we denken in termen van wat er nog moet gebeuren. De meesten van ons hebben vast wel een ervaring elders op deze aardbol in een past-oriented cultuur (India, Zuid Amerika) waarbij we op ons horloge keken en ons afvroegen waar de ander toch bleef. In Turkije, waar ik vrij veel ben geweest, keek ik zelf altijd op van het standaard antwoord aan de telefoon op de vraag ‘wat doe je?’: ‘Wij zitten’. Zitten? Zitten als activiteit?
De vele mensen die op dit moment iets aan yoga of mindfulness doen – ondergetekende ook – streven ernaar om meer in een now-oriented zone terecht te komen. Op je matje, even bevrijd van stress en druk, verlang je naar die warme golf van uitgestrekte tijd, de plek waar het stil is (nirvana). Levine schrijft dat je ook op een belachelijk lange vakantie kunt gaan als je wilt onthaasten, het liefst naar een past-oriented cultuur. Ik ben het ook daar enorm mee eens, maar ik heb er helaas geen tijd voor.