De critici van de Amerikaanse strijd tegen het terrorisme houden een pleidooi voor het herstel van het internationale recht. Judith Butler zoekt naar een andere oplossing, buiten recht en instituties om.
Een maand na de aanslag op het World Trade Center in New York, brengt de Saoedi-Arabische prins Alwaleed bin Talal een bezoek aan de stad. Hij heeft een cheque van 10 miljoen dollar bij zich voor de wederopbouw van het WTC. De prins spreekt zijn afschuw over de aanslagen uit, maar vraagt ook om een meer evenwichtige houding van de VS in de ‘Palestijnse zaak’. Burgemeester Rudolph Giuliani weigert de gift, verklaart dat prins Alwaleeds gezichtspunt ‘absoluut verkeerd’ is, en dat er geen moreel equivalent en rechtvaardiging bestaan voor de aanslagen van 9/11.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Waarom, vraagt Judith Butler zich af in haar nieuwste boek, zijn we geneigd de uitspraken van Alwaleed als de stiekeme rechtvaardiging van de aanslagen te zien, uitgelokt door de buitenlandse politiek van de VS, en zijn we partieel doof voor de afschuw die hij erover heeft uitgesproken? In Precarious Life worden zulke voorbeelden door Butler aangegrepen om een felle kritiek te leveren op de politiek en het intellectuele klimaat van de VS in de periode na de terreuraanslagen. Butler analyseert hoe iedereen die probeert een verklaring voor de aanslagen te geven, het risico loopt om te worden beschuldigd van het goedpraten ervan. Ook de critici van het gewelddadige antwoord van de VS dat op de aanslagen volgde, bevinden zich op dun ijs. Zij worden meteen buiten de discussie geplaatst, door ze te beschuldigen van moreel relativisme dat in zo’n urgente situatie niet op zijn plaats is. Dat is een vorm van censuur, stelt Butler. Als iemand kritiek op de oorlog heeft, wil dat nog niet zeggen dat hij geen morele verontwaardiging over de aanslagen voelt. Het kwalijke van censuur is dat die in de weg staat als we willen nadenken over de manieren om de geweldsspiraal te doorbreken.
Daarom begeeft Butler zich moedwillig op dun ijs en zoekt antwoorden op een hele reeks uiterst provocatieve vragen. Zij vraagt waarom het rouwen om de slachtoffers in de VS onmiddellijk tot agressie leidt. Maar ze vraagt ook waarom de slachtoffers van de andere kant niet op dezelfde manier worden betreurd. Zijn sommige levens meer waard dan de andere? Zien we de gevangenen van Guantanamo Bay ook als volwaardige mensen, en waarom worden hun mensenrechten op een grove wijze geschonden? Waarom worden critici van Israël zo snel beschuldigd van antisemitisme? Tenslotte, is het mogelijk om tegelijkertijd te rouwen om het verlies van het menselijk leven, en om de andere levens niet te dehumaniseren?
Censuur
Butler werd bekend door haar kritiek op de stille censuur die ons verplicht of man of vrouw te zijn. Hermafrodieten en transseksuelen bijvoorbeeld, worden in onze samenleving volgens Butler buitengesloten. Hoewel Butler zich in Precarious life voor het eerst op een brandende actuele kwestie richt, blijft haar inzet ook in dit boek het onthullen en analyseren van de werking van macht. Dat levert een boek op dat vooral verkennend is. Wie daarin kant-en-klare antwoorden verwacht, komt bedrogen uit. Butler analyseert hoe de aanslagen van 9/11 onze kwetsbaarheid hebben ontbloot. Dat is onverdraaglijk, en het liefst zouden we onze ogen ervoor sluiten. Het zou echter een grote fout zijn om deze confrontatie uit de weg te gaan, want juist door onze kwetsbaarheid zijn we op elkaar aangewezen en aan elkaar overgeleverd. Als we dat vergeten, zegt Butler, dehumaniseren we letterlijk onze medemensen. Butler kritiseert deze blinde vlek van de oorlog tegen het terrorisme. Militaire vergelding, maar ook bijvoorbeeld Guantanamo Bay zijn de instrumenten van een strijd waarin de vijand niet meer als menselijk wordt gezien maar als monsterlijk; de morele verontwaardiging en woede, kennen en stellen geen grenzen.
Maar hoe deze ethiek die gebaseerd is op onze gedeelde kwetsbaarheid naar de politiek te vertalen? Butler geeft daar geen eenduidig antwoord op. Haar doel is in de eerste plaats om een valkuil te signaleren waarin onze politieke praktijk kan vallen als we in de strijd om onze autonomie vergeten hoe primair deze kwetsbaarheid en onze wederzijdse afhankelijkheid is. Dat betekent niet dat de opzet van Butler mislukt is. Precarious Life leest als een uiterst geëngageerd boek, maar ook als work in progress; het is duidelijk dat Butler haar laatste woord hierover nog niet heeft gezegd.
Gastvrijheid
De visie over een politieke weg die tot meer stabiliteit en vrede kan leiden wordt wel geboden in de gesprekken met Habermas en Derrida, zeer kort na de aanslagen in de VS. Filosofe Giovanna Borradori nodigde de twee kopstukken van de hedendaagse filosofie tijdens hun bezoek aan New York uit om te reageren op dezelfde reeks vragen over de recente gebeurtenissen. Dit leverde een belangrijke tijdsdocument op.
De invalshoeken van de twee filosofen zijn verschillend: Habermas ziet terrorisme als het falen van de communicatie, van de dialoog als middel om politieke conflicten te beslechten; Derrida ziet het als het falen van een poging om een kosmopolitisch begrip van gastvrijheid te ontwikkelen. Het is daarom heel verrassend hoe dicht hun antwoorden bij elkaar liggen. Zowel Habermas als Derrida bestempelen de ‘oorlog tegen terrorisme’ als een categoriefout, bedoeld om het militair ingrijpen legitimiteit te verschaffen. Met oog voor het gevaar van mogelijke nieuwe aanslagen, pleiten beide denkers ervoor om de valkuil van unilaterale machtspolitiek te vermijden, en om het internationale recht verder te ontwikkelen. We zouden nieuwe internationale instituties en nieuwe bondgenootschappen naar het voorbeeld van Europese Unie moeten vormen, die gezamenlijk voor de wereldvrede kunnen zorgen.
Opmerkelijk is dat Habermas en Derrida 9/11 zien als een gebeurtenis die een nieuw tijdperk inluidt, terwijl in hun voorgestelde oplossingen continuïteit heerst. Zij pleiten al jarenlang voor een revitalisering van de liberale instituties – democratie, internationaal recht – en daar blijven ze voor pleiten, ook na 9/11. Daarin ligt een belangrijke verschil met Butler. Ook Butler zoekt naar een basis waarop wij een nieuwe kosmopolitische politieke gemeenschap kunnen vormen, maar deze weg voert niet langs instituties. Daar tekent zich ook een kloof tussen generaties af – waarin Butler een prominente vertegenwoordiger is van een nieuwe generatie denkers die sceptisch staan tegenover institutionalisering überhaupt. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot definitieve antwoorden op onze brandende politieke vragen, maar het heeft wel een zeer boeiende polemiek opgeleverd.
Precarious Life, The powers of Mourning and Violence, door Judith Butler, uitg. Verso, Londen New York 2004, 168 blz., € 28,32
Filosofie in een tijd van terreur. Gesprekken met Jürgen Habermas en Jacques Derrida, door Giovanna Borradori (red.), uitg. Klement, Kampen 2004, 220 blz., € 22,90