Simone van Saarloos
Schrijver, columnist
Mijn eerste reactie is: ja. Maar er zitten haken en ogen aan. Een basisinkomen wordt namelijk niet ingevoerd om volledige gelijkheid te creëren, maar om iedereen een goede startpositie te geven. Gelijkheid is niet het doel, maar een gelijke kans op groei. Dat is een humaan uitgangspunt, maar het bevestigt ook het idee dat groei het allerbelangrijkst is. Nog even los van de vraag of zo’n schijnbaar plafondloze, groeigerichte economie niet aan structurele verandering toe is, vrees ik dat een basisinkomen uiteindelijk niet tot minder maatschappelijke segregatie leidt (op het gebied van klasse, huidskleur, sekse enzovoort), omdat een economisch gelijke start niet direct sociale gelijkheid met zich meebrengt. Thomas Piketty laat zien dat de status en invloed van een individu voornamelijk erfelijk zijn. Met een basisinkomen voor iedereen wordt onze geschiedenis van ongelijkheid – en zodoende een toekomst van ongelijkheid – niet uitgewist. Haken en ogen dus. Maar geen reden om het onvoorwaardelijk basisinkomen niet door te voeren.
Dit artikel is exclusief voor abonnees