Simone van Saarloos
Schrijver, columnist
In 1988 richtte Lenie de Zwaan het CISA (Centrum Individu en Samenleving) op, omdat gehuwden sociale, economische en juridische voordelen ervaren ten opzichte van alleenstaanden. Het CISA bestaat nog steeds. In twintig jaar is het aantal eenpersoonshuishoudens met 36 procent gestegen, toch wordt nog altijd gedacht dat je samen het beste af bent. Op officiële formulieren wordt naar de ‘ouder(s)/partner’ gevraagd – in het geval van de partner wordt er geen mogelijkheid op meervoud ‘(s)’ geboden en ‘vrienden’ worden niet genoemd. Het is duidelijk: we gaan ervan uit dat je opgroeit in een gezin, waarna je je losweekt van je ouders om een romantische liefde te vinden. Twee Amsterdamse vrienden, Joris Janmaat en Christiaan Fruneaux, ondertekenden een vriendschapsovereenkomst. Ze zijn allebei met een vrouw getrouwd, maar willen dat de verantwoordelijkheden die zo vanzelfsprekend bij het huwelijk horen breder kunnen worden gedeeld. SGP’er Kees van der Staaij stelde eens voor om anti-overspel en pro-gezin billboards langs de weg te plaatsen. Die moraal wordt allang overal verkondigd.
Eric Schliesser
Hoogleraar politieke theorie, Amsterdam
Omdat onze naasten soms geen familie zijn en het Evangelie van Marcus de naastenliefde als hoogste norm predikt, zijn we blijkbaar allen vanuit Gods perspectief moreel gelijk. Of de meer seculiere varianten – die we via de Stoa en Kant als mensenrechten geërfd hebben – zonder theologische aannames gefundeerd kunnen worden is betwistbaar. Maar als moraal bestaat, dan leert ze dat we niet partijdig mogen zijn en dat het geluk van ieder even zwaar weegt. Daar waar familie voorgetrokken wordt – de romanschrijvers leren ons dat dit niet altijd vanzelfsprekend is – druist men in tegen de moraal. Vandaar ook dat de meest rechtlijnige denkers zoals Socrates en de vroege Stoïcijnen zich ook op basis van de gerechtigheid, en politiek nut, tegen de familie als zodanig keren. Zelfs als de samenleving zo’n hoeksteen prima kan missen, zijn er soms redenen om je familie voor te trekken; dat kan ook zonder de goedkeuring van de moraal, want die heeft niet over alles het beslissende woord.
Ingrid Robeyns
Hoogleraar ethiek, Utrecht
Van welke instituties en praktijken kunnen we zeggen dat ze een moreel streepje voor hebben? Instituties die mensen in hun waardigheid laten en hun vrijheden beschermen, instituties die kwetsbare mensen ondersteunen en bijdragen aan een meer rechtvaardige wereld, en instituties die voor vrede zorgen en onze planeet beschermen. Of de familie zo’n institutie is, hangt af van de concrete details. De meest kwetsbaren in de samenleving hebben vaak nauwelijks vrienden: voor hen is familie een belangrijk bron van steun en sociale interactie. Maar families kunnen ook een donkere kant hebben: autoritaire ouders; gebrek aan respect voor de eigen keuzes van gezinsleden; seksueel, fysiek en psychisch geweld; en egoïsme boven boven zorgzaamheid. De samenleving zou mensen moeten helpen om het goede dat familie kan betekenen ook via andere instituties te realiseren. Maatjesprojecten voor kwetsbaren, of ondersteuning van nieuwe woonvormen waardoor ouderen de eenzaamheid buiten de deur kunnen houden, zijn daarom moreel minstens zo lovenswaardig als ‘de familie’.