Spinoza’s opvatting dat God en de natuur volledig samenvallen, betekende niet alleen een breuk met de joods-christelijke traditie, maar ook dat de mens zijn uitzonderlijke positie in de werkelijkheid kwijt was. We zijn volgens de filosoof van de maand volledig onderwerpen aan de natuurwetten.
Volgens de oude opvattingen was de mens weliswaar fysiek gezien onderworpen aan de natuurwetten, maar stond hij dankzij zijn ziel tegelijkertijd gedeeltelijk boven de natuur. Spinoza bracht verandering in dat idee.
‘Volgens Spinoza maakt alles onderdeel uit van de natuur en daarom is de mens net als een steen volledig onderworpen aan de natuurwetten. Deze alomvattende natuurwetmatigheid zorgt er voor dat de wereld volledig gedetermineerd is. Dat wil zeggen: alles wat er in de wereld gebeurt, volgt noodzakelijkerwijs uit de oorzaken die eraan vooraf gingen en had dus niet op een andere manier kunnen gebeuren. Een dergelijke opvatting over de kosmos laat geen ruimte over voor een concept als vrije wil: alles verloopt immers volgens de wetten van de natuur, dus ook de wil. De vrije wil wordt dan ook verworpen door Spinoza.’
Hoewel het idee van de vrije wil wordt verworpen, wil dit niet zeggen dat we als volstrekt gedetermineerde machines door het leven moeten gaan. Het inzicht dat alles volgens de wetten van de natuur verloopt, is volgens Spinoza zelfs essentieel om gelukkig te worden.
‘Veel negatieve emoties worden bijvoorbeeld veroorzaakt door een gebrek aan inzicht. Beledigingen zijn vaak het gevolg van kortzichtigheid of onwetendheid. Wie dit weet, zal beter in staat zijn om rustig en zelfs vriendelijk erop te reageren. Ongelukkig is de mens die beledigingen door wederkerige haat wil vergelden, schrijft Spinoza in de Ethica.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees