Home Slavoj Žižek: ‘Hou vast aan het universele, het biedt de mogelijkheid onszelf te overwinnen.’

Slavoj Žižek: ‘Hou vast aan het universele, het biedt de mogelijkheid onszelf te overwinnen.’

Door Ivana Ivkovic op 17 januari 2005

Slavoj Žižek: ‘Hou vast aan het universele, het biedt de mogelijkheid onszelf te overwinnen.’
01-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

Wat betekent het einde van de multiculturele tolerantie voor linkse denkers? Slavoj Žižek zweept hen op: laat uw hoop niet varen, kabbel niet mee met rechts populisme, en durf een tikje militant te zijn. Want er is nog een Groot Verhaal te vertellen.

Slavoj Žižek drinkt razendsnel een groot glas cola, en werkt een muffin naar binnen. Om de Sloveense filosoof heen ontvouwt zich het panorama van de stad Amsterdam – hij zit in Club 11, de trendy bar op de elfde verdieping van het oude kantoorpand van de PTT. De Sloveen Žižek is hoogleraar aan de universiteiten van Ljubjana en Princeton, maar weinigen zullen hem daarvan kennen. Zijn provocerende boeken over kunst, populaire cultuur en politiek zijn daarentegen vermaard. De postmarxist en psychoanalyticus denkt sneller dan zijn schaduw. Žižek doet even Nederland aan voor een congres over nieuwe vormen van identiteit en soevereiniteit georganiseerd door het Meta Haven Project, en maakt zich alweer op voor een reis naar Buenos Aires, Argentinië. Het leven van een bestseller-filosoof is jachtig, maar Žižek zou Žižek niet zijn als hij zich – na een flinke suikerstoot – niet zou verliezen in een analyse over het veranderende Europa, de opkomst van populisme, normen en waarden en de hypocrisie van het multiculturalisme.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Pardon? Hypocrisie van het multiculturalisme? Žižek was toch links? Die zijn toch juist vóór multiculturalisme, tolerantie et cetera? Žižek niet – althans hij is zeer kritisch over de manier waarop dergelijke begrippen werden gebruikt door de politiek correcte westerling. Maar waar politiek links inmiddels braaf de rechtse mode volgt door óók te zeggen dat het niet meer langer kan met dat multiculturalisme, is de kritiek van Žižek op het multiculturalisme ‘echt links’. Žižek betoogt, ondermeer in Pleidooi voor intolerantie, dat achter woorden als ‘multiculturalisme’, ‘relativisme’ en ‘tolerantie’ in feite altijd al totalitaire repressie schuilde. Het is een truc: bewonder iemand van een andere cultuur vanwege zijn ‘authenticiteit’, maar maak hem daarmee politiek monddood. Zorg ervoor dat hij in de illusie van een ‘authentieke’ cultuur blijft geloven, en ontneem hem daarmee iedere mogelijkheid dezelfde progressie en emancipatie door te maken als jij hebt gedaan – met als reden dat dat maar ten koste zou gaan van zijn eigen cultuur. Het resultaat is een groep mensen die op geen enkele manier zijn economische of maatschappelijke positie – die vaak belabberd is – kan verbeteren door een politieke strijd.

Meta-racisme

Maar dat waren de jaren negentig. Inmiddels is het multiculturalisme dood en begraven. Het is nu juist politiek uiterst correct te stellen dat moslims zo snel mogelijk aan de Verlichting moeten worden geholpen – dat ze zich juist niet moeten vasthouden aan hun ‘authentieke cultuur’, maar dat ze moeten veranderen. En hoewel vooral populistisch rechts dat roept, moet het in de ogen van de oude marxist Žižek, gehuld in versleten legerjas en getooid met een roodgrijze baard, toch een enorme verbetering zijn. Of niet?

Het is bon ton om felle kritiek te leveren op tolerantie. Het multiculturalisme is dood verklaard. In uw ogen moet dat vooruitgang zijn…
‘Op een bepaalde manier wel… hoewel er weinig nieuws gebeurt. Achter het begrip “tolerantie” schuilde altijd al arrogantie en zelfs racisme, en dat wordt nu geopenbaard. Ik kan me overigens wel voorstellen dat het op het eerste gezicht een echte doorbraak lijkt. Het einde van het multiculturalisme is immers vooral een einde aan de vermeende zelfvernedering, waar westerlingen zo in getraind waren. Vroeger kon je als witte, heteroseksuele man niet eens spreken over je eigen, “authentieke” cultuur en identiteit, want dan was je bij voorbaat verdacht, dan was je al bijna een neofascist. Maar die zelfvernedering bleek ook een dekmantel. Juist doordat wij “identiteitsloos” waren, konden wij namelijk spreken over universele waarden. Want omdat wij geen identiteit hadden, spraken wij vanuit een neutrale positie. En precies dat was zo arrogant tegenover die mensen die we zogenaamd beschermen. “Toe maar, wees vooral je zelf”, zeiden we – maar daarmee stellen wij de norm van wat “jezelf” is. Niet omdat we “westers” en dus superieur waren, want dat zou racistisch zijn, maar omdat we “neutraal” waren. Maar superieur bleven we… stiekem. Het is eigenlijk meta-racisme. Fascinerend, hoe deze hypocrisie mogelijk was: meta-racisme als kritiek op het racisme!

Maar nu mogen we zeggen dat de multiculturele samenleving failliet is. Dat was tot voor kort nog taboe. Is het niet een goede zaak dat we ons daardoor nu tegen de hypocrisie van de tolerantie keren?
‘Nu kunnen we inderdaad openlijk zeggen wat we altijd al dachten: de westerse cultuur is superieur. Want wij zijn niet racistisch, niet seksistisch… wij zijn de enige cultuur die met recht aanspraak maakt op universele waarden. Is dat een goede zaak? Ergens geef ik inderdaad de voorkeur aan deze positie. Het laat in ieder geval zien wat verborgen bleef, namelijk dat alleen wij weten wat universele waarden zijn, en dat anderen diezelfde kennis alleen kunnen krijgen door totale assimilatie. De hypocrisie is nu duidelijk zichtbaar.’

‘Dat biedt ook een kans. Want het Europese universalisme is niet alleen maar hypocriet. We kunnen diezelfde claim op universele waarden ook gebruiken als wapen om de hypocrisie te bestrijden. Het antwoord op het huidige rechts populisme – dat hypocriet het begrip “universele waarden” gebruikt om bevolkingsgroepen te stigmatiseren en tegen elkaar uit te spelen – is dan ook niet een terugkeer naar cultuurrelativisme. Dat zou de hypocrisie compleet maken. Hou vast aan het universele, het biedt de mogelijkheid onszelf te overwinnen.’

Hoe moeten we ons dat voorstellen?
‘We moeten beseffen dat alleen links daadwerkelijk een claim kan leggen op universalisme. Niet door mee te hobbelen met de rechtse hype, maar daadwerkelijk de kracht van universele waarden te gebruiken ter emancipatie van achtergestelde bevolkingsgroepen. Er is een bekende, marxistisch getinte kritiek op mensenrechten die zegt: mensenrechten zijn eigenlijk helemaal niet universeel, in praktijk zijn dat de rechten van de rijke witte mannen. Die kritiek ziet iets dat wordt voorgesteld als universeel, mensenrechten, als iets dat eigenlijk maar één groep dient. Je zou kunnen zeggen dat deze kritiek opgaat voor rechts: onder het mom van mensenrechten wordt nu een groep – moslims – neergezet als achterlijk. Het gaat zelfs zo ver dat conservatieve rechtse politici moslims verwijten dat ze homoseksualiteit niet accepteren… alsof homo’s bij hen altijd in goede handen waren!’
 

Mandela

‘Maar laten we nu deze marxistische kritiek omdraaien. Laten we ons eens voorstellen dat een groep van uitgesloten of achtergestelde mensen, bijvoorbeeld moslims, deze westerse, universele waarden opeisen. Dat ze roepen: waarom wij niet? Waarom zouden deze rechten alleen aan bevoordeelde witte mannen toekomen? Waar zijn onze rechten van zelfontplooiing, gelijke kansen et cetera? Het zou overigens meteen duidelijk maken of rechtse politici het echt ménen als ze roepen dat moslims moeten worden ‘verlicht’. Zitten ze werkelijk te wachten op miljoenen moslims in Europa die zich emanciperen, die als burger serieus genomen willen worden? Ik betwijfel het…’

‘We moeten af van linkse schuldgevoelens over het imperialisme en de machtspolitiek die altijd achter het universalisme schuilgaat. Ik geloof niet dat “authentieke” culturen zich tegen een “eurocentristisch” universalisme zouden verzetten, behalve misschien enkele godsdienstverdwaasden. Zelfs als Europese waarden zijn opgelegd, dan nog kunnen ze worden overgenomen en toegeëigend. Wij onderschatten deze mogelijkheid. Dat is ook wat ik waardeerde in Mandela’s Afrikaans Nationaal Congres: hij speelde nooit het spel van “onze zwarte identiteit”, hij speelde van meet af aan het universalistische spel. Het ging niet om zwart-zijn, maar om uitgesloten-zijn.

Dat houdt in dat alleen uitgeslotenen daadwerkelijk een politieke strijd kunnen voeren in naam van universele waarden.
‘Diegenen die voor hun rechten vechten, zeggen niet: wij willen graag ook een plekje in de maatschappij. Nee, ze zeggen: wij, die geen echte plaats in de maatschappij hebben, wij de uitgeslotenen, wij zijn de maatschappij. Als één ding in onze Europese nalatenschap het verdient om gered te worden, dan is het dit inzicht – dat de uitgeslotenen voor ons allen staan. Dat is overigens veel radicaler dan een of andere Europese waarde, die we allemaal zouden delen.’

Ziet u een mogelijkheid om uw opvatting over politiek een plaats te geven in het huidige waarden- en normendebat, dat onder aanvoering van het Nederlands voorzitterschap Europese proporties heeft gekregen?
‘Descartes schrijft over het onbegrip dat we ervaren als we naar de gewoonten en gebruiken van een vreemde cultuur kijken. Dan komt hij tot een schokkende conclusie: misschien lijken we in hun ogen net zulke idioten, net zulke vreemde excentriekelingen. Dat is een cruciaal inzicht. De mogelijkheid om met de blik van de buitenstaander naar de eigen cultuur te kijken en die ineens te zien als iets toevalligs en idioot, opent de weg naar het universele. Net zoals Mandela, die niet de “authentieke” Afrikaanse cultuur als uitgangspunt nam, maar “niet-authentieke” universele waarden. Iedere claim op universele waarden begint bij een dergelijke bevreemdende blik op de eigen cultuur. De huidige normen- en waardendiscussie, die alleen maar gericht is op wat van de eigen, Europese cultuur nu werkelijk essentieel is, is voor mij dan ook niet interessant. De daadwerkelijke Europese erfenis is juist de mogelijkheid de eigen cultuur als contingent, als een toevallige constructie te zien. Ik geloof niet in positieve Europese normen en waarden, iets dat we allemaal hebben, iets dat je zou kunnen isoleren als een basiswaarheid, een soort redelijke minimum. Dat klinkt als een nobel streven, maar het probleem is dat dat ‘redelijk minimum’ altijd wordt gepresenteerd als iets objectiefs – als een feit. We proberen te spreken vanuit een neutrale positie, maar we vergeten dat deze positie onze eigen constructie is. Want het is natuurlijk onmogelijk om over waarden te spreken, zonder een zekere politieke overtuiging, vrij van elke ideologie.’

Betekent dit dat waarden altijd relatief zijn?
‘Nee, nee, nee! Ik ben geen waarderelativist. Ik zeg niet: okee, ik heb mijn waarheid, jij hebt jouw waarheid, misschien kunnen we een gezamenlijke taal vinden… screw that. Ik vind dat slechts één van ons gelijk kan hebben. Er is slechts één positie die aanspraak kan maken op universele geldigheid. Maar ik vind het vals om te pretenderen dat je uit een neutrale achtergrond spreekt. Het is alleen maar mogelijk te spreken vanuit een bepaalde sociale positie. En alleen als je dit erkent is het mogelijk om een echt universele aanspraak te maken. Dit is niet neutraal. Het betekent ook spreken in de termen van “wij”en “zij”, het betekent ook polariseren. Men zegt dat je niet een omelet kan maken zonder eieren te breken. Ik zou dat willen omdraaien: eieren breken is een doel op zich. Het geeft een overweldigend bevrijdend gevoel.’

De Sloveense filosoof en psychoanalyticus Slovoj Zizek (1949) is hoogleraar aan de universiteit van Ljubjana en Princeton. In het Nederlands verschenen o.a. van hem Het subject en zijn onbehagen, Pleidooi voor intolerantie en Schuins beziend; Jacques Lacan geïntroduceerd vanuit de populaire cultuur (alle titels bij uitg. Boom, Amsterdam) en Geloof (uitg. Routledge). Komend voorjaar verschijnt, ook bij uitgeverij Boom, Welkom in de woestijn van de werkelijkheid.