Home Ronald Havenaar: ‘De mens is een probleembeheerder’

Ronald Havenaar: ‘De mens is een probleembeheerder’

Door Frank Meester op 26 september 2019

Ronald Havenaar: ‘De mens is een probleembeheerder’
Cover van 10-2019
10-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Gaat de beschaving ten onder, zoals doemdenkers verkondigen? Wel als je gelooft dat de geschiedenis zich wetmatig voltrekt. Maar dat is natuurlijk niet zo, zegt historicus Ronald Havenaar.
 

Wat kan ik weten?

‘Dat de ondergang van onze beschaving nog niet voor de deur staat. Voor mijn boek heb ik uiteraard veel boeken en artikelen gelezen van hedendaagse cultuurpessimisten. Maar ik ben ook gaan kijken naar de grote voorbeelden van deze doemdenkers. Een daarvan is Friedrich Nietzsche; hij is misschien wel de grondlegger van het cultuurpessimisme. Verder zijn het vooral schrijvers uit de jaren twintig en dertig, zoals hier in Nederland Johan Huizinga en Menno ter Braak. Die auteurs van voor de Tweede Wereldoorlog worden door huidige pessi­misten binnengehaald als grote denkers die de ellende van de Tweede Wereldoorlog zagen aankomen. Toch is dat maar de vraag. Ze wezen vooral op het moreel verval, terwijl de belangrijkste problemen die zouden volgen van economische en politieke aard waren, maar daar hadden ze het niet over. Is Hitler aan de macht gekomen door moreel verval? Nee, hij werd succesvol door de economische crisis. Voor de crisis had zijn partij 2% van de stemmen, na de crisis 18% en bijna twee jaar later, in 1932, zelfs 37%. Ook over de oorlog hadden de doemdenkers uit die tijd het nauwelijks. Dat kwam waarschijnlijk doordat mensen als Huizinga en Ter Braak pacifisten waren. Ontwapenen was hun devies.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Beeld: Merlijn Doomernik

De huidige cultuurpessimisten zijn veel concreter. Ze wijzen op urgente problemen en gevaren zoals de ontbinding van de democratie, de teruggang van de gematigde partijen, de crisis van de euro, het succes van het populisme, de vergroving van de omgangsvormen, de infantiliserende werking van sociale media, de opmars van het individualisme. Wat dat betreft, kunnen we heus wel wat van ze leren, maar de ondergang komt nog niet.’
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat moet ik doen?

‘We moeten de analyses van de doemdenkers en de problemen die ze constateren serieus nemen, zonder mee te gaan in hun neiging die op te blazen tot onbeheersbare proporties. Daardoor lijkt het net of er niets meer aan te doen is en de ondergang werkelijk voor de deur staat. Dat slaat niet alleen lam, daarmee wakkeren ze ook nog eens de onvrede aan, terwijl daarvoor nauwelijks reden is. Hoewel de problemen van de doemdenkers reëel zijn, zijn ze te beheersen en lang niet zo erg als in de jaren dertig. Daarom hebben we volgens mij meer aan gematigde en pragmatische krachten die naar oplossingen zoeken. Neem de financiële crisis van 2008. Doemdenkers voorspelden in die tijd dat het nooit meer goed zou komen. Maar toen de nood aan de man was, is er internationale samenwerking op gang gekomen. Er zijn op Europees niveau nieuwe regels voor banken opgesteld. Voor Griekenland is een reddingsplan gemaakt en er is een fonds opgericht voor noodlijdende Europese landen. Al die maatregelen hebben ervoor gezorgd dat we uit de crisis zijn gekomen. Ik wil heus niet zeggen dat alles nu goed is, maar het is aantoonbaar dat we de problemen hebben weten te beheersen.’
 

Wat mag ik hopen?

‘Het is aantrekkelijk om te denken dat er een vaste lijn in de geschiedenis is. Dat we toewerken naar de ideale tijd bijvoorbeeld, of dat we juist afstevenen op de ondergang. De Duitse filosoof Oswald Spengler is een voorbeeld voor menig hedendaags doem­denker. Hij had in de jaren twintig en dertig veel succes met zijn boek Ondergang van het Avondland. Zijn uitgangspunt was daarbij dat elke cultuur een vast verloop kent. Net als de mens groeit een cultuur, wordt volwassen en sterft weer. En op het moment van schrijven zou de westerse cultuur volgens Spengler aan het einde van de cyclus zijn. Dat klinkt wellicht aannemelijk, maar de geschiedenis verloopt niet volgens een vast patroon. Als dat zo was, zouden we geen invloed hebben en dat hebben we wel, zoals alleen al blijkt uit het voorbeeld van de crisis van 2008. Wat mij betreft, mag je dus gerust hopen dat de ondergang voorlopig nog niet komt, maar je kunt er beter iets aan gaan doen.’

Tekst loopt door onder de afbeelding

 

Wat is de mens?

‘De mens kan kiezen of hij een pessimist, een optimist of een realist is. Wil hij zich overgeven aan de idee van de ondergang, de idee van de vooruitgang of kiest hij voor een pragmatische ideologie? De kracht van de mens is dat hij kan inzien dat de geschiedenis een open einde heeft en dat het de mensen zelf zijn die meebepalen welke kant het op gaat, zij het dat daden bedoelde gevolgen hebben, maar ook onbedoelde. De mens is een probleembeheerder die nog weleens vergeet dat zijn oplossingen altijd weer tot nieuwe problemen leiden. Marx schreef al dat mensen weliswaar de geschiedenis maken, ze weten alleen niet precies welke.’