Ik houd van voetbal. De meeste mensen in mijn directe omgeving geven er niets om. Ze haten voetbal niet eens, ze zijn onverschillig. Ze hebben inzake mijn favoriete sport de perfecte staat van gemoedsrust waar de epicuristen al van droomden: ataraxia.
Ik kan daar heel jaloers op zijn. Zij hebben diep inzicht in wat je de ‘banaliteit van het voetbal’ zou kunnen noemen. Van die banaliteit ben ik me goed bewust, maar ik kan haar tegelijk zo koesteren. Laatst zette ik stiekem de tv aan en bleef hangen in een wedstrijd tussen de vrouwenelftallen van Italië en Jamaica. Zomaar een wedstrijd in Frankrijk en zomaar een halfuur van mijn tijd verknoeid. Heerlijk banaal. Ik kon de tv gewoon niet uitzetten.
Over drie jaar begint een voetbaltoernooi in Qatar. Het toernooi wordt in de winter gehouden omdat de zomers te heet zijn in het woestijnstaatje. Iedereen die een beetje nadenkt, weet dat het te belachelijk voor woorden is dat daar een voetbaltoernooi plaatsvindt. Maar de corruptie in de wereld van het voetbal kent geen grenzen. Rechtszaken tegen bondsbestuurders, die destijds besloten aan Qatar het toernooi toe te kennen, zijn aan de orde van de dag. De omstandigheden bij de bouw van de stadions zijn mensonterend. Niet lang geleden werd bekend dat sinds 2009 alleen al 1400 Nepalese arbeiders, van wie papieren zijn afgenomen, zijn omgekomen tijdens de bouwwerkzaamheden. Over de mensen uit andere Aziatische landen is niet veel bekend, maar de cijfers zullen niet veel anders zijn. Voetballers spelen in de Qatarese winter, bouwvakkers werken er ook in de zomermaanden en vallen in de brandende zon dood neer.
De Italiaanse filosoof Giorgio Agamben publiceerde in 1995 een boek over ‘heilige en vervloekte’ mensen. Homo sacer heette dat boek. De mensen die hij beschrijft, zijn verdreven uit de maatschappij, genieten daardoor geen enkele rechtsbescherming en zijn aan de goden overgeleverd. Homo sacer is een moeilijk boek, maar ook een boek dat ik ben blijven lezen en herlezen. Ik had nooit gedacht dat het over zoiets banaals als voetbal zou kunnen gaan. Aristoteles schreef ooit dat slaven wezens zijn van wie je het lichaam kunt gebruiken. In Qatar worden lichamen gebruikt, en als ze niet meer voldoen, weggeworpen.
Ik weet niet zeker of er ooit in een filosofieblad een oproep tot boycot van een voetbaltoernooi heeft gestaan. Bij dezen dan. Ik sluit me aan bij voetbalcolumnist Paul Onkenhout die hetzelfde deed in de Volkskrant en hoop dat onze jongens – Van Dijk, De Jong en De Ligt – niet naar Qatar zullen gaan. Ook niet als ze zich per ongeluk kwalificeren.
Ik ga, hoe dan ook, niet kijken. Ik houd van voetbal, maar wil me er niet voor schamen. Door die duizenden doden is Qatar niet langer een banale aangelegenheid.