Home René ten Bos: Drammers

René ten Bos: Drammers

Door René ten Bos op 25 april 2019

René ten Bos: Drammers
Cover van 05-2019
05-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Iemand vertelde me laatst dat filosofen drammers waren. Het was in Amersfoort. Ik had net een lezing gegeven. Mijn zelfvertrouwen verkruimelde. Daar stond ik, bedremmeld, een plastic bekertje slechte witte wijn in de hand. Ik dacht aan de lange, regenachtige wandeling naar het station die ik zo zou maken. Amersfoort heeft iets onbeschrijflijk triests.

Eenmaal in de trein dacht ik na over dat drammen. De eerste gedachte die bij me opkwam, was dat het synoniem is met zeuren. Maar drammen klinkt mooier dan zeuren. Er zit veel meer agressie in. Ik dacht even dat de meneer die me over de drammende filosofie vertelde wellicht geïntimideerd was. Maar zo kon hij het niet bedoeld hebben. Hij zag er groot, sterk en eigenwijs uit. En wie er zo uitziet, kan niet geïntimideerd worden.

Drammen maakt in weerwil van de agressie ook klein. Dwergen drammen, reuzen nooit. Ik probeerde andere synoniemen te bedenken voor drammen, maar kwam niet veel verder dan drenzen en kniezen. Weer die letter z, net als bij zeuren. De z, zo redeneerde ik, zorgt er altijd voor dat er een associatie komt met alles wat te lang aanhoudt. Er moest een verborgen betekenis liggen achter het feit dat drammen geen z heeft. Ik stelde tevreden vast dat mijn gedachtestroom echt op gang was gekomen, het ging als een trein. Ook de echte trein denderde voort en reed, voor ik er erg in had, eindbestemming Utrecht in. Buiten in de regen, op weg naar het warme bed, spoelden alle diepe gedachten over het drammen weg.

De volgende ochtend las ik in de zaterdagkranten allerlei columns over klimaatdrammers. Daar was het gedram weer! Ik dacht even na over wat VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff, de slimste mens van ons land en de man die het woord ‘klimaatdrammer’ populariseerde, van filosofen zou vinden. Ik kwam er niet uit. Slimme mensen doen niet aan filosofie. Ze zijn net als reuzen. Toen dacht ik weer aan de reus die me die avond ervoor over drammende filosofen had verteld. Vond hij dat alle klimatologen en filosofen één pot nat waren? Was hij een geestverwant van Dijkhoff? Had hij niet ook een baard?

Drammen moet je zien als een armzalige en tot mislukken gedoemde poging om steeds weer hetzelfde te zeggen. Het gaat om falend taalgebruik waar niemand naar luistert of waar niemand zich iets van aantrekt. Of de taal faalt of niet, heeft niets met de waarheid van de woorden te maken of met het belang ervan, maar alles met de murwheid die ontstaat door de eentonigheid van de boodschap en het geluid ervan. Alles wat betekenis heeft, spoelt dan weg met de wijn in plastic bekertjes, met de regen in de straatgoten en met het gedender van de trein.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.