Home Politiek Recensie: Misleid door welbespraakte egoïsten
Politiek

Recensie: Misleid door welbespraakte egoïsten

Door Jannah Loontjens op 25 juni 2019

Cover van 07/08-2019
07/08-2019 Filosofie magazine Lees het magazine

Door de domheid van het volk te gebruiken kunnen kwaadwillende dictators in het zadel komen, waarschuwde Plato al. De enige remedie is wijsheid.

Ook in Plato’s tijd zagen velen de democratie als de beste staatsvorm: het was de enige die een grote mate van vrijheid verzekerde. ‘Alle politieke stromingen zijn er toegestaan’, zegt Socrates in Plato’s Politeia, door Hans Warren en Mario Molengraaf schitterend vertaald onder de titel Het Bestel. Toch wijst Socrates, die in het boek alle gesprekken leidt, ook op de gevaren die een democratie met zich meedraagt. Socrates is van mening dat een democratische samenleving de perfecte voedingsbodem vormt voor een dictatuur. Sommige van zijn argumenten komen enigszins gedateerd en wereldvreemd over, maar andere kanttekeningen bij de democratie zijn nog altijd relevant.  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Er is natuurlijk veel veranderd sinds Socrates met zijn gespreksgenoten bediscussieerde wat de beste staatsvorm zou kunnen zijn, maar ook zij waren het al eens dat vrijheid de kern van de democratie uitmaakte. Door de eeuwen heen is de betekenis van vrijheid verschillend uitgelegd: vrijheid betrof godsdienstvrijheid; vrijheid moest samengaan met gelijkheid en broederschap; vrijheid draaide om afwezigheid van censuur en de beperkende inmenging van staat op economisch vlak; vrijheid kwam neer op gelijke inspraak in politiek en gelijke toegang tot scholing, kennis en informatie.

Socrates’ vrijheid betrof in eerste instantie de persoonlijke vrijheid om eigen winst en lusten na te jagen, een vorm van neoliberalisme zou je kunnen zeggen, waarin ieder individu vrij is om zijn eigen verlangens na te streven, zo min mogelijke gehinderd door staatsbemoeienis. Volgens Socrates bestaat in een dergelijke situatie het gevaar dat er geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen goede en kwade driften. Hij benadrukte dat er verlangens zijn die je moet nastreven, maar ook verlangens die afgekeurd en onderdrukt dienen te worden. De vrije democraat wil volgens hem evenwel het liefst aan elk verlangen gehoor kunnen geven. Hij vindt dat een dergelijke vrijheid gelijk staat aan ‘een aangenaam, vrij en gelukkig bestaan, dat hij nooit op wil geven.’

Manipulatie

Zodra burgers vrijheid als een absoluut goed gaan nastreven, ligt een omwenteling naar een dictatuur op de loer, verklaart Socrates. ‘Alles wat maar een béétje naar gezag zweemt, vinden ze ergerlijk en onverdraaglijk’, merkt hij op. En ‘wie naar de leiders luistert, wordt een slaafse houding verweten, gebrek aan ruggengraat.’ Een inwoner van een democratie die beweert dat de staat de persoonlijke vrijheden steeds meer aantast, zal het volk gemakkelijk achter zich krijgen. Wat het volk op dat moment evenwel niet doorheeft, is dat die man uit eigenbelang handelt en zich enkel met politiek bezighoudt om ‘bruusk te zeggen wat in hem opkomt’, meent Socrates. Dat er naar deze man geluisterd wordt, komt niet voort uit ‘kwaadwillendheid, maar uit onwetendheid omdat men door lasteraars is misleid.’ Die onwetendheid is een groot probleem: wie slecht is geïnformeerd, kan gemakkelijk misleid worden.

In onwetendheid laten mensen zich leiden door emoties of door kwaadsprekerij, vond Socrates al. Wie niet goed op de hoogte is, weet niet waarvoor hij kiest. Een bewijs dat er ook tegenwoordig politieke keuzes worden gemaakt zonder werkelijk te weten waar het om draait, toonde de meest gegooglede vraag in Engeland ná het Brexit-referendum: ‘What is the European Union?’ En je kunt je afvragen of de armere bevolking in de VS, waarvan een deel steevast Republikeins stemt, wel goed op de hoogte is van het Republikeinse beleid, dat doorgaans beroerd uitpakt voor de minder vermogenden in Amerika.

Tegenwoordig beschikken we over heel wat meer middelen om op de hoogte te blijven dan in Plato’s tijd, maar of dat ook leidt tot meer wijsheid blijft de vraag. Inmiddels weten we allemaal dat de democratisering van kennis, waar we met de komst van internet op hoopten, samengaat met een veel ingewikkelder, duisterder invloed: de verspreiding van manipulatief nepnieuws. In Plato’s tijd waren het de sofisten die nepnieuws verspreidden en op emoties inspeelden. En soortgenoten van nu hebben niet enkel de toehoorders op het plein als publiek, maar een ongekend aantal internetgebruikers.

In dictaturen beheren de machthebbers internet, leggen ze het plat, censureren ze. Maar ook in vrije landen misbruiken politici het web. Kijk naar Forum voor Democratie, dat een filmpje verspreidde dat de leugenachtige suggestie wekte dat het merendeel van de daders van verkrachtingen immigranten zijn. Door in te spelen op verontwaardiging, angstgevoelens en woede manipuleren de afzenders mensen die slecht op de hoogte zijn.
 

Talent voor rechtvaardigheid

Streven naar het delen van kennis is voor Socrates dan ook de belangrijkste opdracht voor een staatsbestuur: zoveel mogelijk mensen laten nadenken en tot inzichten laten komen die verder rijken dan vluchtige emoties en eigenbelang. Daarom zou de samenleving het beste geleid kunnen worden door mensen die een talent hebben voor rechtvaardig en logisch denken. Vertaler Mario Molengraaf vat het in zijn nawoord als volgt samen: ‘Wijs worden is het doel van je leven als mens. Het doel van een staat is het voortbrengen van wijzen.’

Plato laat Socrates in zijn boek in feite een gedachte-experiment uitvoeren om te achterhalen hoe een ideale samenleving eruit zou moeten zien. Hoe die staatsvorm – geleid door wijze mannen – tot stand zou moeten komen en zou moeten functioneren wordt echter niet helemaal duidelijk. Politeia gaat vooral over de vraag hoe je een rechtvaardig mens kunt zijn. Volgens Socrates spiegelt de staat zich namelijk in het individu en zullen rechtvaardige mensen ook voor een rechtvaardige samenleving kiezen. Maar het risico blijft dat er welbespraakte egoïsten zijn die de onwetende massa manipuleren. Ze zullen ‘door de domheid van het volk te gebruiken een dictator in het zadel helpen, ,schreef Plato waarschuwend.

Toch kun je mensen niet zomaar indelen in rechtvaardigen en egoïsten. Socrates was van mening dat in ‘iedereen – ook in degenen onder ons die een keurige indruk maken – verschrikkelijke, woeste, wetteloze verlangens huizen.’ Iedereen is met immorele verlangens behept. ‘Maar’, zo argumenteerde Socrates, ‘als ze door wetten en betere verlangens met behulp van het verstand worden beteugeld, dan kunnen sommige mensen er helemaal van afkomen of houden ze er slechts een paar zwakke over.’

Het argument dat wie slecht op de hoogte is eerder zijn gevoel zal volgen, geldt ook vandaag de dag. Zoals vaker in Plato’s werk gaat het hier om het corrigerende vermogen van het verstand op onredelijke gevoelens. Het is een klassiek moreel standpunt: het hoofd moet zorgen voor beschaving en zich niet laten leiden door bandeloze driften.

Vaak wordt  over mensen die grof uit de hoek komen, gezegd dat zij tenminste ‘wél de waarheid durven te zeggen’. Want eigenlijk voelt men net zo’n zelfde woede, of angst. Dar schuilt het gevaar, in het idee dat het gevoel de waarheid spreekt en niet de ingewikkelde rationele argumenten die tonen dat de gevoelens ongefundeerd zijn. Misschien is dit vooral wat we van Plato kunnen leren: democratie kan alleen goed functioneren als we zorgen voor goede scholing, als we kritisch blijven nadenken en rechtvaardigheid als kernwaarde verdedigen. Kortom, leer jezelf en je kinderen om de zaken goed uit te zoeken voor je een mening vormt, laat je maatschappelijke keuzes niet door gevoelens leiden maar door argumenten en corrigeer je emoties als die op onzin gebaseerd blijken te zijn.