Prometheus gaf de mens het vuur, met alle creatieve én destructieve mogelijkheden van dien. Maar deze gewiekste Griekse god gaf de mensen nog een belangrijker geschenk, namelijk: de moed om niets te doen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Prometheus hangt aan de rotsen van het Kaukasus-gebergte. De ijzeren ketenen waarmee zijn polsen zijn vastgebonden aan de stenen, snijden in zijn vlees. Prometheus heeft dorst en is uitgehongerd. Overdag verbrandt de zon zijn huid, ’s nachts wordt hij geteisterd door kou, en elke avond stuurt oppergod Zeus een adelaar op hem af, die zijn lever uit zijn lichaam eet. In de morgen groeit de lever weer aan, zodat de dagelijkse kwelling opnieuw kan beginnen. Zeus wil Prometheus straffen. Maar hoe verschrikkelijk zijn lijden ook voelt, Prometheus verzet zich niet. Hij schikt zich in zijn lot. Met zijn titanenkracht en slimmigheid zou Prometheus zich makkelijk uit de ketenen kunnen bevrijden, maar dat doet hij niet. Zijn naam is niet voor niets Prometheus, wat letterlijk ‘hij die vooruitdenkt’ betekent.
Passiviteit
Van heinde en ver komen mensen langs om te delen in het lijden van Prometheus. Sommigen kunnen hun tranen niet bedwingen, anderen proberen hem aan te moedigen om zich te ontketenen, weer anderen verwijten hem zijn passiviteit en maken hem uit voor lafaard. Toch doet Prometheus niets. Hij blijft waar hij is en hij ondergaat de door Zeus geïnstigeerde kwellingen. Aldus Aeschylus in zijn tragedie Prometheus geboeid (458 v.Chr.). Prometheus heeft het vermoeden dat zijn lijden ergens goed voor is, en nieuwsgierig als hij is, wacht hij rustig af.
Zeus straft Prometheus omdat hij het vuur van de Olympus heeft gestolen en aan de mensen heeft gegeven. Maar door Prometheus vast te binden, hem te dwingen tot onbeweeglijkheid, helpt Zeus hem juist in zijn ontwikkeling. In zijn gevangenschap krijgt Prometheus de mogelijkheid om zijn hoogmoed te transformeren in ontroering vanwege zijn eigen imperfecties en die van de wereld.
Uiterlijke schijn
Prometheus is een speciale god. Hij is de zoon van de Titan Lapetus en de neef van de oppergod Zeus. Net als zijn oom is hij slim en hij doet er alles voor om de allerslimste te worden. Zeus, doodsbenauwd dat hij zijn macht zal verliezen aan zijn slimme, sluwe neef Prometheus, probeert in alles met hem te concurreren. De zelfverzekerde, angstloze Prometheus laat op zijn beurt geen gelegenheid voorbijgaan om te laten zien dat hij veel slimmer en sluwer is dan zijn oom de oppergod. Zo raken Zeus en Prometheus verwikkeld in een schier eindeloze strijd. Tijdens een gezamenlijk avondmaal van de goden en de mensen gaat het weer mis…
De dichter Hesiodos vertelt in zijn Ontstaan van de goden (achtste eeuw voor Christus) dat, toen de mensen en de goden aan tafel kwamen om samen te eten, Prometheus werd aangewezen om het offerdier tussen mensen en goden te verdelen. Dit zou de oplossing zijn voor het conflict dat al een tijdje heerste over hoe de wereld tussen de goden en de mensen verdeeld moest worden. Het was niet duidelijk waar de mensen zouden gaan wonen en op welke continenten de goden zouden regeren.
Prometheus krijgt de opdracht om het vlees te verdelen op een manier die het verschil in status tussen de goden en de mensen goed en helder uitdrukt. Prometheus kan het in zijn sluwe eigenwijsheid echter niet laten een streek uit te halen. Hij verstopt het beste vlees in het minst appetijtelijke deel, de maag, en verpakt het afval en de beenderen in het mooiste deel van het vlees, het vet.
Als een magiër manipuleert hij zo de binnenkant en de buitenkant van de dingen, het verschil tussen de uiterlijke schijn en de daadwerkelijke essentie. Zeus kiest het mooiste deel, het gulle vet, vol met afval en beenderen.
Rebellie
Zeus ontsteekt in woede en bestraft de mens voor het bedrog van Prometheus. De oppergod heeft altijd een dubieuze relatie met de mensen gehad, en kan ze eigenlijk niet uitstaan, omdat ze ook de gave van de intelligentie hebben gekregen. Hij grijpt nu dan ook de mogelijkheid aan om de mensen te bestraffen voor iets dat ze niet gedaan hebben.
De oppergod besluit de mens geen vuur te schenken en hem hiermee mogelijkheden te ontnemen om zich te ontwikkelen. Daarnaast is de mens niet meer welkom bij de gezamenlijke maaltijden met de goden, en daarmee voorgoed verwijderd van de onsterfelijken. De mensen en de goden leven voortaan in gescheiden werelden.
Prometheus vindt het onrechtvaardig dat de mens bestraft is voor zíjn overmoed, en volhardt in zijn rebellie tegen de oppergod: hij steelt het vuur en geeft het aan de mensen. Met deze daad toont Prometheus zich opnieuw een meester in het manipuleren van de werkelijkheid: hij steelt het vuur door het in de holte van een rietstengel te verbergen en zo naar de aarde te brengen.
Prometheus heeft een heldendaad verricht. Door het vuur aan de mensen te geven, heeft hij hen bevrijd van hun slavernij. Dankzij het vuur leerden de mensen metaal bewerken en konden ze een technische beschaving ontwikkelen.
In Prometheus geboeid vertelt Prometheus dat het vuur een essentieel element is voor de succesvolle ontwikkeling van een maatschappij. Vóór de ontdekking van het vuur leefden de mensen als beesten in grotten. Na de ontdekking van het vuur konden ze huizen en boten bouwen, en ontdekten ze de wereld. Ze leerden het schrift en nieuwe middelen om ziektes te bestrijden. ‘Alle kunsten van de stervelingen zijn afkomstig van Prometheus’, schrijft Aeschylus. Dankzij het vuur kon de mens zijn intelligentie ontwikkelen, en leerde hij de wereld naar eigen inzicht te interpreteren, te vormen en naar zijn hand te zetten.
Overmoed
Zeus laat het er echter niet bij zitten. Woedend om dit tweede bedrog van Prometheus besluit hij dat zijn neef dit keer definitief bestraft moet worden en aan de rotsen van de Kaukasus gekluisterd zal worden. Wij stervelingen, die het vuur ontvingen, delen in zekere zin in Prometheus’ doem. Zo is het althans vaak geïnterpreteerd. De mythe van Prometheus vormde zo niet alleen een inspiratiebron voor de archaïsche dichters, maar ook voor vele moderne denkers. Goethe (1749-1832) wijdt een gehele tragedie aan de overmoed van Prometheus en Mary Shelley (1818-1900) schetst in Frankenstein, met de ondertitel De moderne Prometheus, het gevaar van de technische ontwikkelingsmogelijkheden.
Nog steeds wordt Prometheus als metafoor gebruikt om aan te tonen dat de mens nog lang niet klaar is met het zoeken naar het juiste evenwicht tussen zijn ambitie en kwetsbaarheid. Rampen en oorlogen laten zien dat de techniek van het vuur de mens niet alleen kan verlichten, maar ook kan verblinden en zelfs kan verteren. Prometheus wordt in diverse boeken en essays tot symbool gemaakt van de overmoed van het vooruitgangsdenken. De fatale consequenties van de megalomane projecten en onmatige groei van onze postmoderne cultuur worden in detail beschreven. Er wordt een pleidooi gehouden voor een langzamere, eenvoudigere en kleinschaligere toekomst.
De algemene conclusie luidt dat als we niet in staat zijn om een gehele cultuurverandering tot stand te brengen, onze toekomst enkel in de schaduw van het gestolen vuur zal staan.
Kwetsbaar
Maar is de voorspelbare moraal van ‘hoogmoed komt voor de val’ werkelijk alles wat de mythe van Prometheus ons te leren heeft? Nee, zijn verhaal neemt nog een intrigerende wending. Als hij naar de Kaukasus verbannen wordt, volgt Prometheus met opgeheven hoofd en zonder verzet het pad naar zijn lot. De gewiekste en ongeduldige Prometheus, die iedereen altijd te slim af is, die altijd voor elk probleem een verleidelijke oplossing wist te vinden, lijkt nu alle macht verloren te hebben. In plaats van te vechten tegen Zeus, stelt hij zich gedwee en kwetsbaar op. Is Prometheus moe? Is hij lui? Is hij laf? Nee, hij heeft de moed om even niets te doen, om af te wachten en om te reflecteren op zijn daden.
Ook al heeft het vuur de mens geholpen zich te ontwikkelen en te groeien, niet alles in de wereld is door de mens te controleren. De dood, de tijd en het noodlot liggen noch in menselijke, noch in goddelijke hand. Prometheus weet dit. Hoe pijnlijk de straf van Zeus ook is, hoe zwaar hij ook lijdt, Prometheus beseft dat hij zich nog niet uit zijn ketenen mag en kan bevrijden. Hij beseft dat hij zijn controledrift tot bedaren moet brengen en de ontwikkeling van de mensheid aan de mensen zelf moet overlaten. Hij is ongeduldig en overmoedig geweest (hybris) door de mens de vrijheid te ontnemen om zelf het vuur te ontdekken en zich in zijn eigen ritme te ontwikkelen. Hij heeft de wereld om zich heen willen manipuleren en als een magiër de wereld naar zijn hand willen zetten, maar daarmee heeft hij de ware aard, het ware lot van de mens wellicht overvraagd.
Prometheus dacht het noodlot te kunnen temmen en de besluiten van de schikgodinnen te controleren. Verblind door zijn ambitie en talenten vocht hij tegen Zeus. Opgesloten in zijn eigen wereld en wensen, was hij niet meer in staat om te luisteren naar de wereld om zich heen. Hierdoor zag hij niet meer de noodzaak (ananke) in van dat wat er eigenlijk moest gebeuren, en deed hij het verkeerde op het verkeerde moment. Maar nu, geboeid aan de rotsen van de Kaukasus, weet hij zich kwetsbaar en open op te stellen, en kan hij doen wat nodig is: niets.
Evenwicht
Prometheus’ verhaal daagt ons uit de moed te hebben om ons streven naar perfectie los te laten. Het biedt ons de mogelijkheid om de imperfectie te accepteren en om, zonder te lijden aan de gevolgen van onze overmoed, onze persoonlijke maat te ontdekken en hierop te vertrouwen.
Prometheus leert in zijn fysieke gevangenschap een evenwicht te vinden tussen zijn ambitie en zijn kwetsbaarheid. Hierdoor is hij in staat om niet alleen slim te zijn, maar ook wijs te worden.
Praktische wijsheid (phronesis) is grotendeels gebaseerd op het accepteren van onze menselijke imperfectie en kwetsbaarheid. Wie kwetsbaar is, is open en kan beter luisteren naar dat wat noodzakelijk is (ananke) en het juiste op het juiste moment doen (kairos). Deze wijsheid stelt ons in staat de juiste verhouding te vinden tussen te veel en te weinig ruimte innemen, tussen onder of boven onze persoonlijke maat (moira) leven.
Prometheus offert zijn eigen persoonlijke vrijheid voor de vrijheid van onbekende anderen, en dient daarmee de mensheid op een subtiele, impliciete manier: niet door te doen, maar door niet te doen. Hij verbindt zich met de mensheid door los te laten. Door even afstand te nemen en zich niet met de ontwikkelingen van de mensen te bemoeien, geeft Prometheus hun een nog groter geschenk dan het vuur: vertrouwen.