Home Portretten: Dromen

Portretten: Dromen

Vier dromers over het verschil tussen droomwereld en werkelijkheid.

Door Gwendolyn Bolderink op 15 juli 2022

Portretten: Dromen Beeld Merlijn Doomernik

Vier dromers over het verschil tussen droomwereld en werkelijkheid.

‘Het is bizar dat mijn geest zoiets gewelddadigs verzint’

Femke Koning (40), Amersfoort
heeft veel nachtmerries en is contentspecialist

‘Veel mensen vergeten hun nachtmerries, maar ik niet. Ik droom zo levendig en intens dat het echt voelt. Mijn nachtmerries zijn bijna echte herinneringen, die ik nog jaren met me meedraag, ook al weet ik dat ze niet echt gebeurd zijn.

Al sinds mijn zesde heb ik terugkerende nachtmerries. In een daarvan zit ik in een donker huis. Er is geen licht, en buiten zijn er huilende, grommende wolven die binnen proberen te komen. Ik hoor het geluid van hun nagels die over de deur krassen. Op een zeker moment komen de wolven toch binnen, omdat ik ben vergeten een raam dicht te doen. Terwijl ze me op de hielen zitten vlucht ik naar een schuilkelder. Op het nippertje kan ik de kelderdeur achter me dichttrekken. Dat is het moment waarop ik wakker word. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit thema keert nog altijd terug in mijn nachtmerries. De dreiging is in de loop der jaren veranderd: als kind waren het wolven, later werden het zombies of bendes. Maar het gevoel achternagezeten te worden is al die tijd gebleven. 

Waar die nachtmerries door komen durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar ik heb een theorie. Tot mijn twaalfde heb ik in het buitenland gewoond en ben ik vaak verhuisd. Als kind miste ik daardoor een veilige basis; ik had het gevoel dat elk nieuw huis tijdelijk zou zijn. Het gevoel dat ik een thuis had werd constant bedreigd.

Inmiddels lukt het me soms om in mijn dromen terug te vechten: ik heb twee keer gedroomd dat ik iemand vermoordde. Ik weet niet precies hoe ik dat deed, daar heb ik gelukkig geen beelden van in mijn hoofd. Maar het feit dat ik dat in mijn dromen gedaan heb, dat mijn geest zoiets gewelddadigs verzint, vind ik bizar.’

‘Virtual reality geeft je toegang tot het bewustzijn van een ander’

Abner Preis (47), Amsterdam
is virtual reality-kunstenaar

‘Als virtual reality-kunstenaar ben ik bijna ­anti-kunst: schilderijen zijn slechts objecten waar je alleen maar naar kunt kijken – ze zijn niet immersive, volledig meeslepend, zoals VR. Maar laatst bezocht ik het nieuwe kunstdepot van het Boijmans Van Beuningen. Bruegel, Van Gogh, Rothko – alle grote namen zag ik daar. Het blies me omver om in dezelfde ruimte te staan als die schilderijen. Daar in het Depot realiseerde ik me hoe mooi het is om voor iets te staan wat handgemaakt en echt is, en hoeveel kracht dat geeft.

Als je in een van mijn VR-werelden komt, zul je niet denken: wauw, dit lijkt wel echt. Mijn werk is geen poging om je de werkelijkheid te laten ervaren – het is historisch, imaginair, magisch. Ik wil je dingen laten ervaren die niet mogelijk zijn in het echte leven of in de fysieke ruimte. 

Of de virtuele wereld dan net een droom is? Ook niet. In VR ben je nog in de werkelijkheid: je voeten staan op de grond of je zit op een stoel. Dromen zijn onbewust, spontaan en reflectief, terwijl je in VR meer een observator bent van een wereld die iemand anders gecreëerd heeft. Wel kan ik mijn dromen aan jou laten zien via VR. Sterker nog: je kunt in mijn dromen zijn. Virtual reality geeft je toegang tot het bewustzijn van een ander.

Ik geloof niet dat virtual reality ooit de Zonnebloemen van Van Gogh of het Colosseum gaat vervangen. Ik denk wel dat VR het Colosseum toegankelijker kan maken voor veel mensen, en bovendien: veel cooler. In de virtuele wereld kun je tijdreizen naar het Romeinse Rijk, je kunt gladiatoren zien vechten in de arena, de menigte horen joelen en juichen, zelfs vechten tegen gladiatoren of voor mijn part tegen een dinosaurus. Net als in een droom is in virtual reality alles mogelijk.’

‘Een lucide droom voelt werkelijker dan de werkelijkheid’

Richard Bekking (39), Ter Aar
is lucide dromer en electronics designer 

‘Nog voordat ik wist wat lucide dromen zijn, had ik al lucide nachtmerries. Tijdens die nachtmerries besefte ik dat ik aan het dromen was en eigenlijk in mijn bed lag, maar desondanks voelden de nachtmerries als reële ervaringen.

In een van die nachtmerries sta ik in een supermarkt in Almere, de stad waar ik ben opgegroeid, en merk ik dat ik niet meer kan lopen. Ik probeer weg te rennen van iets, maar ik zit vast. Op een zeker moment denk ik: als ik niet kan lopen, dan ga ik wel vliegen. Ik spring een paar centimeter in de lucht, trek mijn knieën omhoog, en blijf hangen. Dan denk ik: als ik hier kan hangen, kan ik dan ook naar voren zweven? Het lukt. Ik kan niet lopen, maar ik ben vrij om te vliegen waarheen ik maar wil. Zo zijn mijn nachtmerries omgeslagen in fantastische dromen, waar ik – met genoeg fantasie en wilskracht – controle over heb. Als ik droom, ben ik bewust van het feit dat ik droom en kan ik mijn droom zelf beïnvloeden.

Hoe weet je ooit zeker of je droomt of niet? Dat onderscheid heb ik mezelf moeten aanleren. In het begin keek ik altijd naar mijn handen. Als ik daar nu naar kijk zie ik een heleboel lijntjes die ik herken, maar in slapende toestand zijn die lijntjes weg of komen er juist lijntjes bij. Soms vergeet je naar je handen te kijken in je dromen; daarom moet je er een gewoonte van maken om dat juist in wakkere toestand te doen.

Lucide dromen vergeet ik zelden, want ze zijn heel gedetailleerd. De kleuren zijn dieper, de geuren intenser: alsof je altijd op een beeldbuistelevisie hebt gekeken, en plotseling een 4K HD-monitor ziet. Die droomwereld voelt nog werkelijker dan de werkelijkheid. Het is een fantastische wereld, waar ik graag veel tijd in doorbreng. Maar negatieve ervaringen – die je niet hebt in lucide dromen, omdat jij de controle hebt – maken het echte leven waardevol. Als je met krijt op een wit bord schrijft, kun je het niet lezen: je hebt de duisternis nodig om het licht te herkennen.’

‘Hij geeft me advies in mijn dromen’

Petra Giesbergen / Altaiskaya Byelka (58), Etten-Leur 
is sjamaan

‘Vanaf mijn zevende verschijnt er soms een man in mijn dromen die me advies geeft. Toen ik kind was ging dat over eenvoudige dingen: problemen op school of ruzies met vrienden. Achteraf gezien waren dat mijn eerste ervaringen met het sjamanisme.

Toen ik begin twintig was, bezocht ik een workshop van een Siberische sjamaan in Antwerpen. Ik kwam daar aan in een garage. Het rook er naar benzine, het gereedschap op de muur was afgedekt met oude kleden. De sjamaan leek ontzettend veel op de man uit mijn dromen. Omdat hij een traditioneel kostuum droeg – en geen normale kleding, zoals in mijn dromen – herkende ik hem niet direct. In de pauze stapte ik voorzichtig op hem af om hem te vertellen over mijn dromen. “Ik heb op jou gewacht,” was zijn antwoord. Hij herkende mij, en was mij komen opzoeken in mijn dromen. Via hem ben ik in contact gekomen met zijn leraren in Siberië, waar ik uiteindelijk mijn inwijding tot sjamaan heb gekregen. 

Er zijn twee categorieën dromen: dromen uit het onderbewuste, die voor verwerking kunnen zorgen, en spirituele dromen. De spirituele dromen zijn de dromen waarin ontmoetingen kunnen plaatsvinden.

Een ontmoeting in mijn dromen die ik nooit zal vergeten was met een goede vriendin. Op haar sterfbed vroeg ik of ze me een keer wilde komen opzoeken in mijn dromen. Een tijd na haar overlijden had ik een heel normale droom, geen grootse spirituele droom. Plots werd die droom op pauze gezet en verscheen ze, uit het niets. “Het ga je goed,” zei ze. Terwijl ze wegging, ging de normale droom weer verder. Alsof iemand op “play” had gedrukt.

Of de droomwereld even echt is als de werkelijkheid? Ja, ze zijn allebei reëel. En zoals je hier naar Parijs of Italië kunt reizen, zo heb je daar ook gebieden waar je naartoe kunt. Dat werkt wel anders: in deze wereld hebben we een lichaam nodig, in de droomwereld hebben we genoeg aan onze ziel.’